ADHD: ‘Zonder chaos om me heen word ik gek’
Gepubliceerd: 17 March 2015 • Leestijd: 2 minuten en 33 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.‘Hoi, ik ben Lesley en ik heb ADHD.’ Lesley gaf studenten van de lerarenopleiding een workshop over hoe je het beste met ADHD’ers kunt omgaan.
Lesley, tweedejaars communicatie en werkzaam voor het PowerPlatform (voor studenten met een beperking en/of chronische ziekte), gaf onlangs workshops over ADHD aan derdejaars studenten van de lerarenopleidingen. Tegelijkertijd waren er ook andere workshops die het PowerPlatform organiseerde om studenten voor te bereiden op lesgeven aan mensen met een functiebeperking.
‘Jullie zijn hier omdat ik moet vertellen hoe je met leerlingen met ADHD moet omgaan. Daar kan ik heel kort over zijn: dat weet ik niet.’ De kleine groep studenten die zich heeft verzameld in een lokaal op locatie Kralingse Zoom lacht. ‘Nou, dan ga ik weer’, grapt een van hen.
‘Ik bedoel te zeggen dat je geen stempel kunt drukken op ADHD’ers. Iedereen uit zich anders en heeft een andere aanpak nodig. Ik kan bijvoorbeeld helemaal niet tegen rust. Ik heb chaos om me heen nodig, anders word ik gek.’
Constant aan de pillen
Wat is ADHD eigenlijk? Lesley legt het in haar eigen, originele woorden uit. ‘We zijn allemaal studenten onder elkaar, dus dit voorbeeld kan ik best gebruiken. Ken je het gevoel dat je krijgt als je pillen gebruikt op een technofeestje? Dat krijg je omdat je lichaam dan dopamine wegneemt. ADHD’ers missen dopamine. Ik heb dus constant het gevoel dat ik een lading pillen op heb. Klinkt misschien chill, is het niet.’
Het is een hele kunst om ADHD’ers rustig te krijgen. ‘Helemaal rustig krijg je ze nooit’, vertelt Lesley. ‘Mijn belangrijkste tip: schrijven. Die drukte moet uit dat hoofd. Laat je leerling zijn gedachten opschrijven, dan kan hij het even loslaten.’
Werner (24) heeft een vraag. ‘Ik heb op mijn stage een leerling met ADHD. Als we in een computerlokaal aan het werk zijn, loopt ze constant heen en weer. Vaak heeft ze haar werk nog niet eens af of ze begint al rondjes te lopen. Hoe houd ik haar bij de les?’
‘Wees duidelijk. Maak heldere afspraken en zorg dat ze zich daar aan houdt. ADHD’ers hebben structuur nodig, anders gaat het fout’, luidt Lesley’s antwoord.
‘Ik heb chaos om me heen nodig, anders word ik gek.’
Snel afgeleid
Tijd voor een spel. Iedereen gaat in een kring staan en Lesley legt uit: ‘We gaan tot zeven tellen. Ik begin, en wijs bij het noemen van het eerste getal naar links of rechts. Wijs ik naar links, dan telt mijn linkerbuurman verder. Wijst hij vervolgens naar rechts, dan komt de beurt weer bij mij.’ Het tellen moet zo snel mogelijk, er is dus weinig tijd om na te denken en er moet snel worden gehandeld. Een behoorlijk stressvolle, opjagende oefening. ‘Zo voelt een ADHD’er zich dus altijd.’
Een paar minuten na aanvang van het spel wordt Lesley aangewezen om te tellen. Ze reageert niet. Zodra ze dit beseft, roept ze lachend: ‘Zie je, dit gebeurt dus heel vaak. Omdat ik even niet aan de beurt was, raakte ik afgeleid. Ik vroeg me af waarom mijn buurman in godsnaam binnen zijn jas aan heeft.’
Tenen wiebelen
Aan het einde van de workshop vraagt Lesley of er nog vragen zijn. ‘Ben jij nu rustig omdat wij rustig zijn?’ vraagt een student. ‘Haha, nee integendeel. Ik moet me heel erg focussen om niet heel druk te worden nu. Ik leg de focus bijvoorbeeld in mijn buik en wiebel constant met mijn tenen. Door me daarop te concentreren kom ik nu redelijk rustig over. Maar geloof mij, van binnen gebeurt er van alles met me.’
Femke Radder
Leuk stuk! Goed verwoord en als je meer vragen hebt, ben je altijd welkom!
Mooi beschreven en wist niet dat er eigenlijke verschillende ADHDers zijn. Hoop dat docenten vaker van zulke curcussen krijgen zodat ze wat beter voorbereid zijn.