‘Verplaats je in de rol van een accountant en kleed je representatief’, stond er ook nog in.
Vier jongens in pak mét stropdas, twee links van het scherm waarop de bevindingen worden getoond, twee rechts. Dit zijn de accountants die een oordeel gaan vellen over fietsenwinkel Antilope. Dat doen ze in een lokaal op de locatie Kralingse Zoom. Antilope is immers een fake-bedrijf dat wordt geleid door accountancydocenten Yamina en Simon Cornet die vandaag de rol van de directieleden spelen.

Uitzendbureau Stadrand
Het gaat niet goed met het bedrijf, maken de vier eerstejaars accountancy de directie duidelijk. Er ligt nog een flinke stapel te betalen nota’s, de voorraad is erg hoog, de debiteuren betalen niet of erg laat en in verhouding tot de vaste personeelskosten is Antilope erg veel geld kwijt aan uitzendkrachten die via ‘Stadrand’ worden ingehuurd. ‘Als je de vlottende activa deelt door de kortlopende schulden, komen we uit op 0,47’, stelt de jongen met de zwarte stropdas. ‘Dus jullie kunnen die kortlopende schulden niet betalen.’

Alle drie de groepjes, groepjes twee en drie overigens niet in jasje-dasje, oordelen dat de administratieve organisatie niet op orde en fraudegevoelig is. ‘Iedereen kan het magazijn inlopen, dingen mee naar huis nemen en thuis verkopen’, waarschuwt ‘zwarte stropdas’. Dus moet er een magazijnmeester komen die de voorraad bijhoudt en die weer door iemand anders wordt gecontroleerd. Ofwel, er moet dringend gewerkt worden aan ‘functiescheiding’, een term die deze ochtend meerdere malen langskomt. Het onderwerp is in het eerste onderwijsblok waarschijnlijk uitvoerig behandeld.

Dubbel betalen
Bij groepjes twee en drie constateren de accountants zelf dat Antilope eenmaal een rekening van Stadrand twee keer heeft betaald, bij ‘de stropdassen’ moet docent Cornet er een beetje naar hengelen. ‘Zijn het allemaal terechte betalingen?’ Dubbel betalen is onterecht, maar betalen voor werk dat niet nodig is, is evenmin handig. ‘Zorg voor een betere indeling van de werkuren’, adviseert ‘wit overhemd zonder stropdas’. ‘Op rustige dagen hoef je geen vijf verkopers in te zetten’.

De student-accountants beperken zich bij hun adviezen niet tot de financiële en administratieve organisatie van de fietsenwinkel. Zo krijgt Antilope het advies om te beginnen met een webshop. ‘De concurrentie is hoog, maar het is echt heel makkelijk’, weet ‘zwart overhemd zonder stropdas’. ‘Wel is het belangrijk dat je je weet te onderscheiden. En zorg dat je hoog in Google komt!’ Een studente uit een andere groep (wit jasje zonder stropdas) heeft vooral oog voor digitale fraudegevoeligheid van de webshop: ‘Zorg voor een goede virusscanner en inloggegevens met wachtwoorden zodat niet iedereen erin kan…’

Hopelijk een 5,5
Groep drie is klaar. In de gang kijken de student-accountants elkaar ietwat ongemakkelijk aan. ‘Ik weet echt niet of we het goed hebben gedaan’, vertelt de studente in het blauwe jasje (zonder stropdas). ‘In pak zonder stropdas’ twijfelt eveneens. ‘Ik hoop dat het voldoende was voor een 5,5.’

Voor ‘spencer over geel overhemd’ uit groep twee maakt dat niet meer uit. Na de presentatie geeft hij de twee docenten een hand. ‘Dit was mijn laatste les’, vertelt hij aan de docenten die niet echt verbaasd lijken. Cornet: ‘Hopelijk tot september en goed dat je er vandaag toch bij was.’ De studiestaker is het daarmee eens: ‘Ach, ik vond het wel grappig…’

Jos van Nierop