Blog Bas: De mondige generatie
Gepubliceerd: 10 November 2016 • Leestijd: 3 minuten en 22 seconden • Bas Dit artikel is meer dan een jaar oud.Deze week was ik in de bioscoop om een bijzondere reden: mijn eigen film werd gedraaid. Het publiek? Een stel praatgrage jongeren.
Negentig in totaal. Negentig mbo-studenten die mijn film Oost West, Thuis Best bezochten met één begeleidster. Mijn film werd vertoond in verband met de herdenking van de Kristallnacht (als je niet weet wat dat betekent, google het eens). Naast de studenten, hun begeleider en ikzelf waren de organisatie van de herdenking en een aantal cast- en crewleden van de film aanwezig.
Tijdens de film werd er veel gemompeld, gediscussieerd en gepraat. Als kunstliefhebber vind ik dat vreselijk. Toch zie ik het steeds vaker. Een paar maanden terug was ik in Amsterdam in de bioscoop, het is de hele film niet stil geweest. Voor mij als filmbezoeker erg afleidend. Toen ik een paar weken terug in Rotterdam een orkestuitvoering zag, had ik dezelfde ergernis: fluisterende mensen.
Ook nu hoorde ik achter me de studenten continu fluisteren. Ze waren niet ingelicht dat er cast- en crewleden waren en wanneer zij het niet eens waren met een acteur/actrice zijn/haar spel, de special effects, de plot-lijn of wat dan ook, werd dat (luidkeels) verkondigd.
Naast me zat het bestuur van de herdenking. Ze werden onrustig van het gepraat. Het waren mensen die gewend waren hun mond te houden wanneer een oudere sprak, tijdens een voorstelling of wanneer iemand zijn mening verkondigde. Respect tonen. De stille generatie wist niet wat zij moesten aanvangen met de mondige generatie. Aan de andere kant van mij zaten de castleden. Ook zij begonnen nerveus te worden. Jezelf op een groot scherm zien terwijl mensen fluisteren en lachen is confronterend.
‘Jezelf op een groot scherm zien terwijl mensen fluisteren en lachen is confronterend.’
Misschien speelde het mee dat ik de film al meerdere keren had gezien, maar ik ergerde me niet aan het geluid. Ik keek niet meer naar de film, maar luisterde naar wat er gezegd werd. Naast het zo nu en dan klagen (verplicht film kijken is altijd een dooddoener), werd er veel gediscussieerd. Inhoudelijk over de film, over de verhaallijn, over Trump die zojuist verkozen was. Was dit nu echt het juiste moment om maatschappelijk te gaan discussiëren? Waarschijnlijk niet. Maar ze deden het wel. En dat deed me goed.
Ik kreeg excuses van de begeleidster, van de organisatie en een wat droevige blik van de castleden op mijn weg naar het podium. Mij was gevraagd om nog veertig minuten een discussie te leiden en een gesprek te voeren. De organisatie en de begeleidster gingen ervan uit dat ik een reprimande zou geven aan de studenten.
Dat deed ik niet.
Voordat ik überhaupt begon met praten over de film, de discussie erachter of de Kristallnacht complimenteerde ik de groep. Ik hoorde mezelf zeggen dat ik het geweldig vond dat ze durfden te discussiëren en hun mening te geven.
Ik hoorde het mezelf zeggen en vroeg me af: meen ik het ook?
En ik dacht: ja. Ja. Want wat hebben we veel om over te praten. Wat hebben we veel om over te discussiëren. En wat is het belangrijk (zeker op een herdenking van de Kristallnacht) om mensen niet het zwijgen op te leggen, maar hun mening te laten ventileren. Ik heb ze een compliment daarover gegeven en wat volgde, was een zeer vruchtbare discussie en een hard applaus voor de aanwezige castleden.
Iedereen ging tevreden de zaal uit. De studenten, omdat ze een middagje niet naar school hoefden en nu snel naar huis konden. De organisatie, omdat ze onder de indruk waren van de argumenten die de studenten gaven. De castleden, omdat er gelukkig niet om hen was gelachen, maar om hoe herkenbaar situaties waren.
En ik? Ik ging ook tevreden naar huis. Ik gaf de dappere begeleidster een hand, de organisatie eveneens, en dronk met de castleden nog wat na. Generatie mondig beheerst misschien geen perfecte timing, maar ze laten wel van zich horen.
En dat hebben we nu meer nodig dan ooit.
Ben is een normale jongen uit een gezin dat niets te kort komt. Totdat zijn vader ontslagen wordt en langdurig zonder werk zit. Ondanks vele sollicitaties lukt het hem niet om een nieuwe baan te vinden. In het bijzijn van zijn zoon geeft hij buitenlanders hiervan de schuld, want die pikken immers onze banen in. De eerste antipathie tegen buitenlanders wordt op deze manier in Ben opgeroepen. Als er korte tijd daarna ook nog een Syrische vluchteling (Karim) in zijn klas geplaatst wordt, die bovendien goede maatjes wordt met zijn vriendinnetje, groeien Bens antipathieën uit tot haat.
Aan het eind van de film worden er een aantal confronterende vragen gesteld. Heeft iemand dit zien aankomen? Zijn de problemen van Ben gesignaleerd op school of bij de ouders? Zijn ze aangekaart bij de hulpverleningsinstanties?
Interessant en begrijpelijk wat je frustratie betreft.
Wellicht niet te vergelijken maar tijdens hoorcolleges of in de les zie ik dit ook steeds vaker terug en jaren terug ben ik begonnen met het filosoferen en zoeken naar een oplossing!
Mijn conclusie was dat we met alle technologische en maatschappelijke ontwikkelingen als (wereld)bevolking toe zijn aan verandering. Met name op het gebied van technologie en interactieve(re) werkvormen valt er winst te boeken en wellicht een oplossing voor het probleem.
Concreet als voorbeeld heb ik het volgende: Bij een symposium met honderden aanwezigen werd er gebruik gemaakt van technologie. De organisator had een bedrijf ingeschakeld die m.b.v. een online platform (smartphone app) de gasten op interactieve wijze betrok door real-time te kunnen reageren op stellingen/polls. Het geluid/overlast door de gasten was minimaal doordat iedereen een medium had om te reageren en iedereen was goed betrokken ondanks de lange duur van het evenement. De presentator was goed voorbereid en kon moeiteloos het overzicht behouden, super om mee te maken!
Met andere woorden: wellicht is het interessant om juist de gelegenheid te bieden aan de ‘veroorzakers’ van de overlast d.m.v. een andere vorm van bijeenkomsten organiseren, voornamelijk als je kijkt naar hoe huidige en toekomstige generaties met technologie omgaan (Snel/efficiënt/real-time) is dit meer een vereiste dan een behoefte als het gaat om betrokkenheid!
Dit zou zomaar ook voor hoorcolleges, bioscopen, tentoonstellingen en andere soorten bijeenkomsten een prima oplossing kunnen zijn! De hogeschool zou zomaar een kartrekker hierin kunnen zijn door heel simpel interactieve hoorcolleges te verzorgen.