Aboutaleb: ‘Ik ben voor zaterdag-onderwijs’
Gepubliceerd: 18 December 2015 • Leestijd: 3 minuten en 34 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Afgelopen woensdag was burgemeester Aboutaleb op de hogeschool om met docenten te praten over diversiteit en studiesucces.
Het verhaal is inmiddels bekend: Slechts 16 procent van de allochtone jongens met een mbo-diploma studeert binnen vijf jaar af. Van alle autochtone meisjes met een havo-diploma is dat 60 procent.
Aboutaleb relativeert deze cijfers: ‘U doet het niet zo gek met die 16 procent. Het duurt drie generaties om van handwerk tot hoger onderwijs te komen. In dat licht moet u dit cijfer zien. Maar dat neemt niet weg dat een goede school niet genoeg is. Een school moet excellent zijn en maatregelen treffen om een eventueel weinig uitdagend thuismilieu te kunnen compenseren.’
Eerstegraadsdocenten in de bovenbouw
Een van die maatregelen zou volgens de burgemeester moeten zijn dat in de bovenbouw van havo en vwo alleen eerstegraadsdocenten voor de klas staan. ‘Ja, daar kijkt u van op hè?’ Maar ook na vijven of in de pauzes zouden scholen activiteiten kunnen organiseren die ‘zwakke’ leerlingen of studenten kunnen helpen. ‘En gooi de school op zaterdag open, daar ben ik echt een voorstander van. Gewoon zes dagen naar school.’
Net als eerdere bijeenkomsten over hetzelfde thema, maar dan voor studenten, was de zaal afgeladen en het gesprek geanimeerd.
Democratie, grondwet en moslim kunnen één identiteit zijn.
Welke rolmodellen hebben wij voor de klas staan? Schattingen uit de zaal zijn dat slechts zo’n drie procent van de docenten van allochtone afkomst is. ‘Diversiteit in je personeelsbeleid moet je niet aan het toeval overlaten’, zegt Aboutaleb. Is de burgemeester voor quota? ‘Voor sturing’, antwoordt hij. ‘De top moet sturen op diversiteit. Het helpt om een deel van het salaris van een topman te laten afhangen van de mate waarin hij de taakstelling voor diversiteit haalt. Lukt dat niet, dan moet je een goed verhaal hebben. Comply or explain. Met allebei kan ik genoegen mee nemen.’
Conflictstof in de klas
Ook over ‘potentiele conflictstof in de klas’, verwijzend naar terroristische aanslagen en radicaliseringsvraagstukken, had Aboutaleb wat te zeggen. ‘Ik heb gisteren aan 88 mensen het Nederlanderschap verleend. Dat is meer dan een paspoort, dat is een identiteit. Ik benadruk tijdens zo’n ceremonie altijd de keuze om bij de grote groep te horen. Je committeert je aan de Staat der Nederlanden en dat zijn wij allemaal. Daar is geen ontsnappen aan. Dat betekent dat je ook de vrijheden zoals die in de grondwet zijn vastgelegd respecteert. De grenzen daarvan zijn ononderhandelbaar.
‘Ik zeg tegen niemand: rot op – oké, alleen tegen terroristen – maar ik zeg wel: examineer jezelf. Wil je erbij horen, dan doe je mee en de vrijheden van dit land garanderen dat je je religie kunt praktiseren. Democratie, grondwet en moslim kunnen één identiteit zijn.’
Wat betekenen deze waarden voor het onderwijs, wil een van de aanwezige docenten weten.
Aboutaleb: ‘Dat je moet aanvaarden dat meningen botsen. Daar komt energie uit voort. Die botsingen prikkelen het denken, leiden tot twijfel, en maken nieuwsgierig en dat is goed. Probeer je te verplaatsen in meningen van anderen, praat over verschillende standpunten, opinies en over spanningen. Dat hoeft niet te leiden tot consensus, maar je leert elkaar wel kennen.’
Taalachterstand
Er is nog steeds sprake van taalachterstand, zegt een andere docent. ‘Dat gaat maar niet voorbij.’
‘Verabsoluteren we taalbeheersing niet?’ vraagt Aboutaleb zich af. ‘Tuurlijk is taal belangrijk, maar het is niet het enige. Je kunt ook talent herkennen en stimuleren als het Nederlands niet perfect is.’ En hij vertelt de aanwezigen over een Iraakse vluchteling die bij Piekfijn, de tweedehandswinkel van de Roteb, magazijnwerk deed. Op een dag werd er een piano binnengebracht en de man begon te spelen. Chopin. Bij Piekfijn waren ze er stil van. Al snel bleek dat de Irakees in Irak het conservatorium had afgemaakt. En nu is hij ook hier pianist. We denken te snel: geen Nederlands dus een bezem.
Je moet aanvaarden dat meningen botsen. Daar komt energie uit voort.
In mijn gemengde klassen, kruipen de studenten met eenzelfde culturele achtergrond toch bij elkaar, zegt een andere docent.
‘Is dat erg?’ vraagt Aboutaleb. ‘Volgens mij is dat normaal. Het is wel erg als je geen interesse hebt in andere leefwerelden en ook hier hebben docenten een belangrijke rol. Organiseer de ontmoeting. Organiseer het gesprek.’
Hoe vaak we ook zeggen dat studenten ons vertrouwen krijgen, toch valt een groot deel van de studenten met een allochtone achtergrond uit.
‘Studenten hoeven uw vertrouwen helemaal niet te krijgen. Als het goed is hebben ze dat tot het tegendeel is bewezen. In de basis is dat dus een andere houding dan vertrouwen geven. Mensen, en dus ook studenten, kunnen vertrouwen alleen verliezen.’
Maar studenten ervaren dat niet, werpt panellid Molina tegen. Zij voelen te vaak dat ze niet goed genoeg zijn, of niet waardevol. ‘Dat betekent dat het gezag, in dit geval zijn jullie dat, de docenten van de HR, dat concreet moeten maken. Laat ze het vertrouwen voelen in plaats van de woorden uit te spreken. Geef ze de verantwoordelijkheid om zelf dingen te regelen en te organiseren. En desnoods geef je daar een studiepunt voor.’
‘U heeft meters afgelegd van de kilometers die u nog te gaan heeft’, vat Aboutaleb de middag samen. En met deze boodschap stuurt de burgemeester ons de kerstvakantie in.
Tekst: Dorine van Namen
Fotografie: Levien Willemse
het is leuk gesproken, echter in de praktijk zie ik dit niet zo snel gebeuren.
Daarnaast is het natuurlijk te bizar voor woorden dat als je in dit land bent opgegroeid je alsnog een taalachterstand hebt.