Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
19 november 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

‘Vol voor voetbal’

Gepubliceerd: 11 June 2014 • Leestijd: 5 minuten en 42 seconden • Het Grote Interview Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Tula de Wit (21) is trots dat ze het shirtje van ADO Den Haag mag dragen. Zes dagen in de week slurpt het voetbal haar op. De combinatie met haar studie sportmarketing & management valt niet mee. En dan wil ze ook nog een goede vriendin zijn.

Foto van Tula in haar uniform

Het is een stralende middag in Den Haag. Het glanzende aluminium van het Kyocera Stadion wordt verlicht door de felle zon. In dit fraaie stadion, in 2007 voor 27 miljoen uit de grond gestampt, speelt Tula de Wit op de vrijdagavond haar wedstrijden met ADO Den Haag. Ze neemt ons mee naar binnen. Laat ons het kunstgras zien. Eigenlijk hoort voetbal volgens Tula gespeeld te worden op een natuurlijke grasmat, maar deze ‘nepsprieten’ voelen verrassend fijn onder haar noppen. Ze rolt met haar ogen langs de 15.000 lege stoeltjes. Die zijn uitverkocht voor duels van de mannen. Bij wedstrijden van het vrouwenelftal zit meestal alleen de hoofdtribune vol. ‘Maar ook daar krijg ik veel energie van’, vertelt ze. ‘Er zitten meisjesteams die ons als hun grote voorbeeld zien.’

Jij voetbalde, totdat je op je vijftiende naar de vrouwentak van FC Utrecht ging, altijd met jongens. Hoe was dat als meisje in een mannenwereld?
‘Het was de leukste tijd van mijn jeugd! Ik moest mijn plekje afdwingen. Toen dat was gelukt, was ik one of the guys. Als ik werd geschopt, zaten die gasten erbovenop. Ik heb die tegenstand van sterke jongens nodig gehad om mijzelf te ontwikkelen.’

Hoe is dat eigenlijk nu bij ADO? Zijn het twee gescheiden werelden?
‘We komen elkaar weleens tegen bij bijeenkomsten op de club, maar het is duidelijk echt een mannenteam én een vrouwenteam. Het zou leuker zijn als het meer een geheel wordt.’

‘Ik was one of the guys. Als ik werd geschopt, zaten die gasten erbovenop.’

Ben je nooit jaloers wanneer je ziet wat de mannen in het voetbal verdienen?
‘Nee, ik doe het omdat ik het leuk vind. Ik ben heel trots dat ik het ADO-shirtje mag dragen. Dat is niet zomaar iets. Het is het shirt van een betaaldvoetbalorganisatie. We hebben een mooi stadion, fantastische faciliteiten. Ze doen alles voor ons. Het is een eer en ik haal er plezier en voldoening uit. Krijg energie van gillende meisjes op de tribune als we tegen Ajax of FC Twente spelen. Ik wil er alles uithalen wat erin zit. Dat is de discipline die in mij zit. En daar heb ik geen geld voor nodig.’

Naast het profvoetbal moet jij ook studeren als vierdejaars sportmarketing & management. Die noodzaak kennen veel mannen niet.
‘Ik heb gewoon een diploma en een maatschappelijke carrière nodig, want ik kan in tegenstelling tot de mannen niet van het voetbal leven. Daarvoor moet je als vrouw naar landen als Zweden, Duitsland en Amerika en zelfs dan is het geen vetpot. Amerika is hét topland. Vrouwenvoetbal is daar populairder dan het mannenvoetbal, die spelen American football. De droom om daar ooit te voetballen heb ik naast mij neergelegd. Ik brand van de ambitie, maar ik kijk niet te ver vooruit.’

Waarom niet?
‘Ik ben best impulsief. Ik kan wel zeggen: over een jaar ben ik afgestudeerd, heb ik een baan en speel ik in het Nederlands elftal, maar ik denk dat het leven niet zo werkt.’

Hoe dan wel?
‘Door volle bak te gaan voor de dingen waar je je nu op kunt focussen. Volgend jaar of de jaren daarna, dat is nog zo ver weg. Ik ben bezig met dit jaar en richt mij op het voetbal. Ik heb er zelf voor gekozen om het vierde jaar van mijn studie even gas terug te nemen. Ik kwam in de knel met mijn trainingen en mijn lessen. Ik was altijd aan het studeren of aan het voetballen. Daar bestond mijn leven uit. Nu mijn focus op het voetbal ligt, merk ik dat ik fitter ben dan vorige jaren. Ik ben beter afgetraind en minder geblesseerd.’

‘In tegenstelling tot de mannen kan ik straks niet van het voetbal leven. Ik heb ook een maatschappelijke carrière nodig.’

Volgend jaar hoop je af te studeren. Hoe bevalt de studie?
‘Het was een pure gok na de havo, maar het is gelukkig goed uitgepakt. Het is een vrije studie. Je moet creatief denken. Echt iets voor mij. Ik wil in elk geval in de sport actief blijven en die mogelijkheden zijn er met deze studie. Als ik volgend jaar afstudeer, doe ik het met mijn vijf jaar niet eens zo slecht. Sommige studiegenoten aan de Randstad Topsport Academie doen er zeven of acht jaar over.’

Maar de combinatie topsport en studie was en is dus heftig?
‘Ik heb het als stressvol ervaren. Voor dit jaar moest ik alles wat ik deed van tevoren plannen. Wanneer moet ik sporten? Wanneer ga ik studeren? En wanneer zie ik mijn vrienden? Je kunt niet zeggen: ik doe het morgen wel, want dan heb je alweer iets anders waar je volle bak voor moet gaan. Ik moest er echt aan trekken.’

In hoeverre is het dan nog mogelijk om een ‘studentenleventje’ te leiden?
‘Een studentenleven heb ik niet, maar een sociaal leven wel. Op zaterdagavond vind ik het ook leuk om naar een verjaardag te gaan of de stad in te gaan. Maar net als andere studenten uitgaan op de dinsdag en donderdag? Zo werkt het nu eenmaal niet voor mij. Ik train vijf keer in de week en speel een wedstrijd. Soms op de vrijdagavond in België. Dan kom ik half drie ’s nachts thuis en de volgende dag sta ik weer in de sportschool. Dat is niet erg. Voetbal is mijn uitlaatklep. Ik blijf student, ik blijf jong, alleen moet alles met mate.’

Toch lijkt het mij lastig.
‘Dat is het ook, want het is verleidelijk om op donderdag een discotheek in te duiken. Vriendinnen van mij doen dat wel. Ze proberen mij altijd mee te krijgen, maar ze begrijpen het als dat niet lukt. Komen ze de volgende dag naar mijn wedstrijd en dan drinken we daarna iets. Ik een colaatje en zij een wijntje. Vrienden zijn voor mij heel belangrijk.’

Heb je nooit gedacht: ik stop met voetbal en duik wel de discotheek in?
‘In 2012 was ik het plezier in het voetbal verloren na een jaar vol blessures en pech. Toen ben ik samen met mijn vader als toeschouwer naar de Olympische Spelen in Londen gegaan. Ik heb daar zo veel motivatie uitgehaald om voor de sport te blijven leven. Zo zag ik Edith Bosch met judo gaan voor goud. Ze verloor, verwerkte haar teleurstelling en ging op dezelfde dag met succes voor brons. Voor mij is dat de absolute topsportmentaliteit. De Spelen haalden mij uit mijn dip. Ik denk trouwens dat elke voetballer die weleens heeft. Ook Robin van Persie.’

‘Een studentenleven heb ik niet, maar een sociaal leven wel.’

Over Robin van Persie gesproken. Schiet hij ons in de finale naar het wereldkampioenschap?
‘Daar ben ik pessimistisch over. De finale zit er echt niet in. We moeten wel door de groepsronde kunnen komen. Weet je wat het grote probleem is? We zijn te afhankelijk van de drie grote spelers Robin van Persie, Arjen Robben en Kevin Strootman. Die laatste valt al af door een blessure….’

Zit jij ondanks de lage verwachting toch in een brulshirt of Bavariajurkje voor de televisie?
‘Ik moet verplicht een oranje shirtje aan van mijn vrienden. Eigenlijk is het heel fout, want ik zit in mijn oranjegekleurde FC Barcelona-tenue voor de televisie. Ik hou gewoon niet zo van die oranjegekte. Juichen doe ik wel, als er een doelpunt valt. Dat is emotie.’

‘De WK-finale zit er echt niet in.’

Wat vind jij eigenlijk van Louis van Gaal? Is hij dan misschien toch de sleutel tot succes?
‘Ik heb niet zo veel met Van Gaal, maar hij is wel een heel goede coach. Ik denk dat hij elk team beter kan laten voetballen. Als land komen we tekort, maar met hem als bondscoach weet je het nooit.’

Tekst: Pim Bijl
Fotografie: Willem de Roon

Tula, al snel gegrepen door de bal
Op straat voetbalt Tula de Wit, geboren op 21 december 1992 in Gouda, van jongs af aan met gasten. Paardrijden en hockey, niets voor haar. Op haar negende besluit ze zich aan veldvoetbal te wagen. Om meer tegenstand te krijgen wordt ze vrijwel direct overgeheveld naar de jongens. Ze wordt gescout door de KNVB, breekt uiteindelijk door bij FC Utrecht en vertrekt in de zomer van 2013 naar ADO Den Haag. Bij de subtopper in de BeNe League, de hoogste vrouwenvoetbalcompetitie van Nederland en België, verovert ze haar plek als bikkel op het middenveld.

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top