In 2013 rezen problemen rond 33 masterdiploma’s van de opleiding media design en communicatie van de Willem de Kooning Academie die in de periode 2002-2008 zijn uitgegeven.

Deze diploma’s droegen onterecht de titel master of arts – daarover was geen misverstand. Waar wél een misverstand over was, was de vraag of de opleiding een master- of een ‘voortgezette opleiding’ (VO)-opleiding was.

Het ministerie vond dat de hogeschool deze opleiding geen master had mogen noemen, maar de VO-titel had moeten handhaven die vóór de stelselwijziging van 2002 (invoeren bachelor-masterstructuur) gebruikt werd.

De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State boog zich over de kwestie en deed op 25 februari uitspraak, maar onthield zich van een inhoudelijk oordeel over de diploma’s. Daarop volgde opnieuw overleg tussen ministerie en hogeschool. De uitkomst daarvan is dat de minister geen uitspraak doet over de titel en het diploma, maar wél concludeert dat de studenten een masterwaardige opleiding hebben afgesloten.

Blij
Ron Bormans, collegevoorzitter van de HR is blij met de uitkomst van het overleg met het ministerie. ‘We zijn de minister erkentelijk voor de constructieve opstelling bij dit juridisch lastige probleem. Als de Raad van State had geconcludeerd dat we de mastertitel niet hadden mogen verlenen, hadden wij de 33 oud-studenten een op maat gesneden opleiding bij het Piet Zwart Instituut aangeboden om hen in de gelegenheid te stellen alsnog een mastertitel te halen. Ik ben ontzettend blij dat zij nu niet in deze situatie terechtkomen.’

De problemen kwamen aan het licht toen twee oud-studenten van de bewuste opleiding zich in het buitenland gingen vestigen en daarom hun diploma door DUO, de dienst uitvoering onderwijs van het ministerie van Onderwijs, wilden laten goedkeuren.

Dorine van Namen