Mikel, Floris, Lieke en Kevin zitten aan een van de tafels. Ze volgen de opleiding maritiem officier en zijn tweedejaars.

Wat zijn jullie aan het doen?
Kevin: ‘We houden nu even pauze en gaan straks weer verder met ons project.’
Floris: ‘We komen net terug van een interview dat we hadden. We hebben gesproken met een salesmanager en een service engineer van ABB, een bedrijf dat elektrische aandrijvingscomponenten levert voor de scheepvaart.’

Waar gaat jullie project dan over?
Mikel: ‘Over contra-rotating propellers. Daarbij wordt achter de schroef van het schip een pot gemonteerd met daarin een schroef die de andere kant opdraait. Het leidt tot brandstofbesparing.’
Kevin: ‘Wij zoeken uit of het ook bruikbaar is op grote schepen.’

Waarom zou dat niet werken?
Lieke: ‘Omdat de investering waarschijnlijk hoger is dan de besparing aan brandstof.’
Mikel: ‘Maar dat zijn we dus nu wel aan het uitzoeken.’
Floris: ‘En daarom winnen we informatie in bij ABB en andere bedrijven.’
Lieke: ‘En zoeken naar artikelen over het onderwerp op internet.’

Is het een interessant project?
Mikel: ‘Ja! Wij vinden het leuk.’
Floris: ‘In het begin wat minder, dan doe je het omdat je een project moet doen.’
Mikel: ‘Maar als je eenmaal bezig bent en je ziet resultaten, gaat het leven en is het leuk.’

Wat anders: met dat brood, plastic en die snoepzakken is het wel een zooitje op tafel…
Mikel: ‘Ja, maar dat is niet allemaal van ons hoor.’
Lieke: ‘Dat daar is mijn brood, dat ga ik nog opeten.’
Kevin: ‘En die winegums zijn niet goed meer, ze zijn hard…’

Jos van Nierop