Eerste evaluatie prestatieafspraken
Gepubliceerd: 6 January 2015 • Leestijd: 1 minuten en 52 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.De ministers van Onderwijs en Economische Zaken vinden dat universiteiten en hogescholen hard genoeg werken aan hun eigen profiel. Daarom behouden ze de financiering die daarvoor bestemd is. Over twee jaar volgt de evaluatie van de prestatieafspraken over studiesucces.
Het gaat om twee procent van de overheidsbekostiging voor de komende twee jaar. De bewindslieden baseren zich op een tussentijds advies van de reviewcommissie, die de voortgang van de prestatieafspraken beoordeelt.
De instellingen herordenen hun onderwijs, schrijft minister Bussemaker goedkeurend, en ze vormen zwaartepunten in hun onderzoek.
Studiesucces
De tussentijdse beoordeling gaat niet over het studiesucces van studenten en andere ‘kwantitatieve indicatoren’, waarover de instellingen ook prestatieafspraken hebben gesloten. Daarop worden de instellingen pas over twee jaar afgerekend.
Sommige instellingen wijzen op het risico dat het studiesucces een doel op zich wordt en ten koste gaat van de kwaliteit. Dat is niet de bedoeling, onderstreept de minister in de brief. ‘Het gaat erom een kwaliteitscultuur te stimuleren, een cultuur waarin kwaliteit van onderwijs en onderzoek wordt bevorderd.’
De reviewcommissie heeft overigens wel even naar de doelstellingen op het gebied van studiesucces gekeken, zonder een oordeel te vellen. Universiteiten lijken hun doelen wel te halen: steeds meer academische studenten ronden hun opleiding op tijd af. Maar hogescholen krijgen het lastig.
Van de overheidsfinanciering is zeven procent gereserveerd voor prestatiebekostiging. Twee procent daarvan is voor profiel en zwaartepuntvorming. Vijf procent hangt af van een waaier aan indicatoren, waaronder het studiesucces van studenten: hoeveel halen hun diploma en hoe snel doen ze dat?
Liever kwaliteit dan rendement
Bussemaker wil niet op de eindbeoordeling van hogescholen vooruitlopen, maar zegt wel dat ze liever het niveau ziet stijgen dan het ‘rendement’ van de opleidingen. Mochten de hogescholen uiteindelijk op hun budget worden gekort omdat het studiesucces te laag is, dan gaat het slechts om een beperkt bedrag, meent Bussemaker: een derde van die vijf procent, oftewel 1,7 procent.
Tussenstand HR
Ook de Hogeschool Rotterdam heeft prestatieafspraken gemaakt over studiesucces. In het jaarverslag van 2013 wordt de tussenbalans opgemaakt. In 2015 wil de HR dat de eerstejaarsuitval minder dan 25 procent is; in 2012-13 was dat nog 27,3 procent. Minder dan 11 procent voltijdstudenten zou in 2015 na een jaar binnen de HR moeten switchen naar een andere studie; in 2012-13 was dat 13,6 procent. Ook wil de hogeschool dat in 2015 minimaal 65 procent van de voltijd bachelorstudenten in vijf jaar tijd afstudeert, maar in 2012-13 was dat percentage 59,7 procent en dus heeft de HR nog een flinke slag te maken.
Centres of expertise
In het hbo zijn, zoals afgesproken, ook zeventien centres of expertise opgericht. Daarin werken hogescholen en bedrijfsleven samen aan praktijkgericht onderzoek. Slechts één ervan krijgt in de tussentijdse beoordeling een onvoldoende en verliest zijn bekostiging. Dat is het centre of expertise persoonlijk meesterschap van Hogeschool de Kempel en enkele andere kleinere pabo’s. Dit centre zich richt op ‘bezielde professionaliteit’ in het onderwijs en de jeugdzorg, maar de toekomstige financiering is onzeker en de projecten zijn nog niet ver genoeg gevorderd.
HOP, Bas Belleman/Profielen
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top