PORTRET: 5 startende docenten op de HR
Gepubliceerd: 10 March 2015 • Leestijd: 6 minuten en 47 seconden • Beeldreportage Dit artikel is meer dan een jaar oud.Vijf docenten. Allemaal begonnen op 1 augustus of 1 september 2014. Hoe vergaat het deze starters op de hogeschool?
Ellen Groenestein is 28 jaar. Het is niet eens zo lang geleden dat ze zelf in de schoolbanken zat en de opleiding communicatie volgde aan de HAN (Hogeschool Arnhem en Nijmegen). Toch heeft ze soms het idee dat er tussen haar en de huidige studenten al een generatieverschil zit. ‘Ik herken waar de studenten mee bezig zijn, bijvoorbeeld de struggle welke kant je op wilt met deze brede studie. Maar het valt me ook op dat studenten van nu zich meer zorgen maken over de arbeidsmarkt en wat ze moeten doen om aan een baan te komen. Ik voelde me vrijer in mijn keuzes.’
Na haar afstuderen ging Groenestein aan het werk en volgde ze de master marketing communication aan Universiteit Twente. ‘Al vrij snel werd ik gevraagd om in de premaster les te geven in data-analyse en onderzoek. Dat beviel me zo goed dat ik dacht: hier moet ik iets mee.’
Als ze aan de universiteit wilde blijven lesgeven, moest ze promoveren. ‘Bovendien kun je aan de universiteit minder dan in het hbo in een kleine setting aan het werk met studenten. En dat vond ik nou juist zo leuk.’
Groenestein solliciteerde aan de HR en werd aangenomen. Ze verkocht haar huis in Arnhem en verhuisde naar Rotterdam. ‘Ik heb echt voor deze baan gekozen. Ik ben heel gedreven om mijn kennis te delen, maar het is niet altijd eenvoudig. Ik heb jongeren van zestien en volwassenen van 26 jaar in de klas. Ik wil het uitdagend houden voor de mbo’ers die al een verwante vooropleiding hebben en er tegelijkertijd zijn voor studenten die fris van de havo komen en dus wat meer uitleg nodig hebben.
‘Ik wil ook dat studenten leren omgaan met deadlines en afspraken. Maar laatst was er een studente die twee keer niet was geweest omdat haar kindje ziek was. Dat maakte indruk op me. Mijn eigen problemen als student waren toch wel anders.
‘Door dit soort situaties is het werk nu heel uitdagend voor mij. Op het moment dat die uitdaging verdwijnt, vind ik het mijn eigen verantwoordelijkheid om aan de bel te trekken. Als ik de mogelijkheid krijg, wil ik over een paar jaar misschien wel aan de slag in de onderzoekslijn van het instituut. Maar op dit moment ga ik eerst maar eens een gewoon collegejaar volmaken.’
Hans Doggen studeerde begin jaren tachtig af aan de Erasmus Universiteit. Hij had staatkundige economie gedaan, een opleiding die klaarstoomt voor een beleidsfunctie bij de overheid. Maar het was 1982 en er was geen werk. ‘De vacaturepagina’s in de Intermediair liepen terug van vijftien pagina’s naar één. In het onderwijs was nog wel werk. 28 jaar lang heb ik economie en m&o (management & organisatie) gegeven in de bovenbouw van havo en vwo.’
Toen Doggen dit najaar op de HR begon, hoefde je hem dus niks te vertellen over lesgeven. Ook de studenten waren niet eens zo heel anders dan hij gewend was. ‘Ik had meer zelfstandigheid en een hogere motivatie verwacht. Maar de voltijdstudenten zijn nog niet zo ver. Dat komt pas later in de studie. Laatst had ik zo’n typische middelbare-school-situatie aan de hand. We gingen een proeftoets bespreken. Alleen mensen die de toets hadden gemaakt, mochten daarbij aanwezig. Een jongen die ‘m niet had gemaakt, weigerde weg te gaan. “Oké”, zei ik, “dan bespreek ik de toets niet.” Na een minuut is hij onder druk van medestudenten toch opgestapt. Maar ik moet ook zeggen dat studenten van de kopopleiding en de deeltijd juist heel gemotiveerd zijn.’
Op het voortgezet onderwijs kon Doggen bouwen op een lesmethode, hier moet hij meer materiaal zelf ontwikkelen en ligt er meer administratieve druk op het werk. ‘Alles moet worden vastgelegd in verband met de accreditatie. Je kan ook niet zo maar een toets maken. Daar hoort een toetsmatrijs bij. Daar had ik nog helemaal geen ervaring mee.’
Doggen ziet dit eerste jaar als investering. Daarom kruipt hij ook ’s avonds na het eten nog regelmatig achter de computer. Hij hoopt dat die investering wordt beloond met een contractverlenging. ‘Ik wil graag blijven. Ik heb het naar mijn zin met de collega’s en studenten.’
Ze heeft lesgegeven aan een Fachhochschule in Berlijn, aan kinderen in Brazilië, op een zwarte school in de Bijlmer, maar ook aan verschillende universiteiten en aan loodgieters in het mbo. Nu is Wieke Stravens docent communicatie bij de opleiding logistiek en economie. ‘Na tien jaar te hebben gewerkt als freelance docent had ik behoefte aan een vaste uitvalsbasis. Ik kwam terecht op het mbo waar ik het vak loopbaan & burgerschap gaf aan loodgieters-in-opleiding. Het was een leuke ervaring maar loodgieters zitten niet echt te wachten op een vak met Nederlands en maatschappijleer. Ik wilde graag meer van mijn kennis en liefde voor taal kwijt kunnen.’
Ook bij de opleiding logistiek en economie lopen niet veel studenten rond die zich verheugen op vakken als mondeling communiceren, rapporteren of presenteren. Ze zijn er vooral omdat ze in de haven aan de slag willen of in de transportsector. ‘En toch’, zegt Stravens, ‘wil ik ze het besef bijbrengen dat inzicht in communicatie en goede communicatievaardigheden essentieel zijn. Deze studenten moeten straks wel een goed rapport kunnen afleveren. Dat hoort bij hun werk.’
Binnen de opleiding maakt Stravens deel uit van een team van vier communicatiedocenten. ‘Ik vind dat ik hier goed ben opgevangen. Wel wil ik vaker meekijken bij logistiek-lessen. Toen ik hier begon had ik nog niet veel kennis van het werkveld. Ik ben me nu aan het inlezen en leer van mijn collega’s. Overigens vind ik dat de verantwoordelijkheid hiervoor bij mezelf ligt.’
Wat haar los van de liefde voor haar eigen vak drijft, zijn de studenten. ‘Ik vind ze zo leuk’, zegt Stravens. ‘Zij staan bij mij op nummer één. Als ze hier binnenkomen, weten ze vaak nog niet wat ze willen of kunnen. Mijn doel is dat ze beter gaan schrijven. Op die manier wil ik bijdragen aan hun tijd op de hogeschool.’
Marinke van der Velde is een vroegbloeier in het onderwijs. Ze stond al op haar 21ste voor de klas. ‘Na het vwo ging ik naar de universiteit om biologie te studeren. In het laatste jaar van mijn bachelor volgde ik het keuzevak lesgeven. Dat vond ik zo leuk dat ik erin verder wilde. Ik kon aan de slag op een middelbare school in Hellevoetsluis. Tegelijkertijd deed ik de kopopleiding aan de HR om mijn tweedegraads lesbevoegdheid te halen. Aansluitend volgde ik de master of education zodat ik ook bevoegd in de bovenbouw van havo en vwo kon lesgeven.
‘Omdat ik direct van de universiteit voor de klas kwam te staan, heb ik in het begin veel fouten gemaakt. Je ziet nog niet goed wat er in de klas gebeurt; je bent meer bezig met de inhoud van je les. Ik moest dus snel leren.’
Misschien dat ze daarom ook weer snel toe was aan een volgende stap. ‘Ik had al bedacht dat ik ooit in het hbo wilde werken. Ik houd van het vak biologie en het is leuk als er een groter beroep wordt gedaan op je kennis. Eerder dan verwacht kwam er een vacature vrij.’
Van der Velde werkt nu drie dagen op de HR en twee dagen als freelance auteur van de lesmethode Biologie voor jou van uitgeverij Malmberg. Een extra expertise die ze inbrengt in het team. Ook haar studenten profiteren ervan. ‘Ik ben goed op de hoogte van de nieuwste vakdidactische en digitale ontwikkelingen in het biologieonderwijs. Op de HR leerde ik hoe belangrijk het is om te schakelen tussen vakinhoud en wat studenten daarmee in hun eigen klas kunnen doen.’
Blij is ze ook dat ze zelf voor colleges soms weer moet studeren. ‘De studenten hier zijn gemotiveerd en door het hogere niveau is het nodig om me extra te verdiepen in de stof. Zo word ik inhoudelijk flink uitgedaagd.’
Ze heeft een carrière achter de rug in het watermanagement. En dan bedoelen we: lange dagen, de wereld over vliegen, een switch van het grote Royal Haskoning DHV naar een kleiner bedrijf in serious gaming. ‘Zeven jaar lang heb ik keihard gewerkt’, vertelt Annebeth Loois, ‘en het was verslavend. Ik heb precies kunnen doen wat ik wilde, maar na een paar jaar was ik ook wel weer klaar met die hectiek. Naast mijn baan als watermanager heb ik altijd een dag in de week lesgegeven, eerst aan de Wageningen Universiteit, daarna bij Hogeschool Windesheim in Zwolle, en op die dag was ik gelukkig. Plezier in je werk wordt niet bepaald door wat je doet, maar met wie je dat doet. Met studenten werken, kennis delen, zorgen dat je eruit haalt wat erin zit, is voor mij het mooiste dat er is.
‘Het contrast met Zwolle is groot. Rotterdamse studenten zijn feller, recht voor zijn raap. In Zwolle hadden we geen aanwezigheidsplicht, want de studenten waren er toch altijd. Hier kun je niet zonder, anders blijft een deel gewoon in zijn nest liggen. Dat vind ik uitdagend.
‘Toen ik net begonnen was, werd ik nog ontzien door mijn collega’s. Ik heb zelfs moeten klagen: Geef me er iets bij.’ Lachend: ‘Dat had ik beter niet kunnen doen…’
Dat de dynamiek van het onderwijs anders is dan het bedrijfsleven, is iets waar Loois aan moet wennen. ‘Ik ben bijvoorbeeld bezig met het ontwikkelen van een minor. In mijn vorige baan zou ik daar in een week klaar mee zijn. Hier duurt het maanden. Ik vond dat lastig, maar mijn manager kon het uitleggen. Als je het niet goed afstemt, is er misschien niet genoeg geld of zijn er te weinig docenten beschikbaar. Dan wek je valse beloftes. Nu probeer ik mijn tempo aan te passen, en ik zie zelfs dat de minor daar beter van wordt.’
Tekst: Esmé van der Molen
Fotografie: Hans Reitzema
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top