De afspraak voor dat bezoek was al twee jaar geleden gemaakt toen de NQA het afstudeerwerk weliswaar ‘voldoende’ vond, maar de onderzoeksvaardigheden voor verbetering vatbaar. Dat had met name te maken met het gegeven dat de afstudeerders van toen het nieuwe curriculum (met daarbij vooral wijzigingen op het gebied van onderzoek) niet hadden doorlopen.

Onderzoeksvaardigheden
Reden genoeg voor de NQA om de HR onlangs weer te bezoeken en te kijken of de recente afstudeerders de onderzoeksvaardigheden uit het nieuwe curriculum hebben opgepikt. Dat blijkt nu het geval. ‘De theses voldoen aan wetenschappelijke normen en zijn methodologisch verantwoord. Het panel stelt vast dat er grote stappen zijn gezet sinds de visitatie in 2011’, aldus de NQA die bij begeleidingskunde een duidelijkere visie op onderzoek aantrof dan vier jaar geleden.

Daarbij is de NQA zeer te spreken over de manier waarop het afstudeerwerk wordt beoordeeld. Naast de afstudeerbegeleider is er een tweede beoordelaar en als naar het concept van het afstudeerwerk wordt gekeken, gebeurt dat door een monitoringscommissie bestaande uit twee externe deskundigen. Als de beoordeling van de eerste en tweede beoordelaar meer dan een punt verschilt, wordt er bovendien nog een derde beoordelaar ingeschakeld.

‘Zeer onder de indruk’
‘Wij zijn zeer onder de indruk van de zorgvuldigheid en grondigheid van deze procedure en vooral van de inzet van de monitoringscommissie in een vroeg stadium’, aldus de NQA. ‘Het panel is ook zeer positief over de kwaliteit van de feedback en de zorgvuldige afweging tussen de beide beoordelaars.’

Alles bij elkaar gaat het om een behoorlijk arbeidsintensieve procedure, realiseert de NQA zich. Als de goede resultaten aanhouden, mag de opleiding de teugels daarom wel weer enigszins laten vieren.

Zorgvuldigheid en grondigheid
‘Waar dat mogelijk is, zullen we dat zeker doen’, reageert onderwijsmanager Petra Kanters. ‘Maar wel steeds met behoud van de persoonlijke feedback, zorgvuldigheid en de grondigheid waarvoor wij nu door de NQA geprezen worden.’

Kanters is uiteraard ‘heel blij’ met het oordeel van de NQA, laat ze weten. ‘Het is een erkenning van zowel de professionaliteit als van de bevlogenheid van docenten binnen onze masteropleiding. Dat doet ons goed en het geeft ook een solide basis voor de toekomst.’

De verwachting is dat de NVAO (de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie) het advies van de NQA  binnenkort zal overnemen.

Jos van Nierop