Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
19 september 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Ingezonden: Nederlands is belangrijk, maar ook Berbers, Papiamento en Frans

Gepubliceerd: 1 November 2016 • Leestijd: 2 minuten en 35 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Veel studenten van de hogeschool spreken naast Nederlands en Engels ook Turks, Arabisch of Sranan. Geef de moedertaal van studenten een plek in het onderwijs, betoogt docente Christine Pleisner. ‘De pedagogische en didactische uitdaging voor de Hogeschool Rotterdam is om alle studenten te stimuleren om hbo-vaardig te worden in meerdere talen, ook hun thuistaal.’

pleisnerHet werd tijdens de jaaropening nog maar eens benadrukt: een goede taalvaardigheid in het Nederlands is essentieel voor goede kansen op de arbeidsmarkt en in de samenleving. Collegevoorzitter Ron Bormans voegde daaraan toe dat Engels de verbinding vormt met de rest van de wereld. Als docente Nederlands en Engels kan ik de waardering voor deze twee talen alleen maar toejuichen. Hopelijk leidt dit tot nog meer aandacht voor goed taalbeleid en adequate taalondersteuning van alle studenten. Nederlands is immers de taal waarin de meeste van onze studenten afstuderen. Het werkveld eist bovendien dat werknemers over een uitstekende taalvaardigheid beschikken. De verengelsing in de wereld neemt daarnaast alleen maar toe; Engels is de mondiale ‘lingua franca’.

De exclusieve aandacht voor Nederlands en Engels is echter een gemiste kans. De hogeschool moet er juist aan willen bijdragen dat mensen ook excellent worden in hun ‘thuistaal’. Een uitstekende beheersing van je moedertaal is namelijk een voorwaarde om vaardig te worden in andere talen. Een fundamentele scheiding tussen de taal die je privé spreekt (thuistaal) en de taal van het onderwijs (vrijwel overal Nederlands) kan onbedoelde neveneffecten hebben en het studiesucces van grote groepen studenten eerder bemoeilijken dan stimuleren. Slecht nieuws dus, want dit kan de schooluitval negatief beïnvloeden.

In deze tijd van globalisering is meertaligheid bovendien een grote plus. De Europese Unie ziet dat belang en heeft daarom als doelstelling dat alle Europeanen drie of meer talen spreken. Ook het bedrijfsleven staat te springen om werknemers die hun talen spreken. Voor veel van onze studenten geldt dat ze naast Nederlands en Engels een derde taal spreken. Dit varieert van Arabisch, Papiamento, Turks en Duits tot Berbers en Albanees.

De pedagogische en didactische uitdaging voor de Hogeschool Rotterdam is om alle studenten te stimuleren om hbo-vaardig te worden in meerdere talen, ook hun thuistaal. Door de thuistaal van studenten een plek te geven in het onderwijs, versterken we hun basis om vaardiger te worden in andere talen. Bovendien zorgt expliciete waardering van hun moedertaal voor een gevoel van eigenwaarde. En zoals elke docent weet is dat een voorwaarde voor de persoonlijke ontwikkeling van studenten, naast kwalificatie en socialisatie een van de doelstellingen van ons onderwijs.

Hoe zou de hogeschool veelgesproken thuistalen van studenten een plek kunnen geven binnen het onderwijs? Moedig studenten aan om naast het Nederlands en/of Engels ook andere talen die ze al beheersen op hbo-niveau verder te ontwikkelen. Dit kunnen ze in eigen tijd doen (de digitale wereld biedt eindeloze mogelijkheden), maar de HR zou ook bijvoorbeeld een keuzevak als ‘Schrijven in het Arabisch op academisch niveau’ kunnen aanbieden.

Laat studenten hun kennis van de thuistaal inzetten. Elk jaar lopen er Nederlandstalige studenten stage op Curaçao of Aruba. Het zou mooi zijn als zij voorafgaand aan hun stage een basiscursus Papiaments kunnen volgen. En dat deze gegeven wordt door studenten van wie Papiaments de thuistaal is. Laat studenten daarnaast nadenken over hoe zij hun vaardigheid in de thuistaal kunnen inzetten tijdens hun loopbaan of voor de samenleving. Hoeveel van onze studenten zouden, indien zij dat willen, een bijdrage kunnen leveren aan de verstoorde verhouding tussen Nederland en Turkije? Een laatste voorbeeld van de plaats die we meertaligheid kunnen geven binnen het onderwijs is het Language Café op de Kralingse Zoom waar iedereen op woensdag heen kan om op een leuke manier verschillende talen te oefenen.

Maar als iedereen overal de eigen thuistaal spreekt, krijgen we dan geen Babylonische toestanden, waarbij studenten elkaar niet meer verstaan?

Nee, de keuze is niet alleen Nederlands of alle talen; de keuze is om ruimte te geven aan de meertaligheid van al onze studenten en deze te stimuleren zodat we didactische en pedagogische doelen bereiken. Want zoals de Engelse auteur en journalist Geoffrey Willans zei: ‘You can never understand one language until you understand at least two.’

Christine Pleisner
Docente Nederlands en Engels
Afdeling Toelatingsexamens en ondersteunend onderwijs

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

17 Responses to Ingezonden: Nederlands is belangrijk, maar ook Berbers, Papiamento en Frans

  1. Een gebrekkige beheersing van het Nederlands moet niet worden gecompenseerd door dan maar de moedertaal te verbeteren. Het eigenlijke probleem is dat er thuis geen, dan wel slecht Nederlands wordt gesproken. Een poging hieruit voortvloeiende problemen (schoolverlaters, werkloosheid, vervreemding van de maatschappij) te verbeteren door de ‘thuistaal’ te ondersteunen is niet alleen symptoombestrijding, maar ook een voortzetting van het multiculturele laissez-faire-denken dat tot de eeuwwisseling de integratie van niet-Westerse allochtonen heeft doen mislukken.

    Mevrouw Pleisner benoemt zelf al het probleem, namelijk het thuis niet spreken van goed Nederlands. Laten we dat probleem dan alstublieft oplossen met het zo vroeg mogelijk geven van taallessen voor basisschoolkinderen met een taalachterstand. Uiteraard moet daarnaast gezorgd worden dat “nieuwe Nederlandsers” de taal leren beheersen. Ten slotte is het onderwijs ook nog steeds in het Nederlands en wil ‘de baas’ later een medewerker die gewoon goed Nederlands spreekt.

    Mocht het toch nodig zijn om meer taalonderwijs te geven op het HBO, laat dan dan de taal zijn van de belangrijkste handelspartners van Nederland, zodat het bedrijfsleven iets heeft aan de taalvaardigheid van de toekomstige werknemers. En die belangrijke handelspartners spreken geen Arabisch of Papiaments of Turks, maar nog steeds Duits, op grote afstand gevolgd door respectievelijk Engels, Frans, Italiaans en Spaans.

    Het feit dat het zo belangrijke Duits niet eens als keuzevak gevolgd kan worden lijkt mij een grotere uitdaging voor de HR dan het voortborduren op mislukte politieke erfenissen.

  2. Wat een interessant en belangrijk pleidooi voor het ontwikkelen van meertaligheid, waardoor de HR (nog meer) kan bijdragen aan het vormen van wereldburgers, en tijdens de studie de achtergrond/cultuur van de studenten waardeert en in het onderwijs trekt.

  3. Ik ben docente Engels en Business Communication aan RBS en ook actief in de Polyglot Community, een groep meertalige mensen die van talen houden. Ik ben net terug van de 4e Polyglot Gathering (in Thessaloníki) en heb daar onder andere een lezing bijgewoond over precies dit onderwerp. Wellicht interessant voor jou
    Equal Rights to the Curriculum: Promoting Home Languages in the Classroom – From Theory to Practice
    ◾Eithne Gallagher Zie voor haar website: http://www.eithnegallagher.net/
    Ik ben ook de initiatiefnemer van het Language Café, zie https://www.facebook.com/search/top/?q=language%20caf%C3%A9%20%40%20rotterdam%20business%20school, wat bedoeld is om mensen met verschillende moedertalen bijeen te brengen om het leren van talen in een gezellige omgeving te faciliteren en te stimuleren.

  4. Laten we dan ook Limburgs, Fries, Brabants, Gronings, Zeeuws en Drents toevoegen 🙂

  5. Als reactie op Stefan hierboven. Je schrijft het volgende:

    “Mevrouw Pleisner benoemt zelf al het probleem, namelijk het thuis niet spreken van goed Nederlands. Laten we dat probleem dan alstublieft oplossen met het zo vroeg mogelijk geven van taallessen voor basisschoolkinderen met een taalachterstand. Uiteraard moet daarnaast gezorgd worden dat “nieuwe Nederlandsers” de taal leren beheersen. Ten slotte is het onderwijs ook nog steeds in het Nederlands en wil ‘de baas’ later een medewerker die gewoon goed Nederlands spreekt.”

    Er zitten een aantal veronderstellingen in je bericht, die niet kloppen. Het thuis niet spreken van Nederlands hoeft niet ‘de’ oorzaak te zijn voor een taalachterstand, zie artikel: http://www.volkskrant.nl/magazine/turks-helpt-bij-nederlands-leren~a990106/. Het gaat met name om het niveau van de taal die thuis gesproken wordt. Zo is jaren vaak tegen ouders die gebrekkig Nederlands spreken tijdens rapportavonden feedback gegeven als: ‘u moet thuis meer Nederlands spreken’. Dit helpt natuurlijk niet. Iemand die de taal slecht spreekt, gaat de taal echt niet beter kunen aanleren door het vaker (slecht) te spreken. Het gaat om het niveau, dus in dit geval kan er thuis ook goed Engels, Turks, Marokkaans, Frans gesproken worden. Het kind leert dan veel woorden aan en kan dat ook sneller leren in het Nederlands.

    Het is overigens niet zo, dat enkel ‘nieuwe-Nederlanders’ (wat overigens nog steeds een slechte verwoording is van hier geboren en getogen Nederlanders, wat mij betreft gewoon Nederlanders) meer taalachterstand hebben dan kinderen wiens ouders geen migratieachtergrond hebben. Het is een bekend fenomeen dat in de randstand jongeren in algemeen taalachterstand hebben, het klopt echter wel dat kinderen met migratieachtergrond hier vaker en in percentages meer in zijn vertegenwoordigd.

    Tenslotte leven we in het jaar 2016. ‘De Baas’ wilt allang niet meer dat zijn personeel enkel in het Nederlands spreekt, maar zoekt juist actief en steeds vaker naar meertalige werknemers, dus dat stimuleren kan geen kwaad lijkt mij. Dat iemand in de basis een goede taalbeheersing moet hebben lijkt mij ‘logisch’, maar dat kan juist gestimuleerd worden met beheersing van taal op zich en niet enkel 1 taal.

  6. In een ideale wereld spreekt iedereen minstens 2 talen en beheersen ze de talen ook nog op een niveau waar ze hun gedachtes duidelijk kunnen uitdrukken in woord en schrift. In dat opzicht ben ik het eens met mevrouw Pleisner. Volgens de wetenschap blijkt meertaligheid ook eens voordelen te hebben voor de algemene ontwikkeling van een persoon.

    Mijn probleem begint echter wanneer zij dezelfde rechten wilt geven aan verschillende talen (door het voor studenten mogelijk te maken hun moedertaal te gebruiken op de Hogeschool). Maar niet alle talen zijn gelijk. Een taal is net zoveel waard als de aantal sprekers van een taal + de hoeveelheid informatie die in de taal beschikbaar is. Vandaar dat bijvoorbeeld Engels zoveel waard is, het internet én de wetenschap is Engels. Een taal als Papiamento en Surinaams daarentegen zijn zwaar achterhaald en mogen niet op dezelfde plank worden gezet als Engels. Die twee talen hebben heel ruim genomen 5 miljoen sprekers en heel weinig informatie (boeken) is beschikbaar in die talen. Vanuit Economisch perspectief valt Berbers ook weg en hebben we de toch de talen die al gegeven worden op de middelbare school namelijk Engels, Duits en Franse.

  7. Ik ben het pertinent oneens met Jasons formule voor de waarde van een taal. Er sterven dagelijks talen uit omdat de laatste sprekers ervan overlijden en linguïsten zijn juist bezig zoveel mogelijk van die talen te “conserveren’, te bewaren voor het nageslacht, omdat elke taal, hoe “klein” ook, waarde heeft. De classificatie van een taal als “achterhaald” getuigt van weinig kennis van de linguïstiek en van weinig empathie voor sprekers van de kleinere talen.
    Waarom is het een probleem voor je, Jason, als studenten hun moedertaal mogen gebruiken op de Hogeschool? Hier op de Rotterdam Business School vieren we juist onze taaldiversiteit als rijkdom, het is ons kapitaal! Ik nodig je van harte uit om eens bij ons te komen kijken en ervaren hoe dat werkt en dan kan ik je meteen bijpraten over de “waarde” van talen.
    Ik ben het overigens helemaal eens met Halil en oneens met Stefan. Als taaldocent (Engelstalig opgevoed) weet ik dat het niet uitmaakt welke taal er thuis gesproken wordt, als het maar een talige omgeving is.

  8. De assumptie van Stefan dat je geen twee talen naast elkaar kan leren, is erg jammer. Veel van onze studenten zijn het ultieme voorbeeld dat het wel kan en mijn collega-taaldocenten komen vaak ook uit zo’n tweetalige omgeving. Waar we voor moeten waken, is het onderscheid tussen Nederlands beheersen op moedertaalniveau en dit ook qua spelling en schrijfstructuur beheersen. Iedereen leert schrijven nadat hij heeft leren spreken, al dan niet in dezelfde taal, maar dat gaat niet vanzelf. Gebrekkige beheersing komt niet voort uit het onderdrukken van het een ten behoeve van het ander, maar uit minder aandacht voor dit soort ontwikkeling. Laten we de face-value van een taal (de spelling en grammatica) vooral niet verwarren met de interne waarde ervan, namelijk of iemand in die taal uit de voeten kan door te spreken, informatie erin op te zoeken, begrijpen wat er om hem heen gebeurt. Aan de face-value kun je en moet je werken, of iemand de interne kant nou ook al perfect beheerst of niet.
    Jason, volgens mij suggereert de schijfster helemaal niet dat de thuistalen eenzelfde waarde moeten krijgen als Nederlands, maar dat ze ook een plekje krijgen, bijvoorbeeld met een keuzevak. Laten we wel wezen, de waarde van een taal is niet alleen uit te drukken in het aantal sprekers en hoeveel boeken erin zijn. Jij slaat zelf bijvoorbeeld het Mandarijn Chinees over, toch echt de allergrootste taal ter wereld. Ietwat toegenomen belangstelling ten spijt, zie ik hier geen pleidooien dat we allemaal Mandarijn moeten gaan leren. Dat hoeft ook niet, want andere factoren maken dat het minder belangrijk is voor ons: geografische afstand, handelsrelaties, historische factoren, etc. Het betekent ook niet dat je de taal die iemand van huis uit meekrijgt in de hoek mag zetten. Voor jou is Papiamento misschien niet relevant, maar voor iemand die dat als kind heeft geleerd wel. Dit is voor die persoon de taal van emotie, van thuis, van eigenheid. Taal en identiteit zijn meestal heel sterk met elkaar verbonden en jouw koele afkeur ervan doet geen recht aan het gevoel dat de eigen taal oproept. Erkenning van die taal op de Hogeschool, ook al is het in beperkte vorm met een keuzevak o.i.d., is dan gelijk een erkenning van de personen die deze taal spreken. Bovendien is voor dat bedrijf dat zaken doet met Curaçao wel heel handig dat er iemand rondloopt die deze taal op moedertaalniveau beheerst. Dat is veel meer een niche dan Engels, natuurlijk, maar hij is er wel. Ik zie nog de studente die met een redelijk laag niveau Duits toch een stage in Duitsland scoorde, omdat zij van huis uit Russisch meebracht en dus de Russische markt voor hen ging onderzoeken.

  9. Twee talen tegelijk leren kan heel goed. Vele studenten zijn daar het ultieme voorbeeld van. Helaas zijn er ook complete stadswijken met inwoners die daar bepaald niet het ultieme voorbeeld van zijn. Geen goede beheersing van de moedertaal, geen goede beheersing van het Nederlands.

    De enige manier om dit te verbeteren is te zorgen dat kinderen al op jonge leeftijd deze talen goed ontwikkelen. En dan bij voorkeur het Nederlands, omdat dat de taal is waarmee onze maatschappij is ingericht en die je dus nodig hebt om volledig te kunnen functioneren in dit land. Het is een illusie om te denken dat beide talen op latere leeftijd nog verbeterd kunnen worden tot excellent niveau door een keuzevak Arabisch of Papiaments te volgen.

    Als we het over doelstellingen van de hogeschool hebben dan is dat nog steeds het voorbereiden op het werkveld. En ongetwijfeld zijn er werkgevers die blij zijn met een Turks of Papiaments sprekende werknemer. Feit blijft nog steeds dat er geen mogelijkheid op de hogeschool is om Duits als keuzevak te volgen, een vak dat voor alle bedrijfskundige en economische opleidingen verplicht zou moeten zijn omdat ‘de baas’ daar nog steeds de meeste zaken mee doet.

    Laten we dus eerst de problemen oplossen die in serieuze maten bijdragen aan de doelstelling van de hogeschool, namelijk het opleidingen voor het toekomstig werkveld. Een goede beheersing van in economisch opzicht marginale talen draagt daar simpelweg niet genoeg aan bij om daar de aandacht op te richten.

  10. Nee, de taal die bij kinderen ontwikkeld moet worden is niet bij voorkeur het Nederlands, dat is bij voorkeur de taal die de ouders spreken. Economisch marginaal is een andere manier om te zeggen dat jij het onbelangrijk vindt, maar alleen via de eigen taal zorg je ervoor dat de omgeving taalrijk is, want heel Turks, Marokkaans of Papiaments is stukken beter dan half Nederlands. Nederlands leren komt er dan bij vanaf de peuterspeelzaal of eerder via kinderopvang. Dat kan prima. Ga maar na bij jezelf: je leert een tweede taal vanuit de eerste, waardoor je niet het concept hoeft te leren, alleen een nieuw label. Gebrekkige taalopvoeding maakt dat je ook de concepten nieuw moet leren, een ultiem recept voor achterstand dat overigens net zo goed geldt voor kinderen van Nederlandse ouders die niet worden voorgelezen of alleen maar voor de tv zitten.
    Een keuzevak zal niemand optillen naar excellent niveau, maar het signaal dat ervan uit gaat is krachtig: jouw taal doet ertoe. Als Nederlander begrijp je dat misschien niet, maar het is denigrerend en belastend om iemands taal als minderwaardig af te schilderen, zoals jij helaas doet Stefan. Ik ben opgegroeid in Brabants dialect en daar heb ik me wel eens voor geschaamd, omdat je weggezet wordt als dom, boers en wat nog niet meer. Maar de rijkdom van die taal, en daarmee welke taal dan ook, komt uit de warmte en het gevoel dat je er zelf bij hebt. Iemand die daar lacherig over doet, het onder het tapijt wil schuiven of minder belangrijk vindt, begrijpt gewoon niet de kracht van de taal die je als eerste hebt geleerd. Dat is JOUW taal, nu en altijd. Door studenten een kans te geven ook dat deel van zichzelf verder te ontwikkelen, erken je hen als heel persoon en geef je ze de kans om trots te zijn op wat ze kunnen, in plaats van te vragen dat ze het verstoppen. Want in Nederland mag een Amerikaan bagger Nederlands spreken, elke poging vinden we grappig en wordt aangemoedigd met een “oh, wat goed” terwijl een spreker van een “mindere” taal die toch maar vooral zo snel mogelijk achter zich moet laten. Dat is toch krom?
    En dit alles zegt niets over het leren van een derde, vierde of vijfde taal zoals bijvoorbeeld Duits of Frans, waar iedereen zich aan zou moeten kunnen wagen. Overigens hebben we binnen het economisch domein daar een speciale opleiding voor, namelijk die waar ik voor werk, International Business and Languages, waar je naast Engels ook twee talen moet kiezen uit Duits, Frans of Spaans. Er wordt dus wel degelijk aan de “baas” gedacht door de 200 eerstejaars van ibl.

  11. Ik begin met te bekennen dat ik niet alle reacties heb gelezen, maar de start-tekst van Christine Pleisner zelf. Ik ben het uiteraard met haar eens dat eenieder zou moeten worden aangemoedigd om zijn/haar moedertaal maximaal te beheersen: meer dan genoeg onderzoeken, betrouwbare onderzoeken, die aantonen dat de moedertaalbeheersing de motor is van alle andere intellectuele vaardigheden, inclusief de beheersing van het Nederlands. Nooit ouders aanmoedigen om hun kind in een taal op te voeden die ze zelf niet (goed) machtig zijn. Dat de opvoeding anderstalig is dan de school- en leefomgeving is irrelevant, ALS die opvoeding maar talig is. Daar ontbreekt het vaak aan. Bij kinderen uit intellectuele Marokkaanse of Turkse kringen vind je echt geen taalachterstand, niet in de moedertaal en ook niet in de Nederlandse taal.
    Of de Hogeschool de mogelijkheid kan bieden om enkele moedertalen tot op hbo-niveau te ontwikkelen, is zeker het onderzoeken waard. Dan zal er op basis- en voortgezet onderwijs ook al schoolse taalontwikkeling moeten zijn geweest.
    Wat ik altijd vreemd heb gevonden, is dat Turks en Arabisch, eventueel Berber nooit als moderne vreemde talen zijn aangeboden als mogelijkheid in het voortgezet onderwijs (en als gevolg daarvan ook in een hbo-lerarenopleiding).
    Niet vergeten dat organisaties als Stichting NOB, de Taalunie, Stichting INIO, Stichting Ibid, etc. veel moeite doen om Nederlandstalige kinderen in het buitenland hún moedertaal op schools niveau te laten handhaven en verder ontwikkelen.

  12. Ik wil even stilstaan bij de opmerking van Bart dat “Turks en Arabisch nooit als moderne vreemde talen zijn aangeboden als mogelijkheid in het voortgezet onderwijs” want dat is niet waar. Leerlingen kunnen in het Turks en Arabisch examen doen en voorafgaand daaraan les krijgen in het vo, van vmbo tot vwo, zie http://www.examenblad.nl

  13. Bedankt voor jullie reacties. Geeft mij ook inzicht.
    Mijn bedoeling met deze tekst was vooral een stukje bewustwording creëren dat er ontzettend veel meertalige studenten rondlopen bij de HR. Een keuzevak is inderdaad veel te weinig om je taalniveau te ontwikkelen. Beter zou zijn om bij het ontwikkelen van taalbeleid ook na te denken over hoe we de vaardigheid van studenten in andere talen dan Nederlands kunnen waarderen en stimuleren. En hoe we hun kennis van andere talen kunnen gebruiken om Nederlands (als voertaal) te versterken. Het Platform voor Meertaligheid heeft dat ook als doel http://www.multilingualism.humanities.uva.nl/uncategorized/meertaligheid-in-het-onderwijs-elke-taal-telt-mee/. Hun motto is ‘Een vreemde taal mag in de klas, de eigen taal helpt in de klas, de thuistaal telt in de klas!’

  14. Heel goed verhaal. “Een uitstekende beheersing van je moedertaal is namelijk een voorwaarde om vaardig te worden in andere talen.” Dat is de spijker op zijn kop.
    De moedertaal kan niet genoeg ontwikkeld worden, maar het is ook belangrijk om zo jong mogelijk de taal van het onderwijs goed onder de knie te krijgen. Ik heb zelf jaren op Curaçao gewoond en het Papiamentu redelijk onder de knie gekregen en gezien dat vrijwel alleen leerlingen die twee- of drietalig worden opgevoed succesvol zijn in het (Nederlandstalige) onderwijs. Alleen je moedertaal (Papiamentu) beheersen, en dan in een vrijwel “vreemde” taal les krijgen in het basisonderwijs wordt vaak een mislukking, zeker als je ook op het schoolplein alleen je moedertaal spreekt.
    De moedertaal blijft los daarvan altijd essentieel om je emoties goed in te kunnen uitdrukken. Talen om puur economische redenen als “achterhaald” aanduiden is te dom voor woorden. Het leren van zo’n “achterhaalde” taal leert je ook relativeren. Zo leer je bijvoorbeeld in te zien dat de de dingen die het Nederlands zo’n moeilijke taal maken, vaak overbodig zijn! Denk aan geslachten, verbuigingen e.d. In het Papiamentu worden ook de tijden veel eenvoudiger en efficiënter gevormd dan in het Nederlands bijvoorbeeld, zonder dat dat iets afdoet aan de functionaliteit. Vond ik heel leerzaam. Dat ook in het Engels geslachten en verbuigingen een veel kleinere rol spelen dan in het Nederlands, heeft denk ik bijgedragen aan het succes van het Engels als lingua franca.

  15. Ik heb zojuist een aantal reacties van studenten en oud-studenten bij een artikel over de opleiding chemische technologie gelezen. Ik vrees dat er eerst/ook nog goed gesleuteld moet worden aan het goed schrijven van de Nederlandse taal. Bezich? Bekwaamde docenten? Onjuiste werkwoordvervoegingen? Samengestelde woorden in tweeën gehakt na de verbindende ‘s’? Dat zijn geen typefouten, dat zijn basiszaken die niet worden begrepen. De zinsopbouw was vaak wel in orde, wat voor mij wijst op een moedertaalspreker die zulke fouten maakt. Daarnaast heb ik uit eerste hand gehoord van een docent dat er vierdejaars zijn die bijvoorbeeld denken dat je ‘beetje’ best als ‘btje’ kunt schrijven in een essay omdat dat hetzelfde klinkt. Ik hoop niet dat dat het HBO-niveau is waarover wordt gesproken in bovenstaand artikel.

  16. @Barbara: Valt “uit eerste hand gehoord” ook onder de “basiszaken die niet worden begrepen” ? 🙂

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top