Ingezonden: ‘Stop het rendementsdenken!’
Gepubliceerd: 15 April 2015 • Leestijd: 2 minuten en 37 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Rendementsdenken bedreigt het onderwijs, ook op de Hogeschool Rotterdam, betoogt Maartje Fokkema, docent algemene economie bij het instituut voor financieel management, lid van de IMR en de CMR.
Kortgeleden maakte de ME een eind aan de bezetting van het Maagdenhuis. Als de aangerichte schade straks hersteld is, verdwijnen de eisen en bezwaren van de UVA-studenten naar de achtergrond. Dat is jammer. Zij hebben namelijk, met hun acties, de vinger gelegd op een beleidsverschijnsel dat het hele onderwijs bedreigt: rendementsdenken. Ook in de Hogeschool Rotterdam is dit aan de orde. Rendementsdenken kleedt het onderwijs uit en leidt tot verschraling van de onderwijsinhoud.
Met ‘rendementsdenken’ wordt bedoeld: het uitsluitend nastreven van financieel rendement. Bestuurders die zich laten leiden door rendementsdenken kennen alleen waarde toe aan opbrengsten die uit te drukken zijn in geld of tot een geldbedrag herleid kunnen worden.
In het onderwijsbeleid is deze manier van denken de afgelopen decennia dominant geworden. Niet langer heeft onderwijs tot doel kinderen en studenten in brede zin te ondersteunen in hun vorming en ontwikkeling. Het wordt vooral gezien als een investering in toekomstige arbeidskrachten die moeten bijdragen aan de groei van het Bruto Binnenlands Product. Alles wat daar niet rechtstreeks mee te maken heeft, verdwijnt naar de achtergrond. Dit geldt in het gehele onderwijs, van basisschool tot HBO en universiteit.
De bron van deze ontwikkeling ligt bij de centrale overheid. Het beleid vanuit ‘Den Haag’ is tegenstrijdig: aan de ene kant zijn onderwijsinstellingen meer en meer gemodelleerd naar marktorganisaties die hun eigen koers kunnen varen, aan de andere kant probeert de overheid de koers bij te sturen in de door haar gewenste richting. Dit gebeurt met financiële prikkels. In het HBO kennen we bijvoorbeeld diplomafinanciering en prestatieafspraken. Klaarblijkelijk denken politici dat bestuur en medewerkers van een school alleen met geld te motiveren zijn om zich in te spannen voor belangrijke zaken als het verbeteren van de onderwijskwaliteit en tegengaan van studie-uitval.
De gebruikte beleidsinstrumenten werken als perverse prikkels. Instellingen gaan allerlei programma’s optuigen om te voldoen aan de eisen van en afspraken met de overheid. Excellentieprogramma’s zijn een voorbeeld. Zij zijn bedoeld om de overheid te garanderen dat er binnen onze hogeschool gewerkt wordt aan onderwijskwaliteit. Een ander voorbeeld is de druk op docenten om het toetsrendement te vergroten. Een hoger toetsrendement, meer studierendement en uiteindelijk – waar het allemaal om gaat – diplomarendement.
Een HBO-opleiding is een diploma-fabriek. Iedereen binnen de organisatie probeert de studenten aan studiepunten te helpen (European Credits genoemd, ook al een term die naar de financiële wereld verwijst). Als alle punten bij elkaar gesprokkeld zijn, kunnen zij ingeruild worden voor een diploma. Studenten voegen zich in dit systeem en zijn nauwelijks bereid om iets te doen wat geen studiepunten oplevert. Culturele vorming, een brede maatschappelijke oriëntatie, aandacht voor achtergrondvakken – daarvoor is geen ruimte meer. Alles moet direct toepasbaar zijn in het toekomstige beroep en beloond worden met studiepunten.
De huidige generatie studenten komt hierdoor zwaar tekort. Een deel valt uit, voornamelijk door gebrek aan motivatie. Wie wel een diploma haalt, na vier tot zeven jaar, wordt geacht een aantal beroepscompetenties te beheersen. Maar de beginnende beroepsbeoefenaren missen de culturele en maatschappelijke context waarbinnen zij hun beroep gaan uitoefenen.
Hierbij roep ik iedereen binnen de Hogeschool Rotterdam op te stoppen met rendementsdenken. Een paar stellingen als handvat:
1. Het College van Bestuur moet stoppen met het maken van prestatieafspraken. Dan komt er meer beleidsvrijheid om te werken aan echte verbetering van het onderwijs. Hopelijk volgen andere hogescholen het goede voorbeeld.
2. Excellentieprogramma’s zijn onzin. Wel moeten er voor alle studenten mogelijkheden zijn iets extra’s te leren en hiervan een aantekening te krijgen op het diploma.
3. Docenten moeten voldoende tijd en professionele ruimte krijgen om te werken aan inhoudelijke kwaliteit en niet onder druk worden gezet om het ‘toetsrendement’ te vergroten.
Maartje Fokkema
De redactie van Profielen is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de ingezonden stukken. De strekking van een ingezonden stuk hoeft ook niet overeen te komen met de mening van de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden brieven in te korten of te weigeren.
Helemaal mee eens. Excellentieprogramma’s ondermijnen het reguliere programma. Ze zeggen: “Het reguliere onderwijsprogramma is niet goed genoeg.” Niet dat programma, maar het excellentieprogramma wordt als normaal gezien. De rest is beneden peil.
Heb je serieus nog een kans op de arbeidsmarkt als je ‘slechts’ een opleiding hebt gevolgd, zonder iets extra’s om je CV mee te vullen? Dat ik, als student, me dat afvraag, zegt al genoeg over de maatschappij waarin we leven. Ik hoor me daar geen zorgen om te maken.
“Als alle punten bij elkaar gesprokkeld zijn, kunnen zij ingeruild worden voor een diploma. Studenten voegen zich in dit systeem en zijn nauwelijks bereid om iets te doen wat geen studiepunten oplevert.”
Momenteel ben ik bijna klaar met mijn opleiding, ik verwacht in drie maanden mijn diploma te halen. Ik heb bewust gekozen geen activiteiten die mij geen studiepunten opleveren te doen. Van mij wordt verwacht bijna €2000 euro per jaar aan studiegeld te betalen voor het volgen van mijn opleiding, iets wat ik graag doe. Voor dit geld moet echter wel gewerkt worden en dit moet in de avonduren/ het weekend. Daarnaast heb ik genoeg kosten voor levensonderhoud en ik wil ook graag iets in mijn vrije tijd doen. Ook moet ik een boete betalen als ik mijn opleiding niet binnen de gestelde vier jaar haal.
Dus heb ik de keuze: extra activiteiten naast mijn studie maar wel een studieschuld en kans op een langstudeerboete óf geen extra activiteiten en mijn diploma in vier jaar halen zonder studieschuld. Het uitvoeren van deze activiteiten kost mij op de lange termijn duizenden euro’s, dus waarom zou ik ze doen?
Beste Thomas,
De langstudeerboete is net nadat ie was ingevoerd alweer afgeschaft, dus daarover hoef je je geen zorgen te maken.
http://profielen.hr.nl/2012/langstudeerboete-alsnog-weg/
De definitie van rendement zoals verwoord door Maartje Fokkema heeft inderdaad weinig met goed onderwijs te maken, eerder met verschraald onderwijs. Binnen onze hogeschool tref ik deze denkwijze over rendement gelukkig nauwelijks aan. Zo hebben we binnen het Instituut voor Financieel Management recent indringend gesproken over het tanende studiesucces van onze studenten. We zien dat in de hoofdfase steeds meer studenten het nominale peleton moeten lossen, terwijl we weten dat ze de talenten hebben om bij te blijven. En vanuit het besef dat berusting in kille rendementscijfers geen optie is, zie ik in de dagelijkse onderwijspraktijk docenten, coaches en onderwijsmanagers zich drie slagen in de rondte werken om deze groep -koste wat het kost- weer aangesloten te krijgen.
Wat betreft de excellentieprogramma’s heb ik ook een ander beeld. Vandaag toevallig met een enkele collega’s onze gedachten laten gaan over honoursprogramma’s, niet vanuit opgelegd centraal beleid, maar juist vanuit het perspectief van studenten en docenten. Vanuit een intrinsieke motivatie zien we mogelijkheden voor een veel bredere groep. Om maar even bij wielertermen te blijven: de kopgroep mag best vaart maken, daar gaat het hele peleton ook harder door fietsen!
Het betoog van Maartje (lid CMR) maakt me blij.
Eindelijk een meer fundamentele benadering van de kijk op studeren en maatschappelijke ontwikkeling. Zij legt m.i. de vinger op de zere plek. Is deze maatschappij eigenlijk wel bereid te investeren in de toekomst (van haar kinderen). Of denken we liever met zijn allen alleen maar aan effecten op korte termijn?
Daar ziet het wel naar uit. M.i. is dat mogelijk de opmaat naar het einde van deze (onze volgens Wilders superieure) cultuur. Of kunnen we het tij nog keren? De bonuscultuur de nek om draaien? Uitgeprocedeerde asielzoekers voorzien van bed en brood? Zelf afzien van dubieuze extraatjes? Genoegen nemen met ietsje minder ten behoeve van oost- en zuideuropa etc? Of gaan we de strijd aan met andere (soms stokoude) culturen.
Voor de HR betekent dat kiezen tussen oude confrontatie ideeën en soepel meebewegen met de getijden van het heelal.
Daar wil de CMR in ieder geval een paar danspassen aan bijdragen.
Mvg Fons van Maldeghem
Duidelijk betoog van collega-raadslid Maartje, ik sluit me daarbij aan!
@Rob Ketelaar: Ik vraag me af of het nog over dezelfde hogeschool hebben?
Wellicht treft u rendementdenken nauwelijks aan binnen ‘onze’ hogeschool, maar ik merk het tegenovergestelde.
Zie bijvoorbeeld:
– Prestatieafspraken worden wellicht niet behaald;
Link http://profielen.hr.nl/2015/de-problemen-rond-studiesucces-zijn-indringend/
– Vergaande plannen over opschroeven BSA/herkansingsmogelijkheden (verder) beperken
Link: http://profielen.hr.nl/2015/onvoldoendes-compenseren-grote-verrassing-voor-cmr/
– SLC lesuren die in het teken staan van het ‘geforceerd’ invullen van de NSE met ‘perverse prikkelen’
Link: http://profielen.hr.nl/2015/beinvloeding-nse-alles-voor-een-goede-score/
Ziet u de bovenstaande voorbeelden dan niet als onderdeel van rendementsdenken?
@SELCUK
In mijn reactie heb ik duidelijk proberen te maken dat er naast de systeemgerichte maatregelen waar jij het over hebt, heel veel aandacht is voor de menselijke kant van het vraagstuk. En dat voel en zie ik in de dagelijkse praktijk in ONZE hogeschool!
Dat Thomas refereert aan die langstudeerdersboete kan ik me wel voorstellen. Inderdaad was die ook weer snel van de baan. Daar heeft Dorine gelijk in. Maar het blote feit dat die boete bijna wel was ingevoerd, zou mij als student verontrusten en voorzichtig maken. Als je ergens niet van op aan kunt, is het wel onderwijsbeleid. Of dat nu door bestuur of door overheid geformuleerd wordt.
@Selcuk,
Ik zie een Hogeschool die zich grote zorgen maakt over een deel van de populatie, uitval is hoog en studiesucces blijft achter. Er wordt veel geld en menskracht vrijgemaakt om daar wat aan te doen (studiesucces). Bij evaluatie blijkt dat al die inspanningen helaas weinig resultaat hebben gehad. Ik vind het bijna beledigend en misbruik van de term rendementsdenken om dit daarmee weg te zetten.
Het begint erop te lijken dat de term rendementsdenken meer en meer misbruikt wordt om veranderingen te categoriseren en daarmee in een kwaad daglicht te stellen. Mij bekruipt het gevoel dat de (ook mijn) CMR helaas die richting uit lijkt te gaan.
“het uitsluitend nastreven van financieel rendement” hoort niet bij een onderwijs instelling. Sterker nog in het huidige (nieuwe organisatie “unbossed”) denken, waar onder andere human-centered economisch denken meer en meer als relevant wordt gezien voor succesvolle productiviteit, wordt dit uitsluitend nastreven van financieel rendement ook bij bedrijven en bedrijfsleven als te een-dimensionaal en niet meer succesvol gezien.
Conclusie: dus uitsluitend nastreven van financieel rendement is “niet oke, niet succesvol en meer en meer contra-productief”. Of anders: “meer dan een beetje dom”.
Ik ben echter van mening dat het begrip rendementsdenken tekort wordt gedaan als we dat enkel en alleen koppelen aan dat uitsluitend nastreven van financieel rendement. Een negatieve connotatie geven aan rendementsdenken is gelijk aan het diskwalificeren van onder-wijzen. Als we het hebben over de verhouding tussen de output en de input in een bepaald proces (= rendement) wordt daarover nadenken een positieve aktiviteit. Het zou jammer zijn het leren, onderwijzen, talent ontwikkelen, nieuwsgierig maken, onderzoeken, kennis opdoen en je eigen maken (allemaal gericht op positieve “deltas”) een verdachte aktiviteit wordt omdat het zomaar als “rendementsdenken” zou kunnen worden gezien.
@Mans van de Vendel, Ik ben het helemaal met je eens. We moeten duidelijk onderscheid maken tussen het kwantificeren van onze ambities en “rendementsdenken.” Ambities om je studie op tijd af te ronden mag namelijk best en je mag studenten ook best actief aansporen om dat te gaan doen. Waar we echter wel voor moeten uitkijken, is het uithollen van het studio inhoudelijke programma en het verlagen van de lat, zodat meer studenten het op tijd halen. Inflatie van de Bachelor titel ligt dan op de loer.
Het zuivere rendementsdenken ben ik trouwens nog niet echt tegen gekomen op de Hogeschool Rotterdam. Tot nu toe vind ik het CvB, de onderwijsmanagers en de directeuren altijd erg redelijk. In mijn ervaring staan ze altijd open voor het dialoog.
Ik denk dat het probleem van rendementsdenken, meer tussen de oren van de studenten zit. Dat gekraak van het maagdenhuis vind ik trouwens echt typisch A’dam grachtengordel gedoe. Als je je als student stoort aan iets op de HR, stroop je mouwen eens op en kom met een constructieve oplossing. Zet een studievereniging op en organiseer zelf eens een excursie of een workshop. Beetje eigen initiatief mag best. Sterker nog, ik durf te wedden dat de HR het zelfs zal ondersteunen. Als je culturele verbreding wilt, ga eens werken als vrijwilliger in Rotterdam.
P.s. De studenten van de HR zijn de machtigste van Nederland. Wij hebben hier zelfs (via de CMR) instemmingsrecht op de begroting en worden actief mee genomen door het CvB bij het opstellen er van. Nee, de tools zijn er, nu nog die Rotterdamse mentaliteit.
@Rob Ketelaar
Voor de ‘menselijke kant’ van het verhaal zowel door het CvB als door de instituutsdirecteuren is er zeker aandacht, in mijn ogen zelfs bovengemiddeld waarover ik meerdere malen mijn waardering en tevredenheid heb uitgesproken in diverse settings.
Zie Link: http://profielen.hr.nl/2015/de-nieuwe-hogeschool-komt-traag-uit-de-startblokken/ onder ‘‘Op de Hogeschool Rotterdam luistert het bestuur echt’’
Echter zie ik ook de voorbeelden die ik in mijn vorige reactie heb geplaatst. Dergelijke zaken zie ik steeds vaker voorbij komen en dan zet ik vraagtekens bij het onderwerp ‘rendementsdenken binnen de Hogeschool Rotterdam’.
In mijn vorige reactie heb ik dan ook met 3 concrete voorbeelden het probleem geprobeerd te benoemen waarop ik niet echt een antwoord van u heb gekregen. Ziet u de voorbeelden nou wel of niet als onderdeel/gevolg van rendementsdenken?
@Mans van de Vendel:
Uiteraard is het niet de bedoeling om de vele gewaardeerde inspanningen van het CvB en de directeuren in het kwaad daglicht te zetten.
Zowel het CvB, directeuren, onderwijsmanagers, OOP als docenten denken dagelijks over hoe het onderwijs beter kan.
Dat merk en voel ik in mijn omgeving en ben super trots op ALLE medewerkers van de HR voor de bovengemiddelde inzet.
Echter zie ik een aantal voorbeelden, sommige geïnitieerd door het CvB/instituutsdirecteuren en sommige geforceerd door ‘Den Haag’ waar ik faliekant tegen ben door het achterliggende doel ‘rendementsdenken’.
Het benoemen van deze constateringen zou toch niet per direct moet vallen onder ‘misbruik’ van het begrip?
@Arthur:
Zoals ik al in een vorige artikel heb verwoord:
‘Ambitie en rendement zijn inderdaad niet gelijk. Ambiëren is ook niets mis mee, wel met ambiëren met als doel (alleen) een hogere rendement’.
Ambiëren moeten we vooral doen, daar worden wij als studenten uiteindelijk beter van! Sterker nog zie ik dat als een plicht van elke student en geef je dan ook gelijk wat betreft ‘Rotterdamse mentaliteit’, prachtig verwoord!
PS: We zijn inmiddels niet meer de enige met instemmingsrecht op de begroting. De afgelopen maanden zijn door studentenprotesten toezeggingen gedaan door diverse CvB’s en de minister.
Beste collega’s en studenten,
Het woord ‘rendementsdenken’ leidt in de actualiteit tot veel verwarring. Ik kon in mijn ingezonden stuk niet zoveel kwijt op theoretisch gebied. Maar er bestaat een uitgebreider discussiestuk van mijn hand, met definities, bronverwijzing etc. Mail me als je daarin geïnteresseerd bent, dan stuur ik het toe.
Maartje Fokkema
Ook op basisscholen is het groeiende ‘rendementsdenken’ gebaseerd op toets resultaten, een verschraling van het funderend onderwijs. Een kind is zoveel meer dan zijn/haar resultaat op taal of rekenen. Het ‘rendementsdenken’ motiveert inderdaad niet. De maatschappij heeft behoefte aan breed ontwikkelde kinderen en studenten. Vaardigheden zoals kritisch denken, probleem oplossend vermogen, creatief denken, reflectie, samenwerken, nieuwsgierig en zoveel meer.. naast de cognitieve ontwikkeling.
Ik zag dat van onze lector Amos van Gelderen (geen familie voor zover ik weet) een artikel over rendementsdenken is gepubliceerd in ScienceGuide:
http://www.scienceguide.nl/201504/karikatuur-van-de-rationaliteit.aspx
@ Arthur “Ik denk dat het probleem van rendementsdenken, meer tussen de oren van de studenten zit. Dat gekraak van het maagdenhuis vind ik trouwens echt typisch A’dam grachtengordel gedoe. Als je je als student stoort aan iets op de HR, stroop je mouwen eens op en kom met een constructieve oplossing.”
De studenten in Amsterdam hebben de problemen meerdere keren aangekaart. De docenten hebben de problemen meerdere keren aangekaart. De grootste problemen in Amsterdam zijn de hoge werkdruk voor docenten waar te weinig geld tegenover staat. Ook hebben te veel docenten geen vaste contracten. Er wordt daarin tegen teveel geïnvesteerd in de gebouwen.
Het rendementsdenken zit niet bij de studenten tussen de oren. Ze zijn bezig met de situatie voor de docenten beter te maken, zodat deze zich weer kunnen focussen op waarom zij zijn begonnen aan de UVA, goed onderwijs geven. Met weinig tijd en baanzekerheid kun je helaas (te) weinig tijd besteden aan het verhogen van de kwaliteit van je onderwijs.
Ik vind het een herkenbaar stuk. Vanuit mijn perspectief is de Hogeschool Rotterdam weldegelijk een “een diploma-fabriek”. De vraag die me te binnen schiet… als we het rendementsdenken afschaffen… wat wordt dan onze “meetlat”? De focus – de Big Five – ligt naar mijn idee vooral op output en resultaat, effect/impact die een instituut als de Hogeschool heeft op de lokale samenleving, en misschien ook landelijk, is wellicht lastiger te meten dan student- of medewerkerstevredenheid. Maar het zou interesant zijn om te kijken wat het effect van een opleiding is op langere termijn. En hiermee bedoel ik niet de economische waarde die afstudeerders na 5, 10 of 25 jaar genereren, maar wat dragen ze bij aan welzijn? Of hoe helpt de Hogeschool te “veerkracht” van de lokale samenleving te versterken (zie o.a. het werk van Judy Rodin: http://www.100resilientcities.org/author/judith-rodin#/-_/). Kortom, de verschuiving van rendement (korte termijn) naar impact (lange termijn) biedt wellicht een alternatief die beter aansluit bij de oorspronkelijke raison-d’être van een opleidingsinstituut.
[…] Deze keer een ‘Ontmoeting’ die op veel plekken in Nederland nog moet plaatsvinden. Een ‘Ontmoeting’ die in Amsterdam geïnitieerd is en ook wat ontspoord, maar blijvend echoot in het hele land. Een echo die ook in Rotterdam goed te horen is, uit de hoek van de wetenschap, de student, de docent. Een ‘Ontmoeting’ over het rendementsdenken. […]
[…] Deze keer een ‘Ontmoeting’ die op veel plekken in Nederland nog moet plaatsvinden. Een ‘Ontmoeting’ die in Amsterdam geïnitieerd is en ook wat ontspoord, maar blijvend echoot in het hele land. Een echo die ook in Rotterdam goed te horen is, uit de hoek van de wetenschap, de student, de docent. Een ‘Ontmoeting’ over het rendementsdenken. […]
Het gaat natuurlijk om een column en die zijn wat polemisch gesteld. maar om nou te zeggen dat de HR op financieel rendement stuurt lijkt me toch stug. Een gezonde begroting is iets anders dan sturen op financieel rendement, lijkt me, en een gezonde begroting heet niet voor niks ‘gezond’ (voor je het weet verlies je punten…). Jammer ook dat ‘excellentie’ gelijk effe meegenomen wordt en er tóch ruimte moet zijn voor studenten om iets extra’s te doen. Gelukkig zijn we dan geheel op de goede weg: omdat studenten ‘excellentie’ ook niks vinden hebben wij (van HP zeg maar) het al jaren over honoursprogramma’s en honoursonderwijs. En waarom? Omdat het om een extra, vrijwillige inspanning van de student is die ze de ruimte biedt om zich verder te ontwikkelen. Verder dan, zo merken we, de gemiddelde student dat wil. maar als die wil, maag hij/zij ook. En gelukkig krijgen studenten als ze laten zien tot een bepaald niveau te kunnen komen daarvan inderdaad een aantekening op hun diploma. En een Honours degree als supplement. Misschien met de CMR daar eens beter induiken, er is al aan een groot deel van hun vragen (eisen?) iets gedaan. Ik kom graag een keer bijpraten anders.
Ron Weerheijm
Jemig… Ik weet niet wat ik ervan moet zeggen. Ik voel me, als medeplichtige, aangesproken:
Ik heb jaren met plezier in het honoursprogramma gewerkt en pluk daar in het reguliere onderwijs en in mijn eigen ontwikkeling de vruchten van.
Ook hoop ik het toetsrendement te verhogen, door betere toetsen te maken en die beter af te stemmen op een (extern) betekenisvolle inhoud.
Dat kan inhoud zijn waar het bedrijfsleven niet direct naar vraagt, maar waar wij onderbouwd van kunnen zeggen dat het relevant is (in honoursprogramma geleerd 😉
Ik hoop zelfs studenten te helpen die betere maatschappij te realiseren en zich zelf (en als dat dat ik zelf probeer) als subject te zien en als probleemeigenaar.
ben ik slecht? heul ik met de vijand?
Ik twijfel oprecht. Misschien moet ik mijn problemen als docent maar weer extern attribueren (den haag is altijd goed. de maatschappijk ook..) en mijn verantwoordelijkheid en ruimte terug geven.
Ik ben bekeert! De hekserij van het rendementsdenken zweer ik bij deze af. Deze kritische noot heeft me helemaal bewust gemaakt van mijn eigen absolute objectiviteit en onvermogen om goed en motiverend onderwijs neer te zetten, en ik geloof nu ook dat het door iemand anders komt. Laten we die eerst aanpakken! slaat doot! 😉
ok. dat was misschien een beetje sarcastisch en ongenuanceerd. Iedereen zijn eigen wereldbeeld er op na houden (ook geleerd in het honoursprogramma 😉
wat mij alleen een beetje bekruipt. En, waar ik zo emotioneel van word (als ik zo de berichten teruglees), dat ik het gevoel krijg dat dit beeld als “gedragen” wordt aangenomen.
Dit is niet mijn wereldbeeld. En een kleine rondgang in de team-app leverde ook uiteenlopende meningen op. Ja we moeten kritisch kijken naar ontwikkelingen, maar we moeten ons ook realiseren dat we niet in de jaren 60 leven, en dat we ook geen vakbond zijn. Onze gelederen bestaan ook vooruitdenkende docenten (en ook uit conservatieven). het bestaat uit links, maar ook rechts. Of misschien wel liberaal.
Verder vind ik het goed dat er een CMR is (“who watches the watchmen…?”). Ik heb inmiddels goed contact met mijn vertegenwoordigers. Ik hoop dat die wereldbeelden professioneel gescheiden worden als het gaat over onze inspraak.