Na-apen moet
Gepubliceerd: 16 February 2016 • Leestijd: 2 minuten en 52 seconden • Longread Dit artikel is meer dan een jaar oud.Beginnende studenten leren meer van goed uitgewerkte oplossingen dan van zelf problemen oplossen. Tenzij je ze vooral wilt laten zien hoe dom ze zijn.
Ergens heerst nog die gedachte dat het leerzaam is om mensen ‘in het diepe te gooien’. Dat je vanzelf leert zwemmen als de grond onder je voeten verdwijnt en het water je aan de lippen staat. Studenten worden vanaf dag één in het diepe gegooid als het om het oplossen van praktijkproblemen gaat. Ga er maar mee aan de slag, zegt je docent, in de hoop dat je iets opsteekt van je zoektocht naar een oplossing.
Vooral beginners moeten na-apen
Het hbo is gericht op het ontwikkelen van competenties, zoals problemen onderzoeken en oplossen. Praktijkproblemen of casussen zijn het daarom helemaal. Maar zijn de praktijkoplossingen dat ook?
Wetenschappers raken er na decennia onderzoek steeds meer van overtuigd dat ‘leren van problemen’ niet altijd de beste methode is. Vooral beginnelingen leren meer van het bestuderen van een goed uitgewerkte oplossing dan van het zelf maar wat aanklooien met een praktijkprobleem. Na-apen moet.
Overbelast werkgeheugen
Al in de jaren tachtig zagen wetenschappers dat beginnelingen die een moeilijk probleem aanvatten heel snel hun werkgeheugen overbelastten. Ze leren zichzelf daardoor meer fouten aan en vallen terug op stereotypen (simplistische denkshortcuts). Wellicht komt een beginner door gewoon maar wat te proberen tot een oplossing, maar hij ervaart ook meer stress en verliest zijn motivatie. Bovendien onthoud je, door eerdergenoemde overbelasting, niet hoe je tot een oplossing bent gekomen. Zeker voor beginners is het leerrendement daarom hoger als ze het trucje eerst een paar keer kunnen afkijken.
Zeker voor beginners is het leerrendement hoger als ze het trucje eerst kunnen afkijken.
Later, als studenten meer kennis en ervaring opbouwen, kunnen ze de problemen steeds meer zelf gaan oplossen. Maar dan kunnen ze het ook, zegt hoogleraar Jeroen van Merrienboer. Hij is onderwijspsycholoog aan de Universiteit Maastricht en heeft veel onderzoek gedaan naar het nut van praktijkproblemen en de bijbehorende oplossingen. In zijn ideale onderwijsprogramma worden de problemen die studenten moeten oplossen steeds ingewikkelder en krijgen ze steeds minder informatie over de juiste oplossing.
‘Het kost docenten natuurlijk veel tijd om naast een goed probleem ook een goed uitgewerkte oplossing te maken. Maar ik denk dat er ook op hogescholen veel meer met uitgewerkte voorbeelden gewerkt kan worden’, zegt Van Merrienboer, die veel in het mbo en hbo komt.
Opgeloste problemen na-apen
Voor veel docenten die studenten met een praktijkprobleem opzadelen, zal het niet per se om de oplossing zelf gaan, als wel om de weg daarnaartoe. Een probleem onderzoeken, de literatuur bestuderen, kritisch denken: een goed probleem vraagt veel van studenten. Het lijkt daarom zonde om bij het probleem ook de oplossing te serveren. Waarom zou een student zich dan nog in de stof verdiepen?
Maar, zegt Van Merrienboer, ‘je kunt studenten op veel meer manieren uitlokken om actief met de stof aan de slag te gaan. Laat studenten bijvoorbeeld aan de hand van een uitgewerkt voorbeeld onderzoeken en onderbouwen waarom de gegeven oplossing de beste is.’
Productief falen
Op zich kan het onderzoeken van een ‘open’ probleem (zonder oplossing) heel leerzaam zijn, weet Van Merrienboer. Maar dan is het wellicht beter om studenten ook niet naar een oplossing te vragen. ‘Laat studenten dan gewoon de casussen ontdekken. Wat kun je allemaal uit de gegevens opmaken? Ik werk in het medisch onderwijs. Als we studenten vragen bij dertig patiënten een diagnose te stellen, krijg je dertig diagnoses. Ook als vijftien van die patiënten helemaal niet ziek zijn.’
Soms kan het geen kwaad studenten op te zadelen met een open probleem waar ze eigenlijk nog niet aan toe zijn. Die misschien meer stress dan kennis opleveren. ‘Het kan nuttig zijn als studenten zich hierdoor realiseren dat ze nog te weinig weten.’ Noem het productive failure, zegt Van Merrienboer. ‘Maar vanwege de negatieve effecten die we vinden op de motivatie en op het leerproces, zou ik er wel zeer gedoseerd mee omgaan.’ Immers, een aaneenschakeling van failures kan nooit heel erg productive zijn.
Olmo Linthorst
Tamara van Gog & Nikol Rummel – Example-Based Learning: Integrating Cognitive and Social-Cognitive Research Perspectives, Educational Psychology Review, June 2010, vol 22, no 2. Open access.
Zeer interessant artikel.Het verwoordt het gevoel dat ik bij de opleiding soms heb