Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
19 september 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Debat: ‘Na 9/11 was ik ineens dé moslim’

Gepubliceerd: 4 December 2015 • Leestijd: 5 minuten en 8 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Deze week kwamen studenten, docenten en medewerkers van de sociale en lerarenopleidingen bij elkaar om te praten over de gevolgen van de aanslagen in Parijs. Hoe kunnen we in het dagelijks leven, op stage en op school omgaan met de verschillende geluiden en emoties in de samenleving?

Illustratie gesprekwolk
‘Ik geef les aan 3 vmbo’, zegt Rachid, student lerarenopleiding maatschappijleer, Profielenblogger en een van de organisatoren van deze avond in zijn openingspraatje. ‘Mijn leerlingen wilden niet meedoen aan de één-minuut-stilte omdat er ook geen moment van bezinning is voor de dagelijkse doden in Gaza en Irak. Ik wist niet hoe ik met deze situatie moest omgaan, ging naar mijn docenten op de hogeschool en die wisten het eigenlijk ook niet zo goed.’

Rachid is niet de enige die met dit soort vragen worstelde en daarom organiseerde hij, samen met medestudente Annelou Molendijk, de bijeenkomst ‘Jongeren na de aanslagen’.

Zij nodigden sprekers uit en legden hen de vraag voor: Wat kunnen we doen? Hoe kunnen we het gesprek voeren? Hoe ga ik als toekomstig professional met dit soort kwesties om op bijvoorbeeld mijn stageplaats?

Uitgemaakt voor terrorist
Halil Ibrahim Karaaslan, docent maatschappijleer van het islamitische Avicenna College in Rotterdam-Zuid, was één van die sprekers. Leerlingen van hem werden de dagen na Parijs uitgemaakt voor terrorist en van hun fiets afgetrapt. Hoe ga je daarmee om in de les, die vraag is ook voor hem belangrijk. Door van perspectief te veranderen, zegt hij. ‘Tuurlijk heb ik een mening over van alles en nog wat, maar die mening is in de klas niet belangrijk. Het gaat niet om jou als docent, maar om de leerling. Ik hoor te vaak dat het gesprek over Beiroet en Gaza wordt afgekapt met de opmerking: “Maar we hebben het nu over Parijs.” Realiseer je dat onze leerlingen misschien wel meer wereldburger zijn dan wij. Beiroet en Ankara zijn voor hen om de hoek.’
Bespreek de emoties die er in een klas zijn, is zijn tweede tip: Hoe voelde je je toen dit of dat gebeurde? Vraag door, durf ingewikkelde vragen te stellen. En maak letterlijk zichtbaar wie welk standpunt inneemt, dat vergemakkelijkt het gesprek. Karaaslan doet dat in zijn lessen door gekleurde brillen uit te delen (‘letterlijk dus: door welke bril kijk jij?’), maar verwijst ook naar handige digitale toepassingen zoals Plickers en Kahoot.

‘We moeten onvoorwaardelijk van onze jongeren houden’

Jonge Nederlandse imams
Azzedine Karrat is imam bij de Essalaam moskee. ‘Wat kunnen wij als moslimgemeenschap doen om ervoor te zorgen dat de verschillende bevolkingsgroepen in Rotterdam niet verder van elkaar afdrijven en elkaar beter gaan begrijpen? In de moskeeën moeten we de verzen in de Koran bespreken die verkeerd uitgelegd kunnen worden. Dat kunnen we doen door ze in een grotere context te plaatsen. Het gebeurt weleens dat een vers zelfstandig wordt bestudeerd. Mijn advies is om ook enkele verzen voor en na een bepaalde passage in de exegese mee te nemen. Het gaat om de boodschap en letterlijkheid kan daarvan afleiden.’

Jonge Nederlandse imams, dat kan ook helpen, denkt Karrat. Als een van onze gelovigen een vraag stelt aan een imam uit Saoedi-Arabië, dan krijgt die persoon een antwoord uit de Saoedi-Arabische context. Als een Turkse imam zegt: ‘Allah beschermt ons land’, dan bedoelt hij Turkije. Het is beter om een ‘Nederlands’ antwoord op een Nederlandse vraag te krijgen.

Deze imams zouden in hun preken ook actuele onderwerpen moeten meenemen, benadrukt Karrat.

Maar zijn belangrijkste boodschap is dat we liefdevol met onze jongeren moeten omgaan. ‘Een jongere die dreigt te ontsporen, moeten we een alternatief kunnen bieden. We moeten ze niet als gevaar beschouwen, maar als een persoon met soms heftige emoties.’

Oercatastrofe
‘De oercatastrofe was 9/11’, vindt Nourdin El Ouali. Hij is pedagoog en fractievoorzitter van Nida, een door de islam geïnspireerde Rotterdamse politieke partij. ‘Daarvoor hield ik me helemaal niet bezig met geloof, maar daarna was ik opeens DE moslim. Ik vond dat niet makkelijk.’ Maar nu is hij hoopvol. ‘Ik zie een grote groep moslimjongeren die in een moeilijk politiek klimaat zijn plek opeist, eventueel met het paspoort in de hand. “Ik ben in Nederland geboren. Ik hoor hier ook!” Er zijn ook veel mensen die afstand nemen van uitspraken als ‘minder, minder, minder’ of die zich verzetten tegen de benoeming van iemand als Guido van Woerkom (als nationale ombudsman, red.) vanwege een negatieve opmerking die hij vier jaar daarvoor over Marokkaanse taxichauffeurs had gemaakt.’

Wat kunnen we doen tegen de spanningen in de samenleving, vraagt ook El Ouali zich af.
‘In al onze diversiteit moeten we opstaan en ons verenigen’, is zijn antwoord. ‘We zijn als samenleving zwak als we uitgaan van collectieve schuld. Niemand in deze zaal is verantwoordelijk voor welke aanslag dan ook. We zijn sterk als we uitgaan van collectieve verantwoordelijkheid. De samenleving geven we met elkaar vorm. Het zou helpen als alle politici, op lokaal en nationaal niveau, dit zouden uitstralen. We moeten de rijen sluiten, want die aanslagen, die zijn gericht op ons allemaal.’

Opvoeding
Tijd om het gesprek met de zaal te gaan voeren (met daarin het voltallige college van bestuur). ‘Wat gaat er mis in de opvoeding’, vraagt een student pedagogiek. El Ouali denkt dat het grootste probleem is dat het voor veel jongeren moeilijk is om een positief zelfbeeld te ontwikkelen als je gezien wordt als potentieel gewelddadig. Ook hij denkt dat het van het grootste belang is dat ouders hun kinderen onvoorwaardelijk liefhebben. Als je basis is dat je geaccepteerd wordt voor wie je bent, sta je sterk in het leven. Als je je niet geaccepteerd voelt, ben je kwetsbaar. Daarin schieten opvoeders weleens tekort.’

Hoe gaan we om met radicalen?, vraagt een ander. ‘Als er echt sprake is van haat, moet je op school in ieder geval opschalen’, zegt El Ouali. ‘Dan hebben we de schoolpedagoog nodig, soms de autoriteiten of hulpverleners. Sommige jongeren hebben een psychiatrische of persoonlijkheidsstoornis en dan is psychische hulp nodig. Als je weet hebt van potentieel gewelddadig gedrag, dan geef je ze aan. In het belang van de samenleving én in hun belang.’

‘Zolang er geen sprake is van geweld, moeten we begrip tonen. Probeer zo’n jongere te zien als je eigen kind. Voor je eigen kind zou je alles doen om hem of haar te redden’, zegt Karrat.

En Karaaslan wijst ook naar het onderwijs zelf. ‘Het pta (programma van toetsing en afsluiting) en de methodes staan centraal. Er is te weinig aandacht voor onderwerpen als radicalisering, seksuele geaardheid, drugs. De eerste bezuinigingen zijn altijd op het vak maatschappijleer, terwijl ik vind dat dat het belangrijkste vak is.’ In een zaal met veel docenten maatschappijleer krijgt hij met deze opmerking de handen gemakkelijk op elkaar.
‘En in het curriculum van de lerarenopleiding zou aandacht moeten komen voor de verschillen tussen zwarte en witte scholen. Ook daar is wel wat te winnen.’

Een mbo-docent vraagt zich af wat hij moet met complottheorieën als: die aanslagplegers zijn geen moslims, dat zijn zionisten. Herkenning in de zaal. Karaaslan geeft hem als tip mee om in zo’n geval te vragen: ‘Oké, laten we er even vanuit gaan dat dat klopt: wat doen we dan? Wat is dan jouw rol, of de mijne? Dan heb je een draadje voor een gesprek in handen waarmee je een ingang hebt om later kennis over te dragen.’

Hoopvol
De belangstelling voor deze bijeenkomst was enorm. Het was full house. ‘We hadden zelfs nog een wachtlijst’, vertelt Rachid achteraf. Het gesprek ging over concrete onderwerpen en de bezoekers gingen weg met tips en informatie waar ze echt wat aan hadden, bleek naderhand uit gesprekjes met de bezoekers. De stemming was hoopvol. ‘Het lukt ons wel om samen door deze tijd heen te komen.’

Tekst: Dorine van Namen
Beeld: Font Awesome

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

4 Responses to Debat: ‘Na 9/11 was ik ineens dé moslim’

  1. Het is vooral belangrijk voor autochtone Nederlanders(dus ook docenten en studenten) dat ze zich meer verdiepen in de achtergronden van het conflict in het Midden-Oosten en de gevolgen daarvan die we in het “Westen” ondervinden. De nederlandse media informeren vaak nogal eenzijdig vanuit een “westers” standpunt die wat al te makkelijk door veel mensen wordt overgenomen als de “waarheid”.
    Aanbevelenswaardig zijn de boeken van de Vlaamse oorlogscorrespondent Rudi Vranckx over bovenstaande problemathiek. Zeer informatief vwb de geschiedenis(hij is historicus) en geschreven vanuit de ervaringen van de gewone mensen in de oorlogsgebieden. Bovendien deed en doet hij veel veldonderzoek in de wijken waar veel moslims wonen in West Europa(oa Moolenbeek). Andere schrijvers die ik kan aanbevelen zijn
    Robert Frisk en Amin Maalouf.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top