‘Onderzoek is een beladen woord’
Gepubliceerd: 26 January 2016 • Leestijd: 6 minuten en 48 seconden • Het Grote Interview Dit artikel is meer dan een jaar oud.Sinds de crisis rond het eindniveau in 2010 zijn we gaan denken dat hbo-niveau betekent dat we studenten moeten afleveren die wetenschappelijk onderzoek kunnen doen. En dat is een grote misvatting, legt de Utrechtse lector Daan Andriessen uit. Hij doet als enige in Nederland onderzoek naar de didactiek van praktijkgericht onderzoek.
Spreek niet over ‘hbo-onderzoek’ als je het hebt over het onderzoek dat in hbo-lectoraten wordt gedaan. Want dan word je vriendelijk gecorrigeerd door Daan Andriessen. We dienen te spreken over ‘praktijkgericht onderzoek’. Onderzoek dat plaatsvindt in de praktijk, dat voortkomt uit een vraag uit diezelfde praktijk en dat ‘bruikbare resultaten’ oplevert. ‘Dat soort onderzoek kan dus ook aan de universiteit plaatsvinden’, aldus Andriessen die in zijn openbare les aan de Hogeschool Utrecht in 2014 stelde dat onderzoek een beladen woord is.
‘Onderzoek is gebaseerd op het idee: eerst denken dan doen’, vertelt Andriessen. ‘In het hbo zijn we van huis uit van het doen, dus dat matcht niet altijd met onderzoek. En mensen hebben er vaak allerlei beelden bij: dat het abstract is en moeilijk. Of dat je dan statistiek moet beheersen, en dat vinden met name studenten vaak moeilijk.
‘Onderzoek is ook een beladen woord omdat het om belangen en geld gaat. Bij het verdelen van onderzoeksgeld komt het sommige partijen uit om te zeggen dat er op het hbo geen onderzoek plaatsvindt. Maar inmiddels hebben we in de afgelopen vijftien jaar laten zien dat we een serieuze partner zijn en dat er voor de praktijk heel bruikbare resultaten uit ons onderzoek komen.’
Vind jij dat onderzoek in het hbo volwassen is geworden?
‘We zijn op z’n minst goed op weg. De eerste lectoren die in 2001 begonnen, moesten echt pionieren. Zelf ben ik in 2003 bij Inholland benoemd als lector. Niemand wist eigenlijk wat onze taak was. Dat hebben we zelf moeten uitvinden en de toenmalige colleges van bestuur hebben daar ook alle ruimte voor gegeven. Sinds 2007-2008 zijn we met onderzoeksprogramma’s begonnen, zijn we gaan bundelen in kenniscentra en de laatste jaren realiseren we ons dat we ook op het gebied van kwaliteit van het onderzoek een slag kunnen maken. We weten hoe we ons onderzoek aan de praktijk kunnen verbinden, maar onderzoek doen in de praktijk roept allerlei vragen en problemen op voor de onderzoeker. Het is moeilijk.’
Wat is er zo moeilijk aan?
‘In een laboratorium heb je alles onder controle. Je kan precies zorgen dat je pipet schoon is en dat de temperatuur goed is. Je hebt optimale condities. Het nadeel daarvan is dat de situatie in het lab altijd anders is dan de situatie daarbuiten. En praktijkgericht onderzoek is ook nog eens onderzoek dat vaak in de praktijk plaatsvindt. Dat geldt niet alleen voor technisch onderzoek maar ook voor bedrijfskundig onderzoek. Als je in een bedrijf bezig bent om iets te onderzoeken en te verbeteren, dan heb je niet al die mensen aan een touwtje. Dus moet je altijd aanvullend onderzoek doen wat je in een laboratoriumonderzoek nooit hoeft te doen. En dat maakt praktijkgericht onderzoek vanuit het oogpunt van de wetenschappelijkheid, de methodologie, uitdagend.’
Op welke hogescholen staat het onderzoek er goed voor?
‘Je ziet een aantal scholen die het de afgelopen jaren serieus hebben genomen. De Hogeschool Rotterdam is daar een van, maar ook mijn eigen Hogeschool Utrecht. Verder Hanze, Saxion, Windesheim, Avans, Hogeschool van Amsterdam. Het zijn dus de grote hogescholen. Die hebben het makkelijker vanwege hun schaalgrootte. Voor de kleine hogescholen is het een stuk lastiger. Onderzoek is een kerntaak, dus ook als kleine pabo moet je er iets mee. Je ziet bijvoorbeeld dat pabo’s dan samen een lector in dienst nemen.
‘De hbo-student leert onderzoek doen, omdat hij dan een betere professional wordt. Niet omdat hij onderzoeker moet worden.’
‘Als je vervolgens naar sectoren kijkt, valt op dat in de gezondheidszorg de verbinding tussen onderwijs en onderzoek van huis uit al groot is. Juist daar zie je regelmatig dat de lector ook hoogleraar is en zijn de opbrengsten van het onderzoek goed.’
Een van de heetste hangijzers is de integratie onderzoek-onderwijs. Hoe kijk jij daarnaar?
‘Mijn eerste vraag is: moet het wel integreren? Ik heb de neiging die twee zaken uit elkaar te trekken. Er is veel verwarring over onderzoek in het onderwijs. Zeker, lectoren moeten onderzoek doen en ervoor zorgen dat het onderzoek nieuwe kennis oplevert voor de praktijk. Maar dat is niet hetzelfde als wat we hbo-studenten willen laten doen of leren.
‘De fout die we hebben gemaakt sinds de hbo-crisis rondom het eindniveau in 2010, is dat we zijn gaan denken dat hbo-niveau betekent dat we studenten moeten afleveren die wetenschappelijk onderzoek kunnen doen.’
Is dat dan niet wat de accreditatieorganisatie NVAO voorschrijft in ‘standaard 4’ over het eindniveau?
‘Nee, sterker nog, in die zogenaamde standaard 4 van de NVAO staat alleen maar dat de opleiding moet zorgen dat studenten de vastgestelde eindkwalificaties hebben bereikt. Opleidingen geven de NVAO vaak de schuld van onderzoek in het afstuderen, maar de NVAO heeft daar helemaal geen mening over gehad.’
‘Onderwijs verandert voortdurend, dus alle studenten zijn proefkonijnen.’
Dus het is een hypercorrectie na de crisis van 2010?
‘Precies, toen is die mythe ontstaan. Als je het helemaal napluist, kwam het door de commissie-Dunnewijk die onderzoek deed naar het eindniveau van een aantal opleidingen bij Inholland. Die moest ze beoordelen op eindniveau, maar mocht daarbij niet de criteria van de opleidingen zelf hanteren. Het idee was namelijk dat die te laag waren. Dus heeft de commissie een eigen set van criteria bedacht. In die commissie zaten een paar hoogleraren en die zeiden: Wij weten hoe je ziet of een student op niveau is. Dan vraag je hem om een onderzoeksscriptie te maken en dan beoordeel je die op wetenschappelijke criteria.’
Arme hbo-studenten.
‘Inderdaad.’
Dit is iets anders dan de uitspraak van de HBO-raad in 2009 die stelde dat hbo-studenten over onderzoekend vermogen moeten beschikken.
‘Dat klopt. In 2009 hebben we de lat wel degelijk hoger gelegd. We vinden dat studenten in staat moeten zijn om te onderbouwen wat ze doen, waar nodig met een bepaalde onderzoeksmethode. Zoals een goede fysiotherapeut in de behandeling van een patiënt ook onderzoeken doet. Of een ICT’er bij het ontwikkelen van zijn softwareapplicatie onderzoek doet naar de wensen van de klant, de beperkingen, de bestaande technologie en de mogelijke oplossingen. De kern is dat de hbo-student onderzoek leert doen, omdat we denken dat hij dan een betere professional wordt. Niet omdat hij onderzoeker moet worden.’
‘Een aparte onderzoekslijn in het curriculum gaat vaak ten koste van het vak.
Dat vind ik zonde.’
Jij bent er voor dat onderzoeksonderwijs deel uitmaakt van het curriculum. Hoe staat dat ervoor?
‘Veel opleidingen hebben een aparte onderzoekslijn opgetuigd die juist niet is geïntegreerd in het normale programma. Dat is uit nood geboren toen bleek dat studenten door de mand vielen bij het maken van de onderzoeksscriptie die op veel plekken is ingevoerd na 2010. De onderzoekslijn die vervolgens werd geïntroduceerd, ging vaak ten koste van de tijd van het vak zelf. Dat vind ik zonde. Nu we tot het inzicht zijn gekomen dat onderzoekend vermogen tot de beroepscompetenties behoort, betekent het dat we het in het onderwijs kunnen inbouwen.
‘In het hbo is het belangrijk dat je onderzoek altijd een context geeft. Dat je laat zien waar en hoe dit in het beroep moet worden toegepast. Ik heb liever een verpleegkundige aan bed die goed kan verplegen, op een onderzoekende manier, dan een verpleegkundige die een wetenschappelijk onderzoek kan voltooien.’
Even terug naar de integratie onderzoek-onderwijs. Vind je dat een lector studenten moet kennen? Moet er een wisselwerking zijn? Of mag hij ook alleen onderzoek doen?
‘Ook voor mij is belangrijk dat er een verbinding is tussen onderwijs en onderzoek. Desondanks denk ik dat de directe verbinding van een student met een lectoraat niet de meest handige is. Andersom is een lector voor de klas vaak ook niet de handigste manier. Ikzelf heb bewust geen contact met studenten. Dat heeft te maken met het onderwerp waar ik onderzoek naar doe, de didactiek van onderzoek en methodologie. Dat past in geen enkel curriculum in het hbo. Maar ik zoek ook naar de grootste hefboom. Als ik met één student werk, bereik ik één student. Werk ik met één docent, dan bereik tientallen studenten. En dat geldt voor iedere lector. Je maakt de docent beter en er komen onderzoeksresultaten uit het lectoraat die het onderwijs kan gebruiken.’
Je doet onderzoek naar didaktiek van het onderzoek en dan stel je vast dat er nog best weinig over bekend is. Hoe kan dit als we al vijftien jaar bezig zijn?
‘Dat is helemaal niet zo lang. Bovendien weten we best veel over hoe het niet moet. Dus geen aparte onderzoekslijn. Niet standaard kiezen voor afstuderen met een onderzoeksscriptie. En daarbij speelt ook dat de verschillen zo groot zijn. Hoe geef je onderzoekend vermogen vorm in de kunstopleidingen of bij de Rockacademie in Tilburg? Dat is heel anders dan in een laboratoriumopleiding waar je eigenlijk al onderzoekers opleidt.’
Over de integratie onderwijs-onderzoek:
‘Moet het wel integreren?’
Hoeveel tijd verwacht je dat dit proces nodig heeft? De studenten van nu zijn toch een beetje proefkonijnen.
‘Dat vind ik niet zo erg. Onderwijs verandert voortdurend, dus alle studenten zijn proefkonijnen. Ikzelf was een proefkonijn van de Mammoetwet. Ik denk dat het hbo-onderwijs gigantische slagen heeft gemaakt in de afgelopen vijftien jaar. Daar ben ik optimistisch over. Ook minister-president Rutte heeft het gezegd: de invoering van de lectoraten heeft een grote kwaliteitsimpuls aan het hbo gegeven. We zitten nu in de fase dat veel opleidingen bezig zijn om hun afstudeerprogramma te verbeteren op een manier die recht doet aan het hbo en het onderzoekend vermogen dat studenten moeten verwerven. Vorig schooljaar ben ik wel 45 keer gevraagd voor een lezing over dat onderwerp. Ik denk dat we daar de komende vier, vijf jaar nog mee bezig zijn.’
En dan?
‘Dan heeft iedere hogeschool een grote groep docent-onderzoekers die onder leiding van meer dan 1.500 lectoren hoogwaardig praktijkgericht onderzoek doen. En bij iedere hbo-opleiding zie je dan een onderzoekslint in het curriculum en een afstudeerprogramma waarin de studenten in beroepsopdrachten laten zien dat ze klaar zijn voor hun vak.’
Tekst: Esmé van der Molen
Fotografie: Frans Hanswijk
Interessant vraagstuk zou wat mij betreft zijn: Is het doen van onderzoek op WO-niveau nog wel zo bruikbaar? WO onderzoek is in feite vergelijkbaar met de beschreven situatie uit het laboratorium. Men doet onderzoek in een omgeving die totaal anders is dan de toepassingsomgeving. Is dat wel nuttig? Als de resultaten niet in de praktijk passen of toetsbaar zijn, war is dan de waarde van de resultaten? Wat is dan de waarde van het hele theoretische onderzoek?
Zelf ben ik net klaar met een praktijkonderzoek (afstuderen HBO) en weet dus wat het is om praktijkonderzoek te doen.
@Robin Zoek de hyperloop van de TU Delft eens op. Trouwens, het hele HBO onderzoek zou niet eens bestaan als het niet op WO niveau eerst gedaan werd. Internationaal zijn de twee gelijk getrokken, wat eigenlijk hier ook zou moeten gebeuren. Overigens zijn je onderzoeksvragen niet echt objectief en dus geen goede basis voor een onderzoek. De hele discussie over fundamenteel versus praktijkgericht onderzoek is eenvoudig in te korten: zonder basis kun je niet bouwen. Als fundamenteel onderzoek niet meer gefinancierd wordt, zal dit tijdens praktijkgericht onderzoek gedaan moeten worden om verder te kunnen. We zullen toch echt moeten samenwerken met WO’ers in praktijk.
Ik schrik zeer van dit artikel … De zeer inrelevante onderzoeks norm voor het HBO zorgt ervoor dat veel HBO studenten zonder werk zitten! Dat dit niet gerailieseerd word is schrikbarend … Kijk eens naar de cijfers hoeveel HBO studenten zitten zonder werk of werk onder nivou … BV een student ICT moet zijn geld verdienen met het schrijven van softwear niet het doen van onderzoek! Zo kan ik nog 100 voorbeelden noemen.
Er moeten vak specialisten uit het werk veld ingezet worden geen lectoraten … Lectoraten behoren onderzoek te doen en HBO studenten behoren een vak te leren!
Heb HBO onderwijs is echt een grap aan het worden met dat veelal niet zegebde onderzoeks element! Ik ben net afgestudeerd aan een HBO opleiding dus ik kan het weten … De focus moet liggen op kennis en skill overdracht hiervan is momenteel op vrijwel Allen HBO studies geen spraken !!!
Ik ga een blog starten en laten zien hoeveel mensen Leiden onder deze extreme onzin!
Iedereen student is een proefkonijn … Hoe kunt u dat zeggen iedere student is zeer waardevol en moet gevormd worden met goede en profesionele kennis input …
[…] dit interview met Daan Andriessen worden een aantal vragen beantwoord die de basis leggen onder de huidige ideeën over […]
Beste Amadeo Brands,
Ik ben het helemaal met je eens. De norm voor studenten voor onderzoek is in de afgelopen jaren verkeerd neergelegd. De fout die we hebben gemaakt sinds de hbo-crisis rondom het eindniveau in 2010, is dat we zijn gaan denken dat hbo-niveau betekent dat we studenten moeten afleveren die wetenschappelijk onderzoek kunnen doen. Daarmee is de aandacht inderdaad teveel afgedreven van het vak naar onderzoek.
Dit heeft ook gespeeld bij ICT opleidingen en het is heel vervelend te horen dat jij daar blijkbaar ook slachtoffer van ben geworden. Er is wel veel gebeurd het afgelopen jaar en langzaam maar zeker zie ik de slinger weer de goede kant op gaan. Opleidingen zijn nog wel zoekende hoe ze dan wél kunnen zorgen dat ze hbo ICT-ers zo op kunnen leiden dat ze op strategisch niveau in organisaties kunnen functioneren en op een goed onderbouwde manier met innovatieve producten kunnen komen. Hoe dat het beste kan weten we nog niet precies. Daarbij moet iedere student met respect en als individu worden behandeld. Gekeken moet worden wat de individuele talenten zijn en hoe die zo goed mogelijk kunnen worden gestimuleerd. Je hebt gelijk, het zijn zeker geen proefkonijnen.
Praktijkgericht wetenschappelijk is geen misvatting maar een voorwaarde voor verantwoorde HBO beroepsuitoefening.
Sinds 2001, met de instelling van de eerste lectoraten, wordt al nagedacht over wetenschappelijk praktijkgericht onderzoek in het HBO, de discussie is mogelijk verhevigd in 2010 door de crisis over het eindniveau. We onderschrijven de uitspraak van Daan Andriessen dat dit onderzoek voort moet komen uit vragen die leven in de praktijk, uitgevoerd moet worden met de praktijk en dat de resultaten een bijdrage gaan leveren aan diezelfde praktijk. Echter het is een misvatting om er van uit te gaan dat dit onderzoek dan dus niet wetenschappelijk is. Onderzoek is alleen van waarde als het volgens wetenschappelijk criteria wordt uitgevoerd en dus valide uitkomsten oplevert. De HBO professional moet in staat zijn zijn/haar eigen handelen in de praktijk te toetsen en wel met wetenschappelijk verantwoorde methoden. Dat betekent niet dat we in het HBO wetenschappelijke onderzoekers opleiden, maar wel HBO professionals die een basis van wetenschappelijke methoden beheersen om de eigen praktijk te evalueren en verder te ontwikkelen. In het lectoraat Healthy Ageing Allied Health Care and Nursing van de Hanzehogeschool Groningen spreken we dan ook consequent van praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek. Het is van belang praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek op veel verschillende manieren in het hbo-curriculum te integreren, zodat een onderzoekende houding gedurende vier jaar stap voor stap wordt aangekweekt. Denk bijvoorbeeld aan de vele intrigerende verhalen rondom doorbraken binnen vakgebieden. Deze zijn boeiend en motiveren studenten. Zij leren dan beter hoe het handelen in de praktijk is ontstaan en krijgen een perspectief op verbetering, bijvoorbeeld door onderzoek. In de toekomst zullen er meer HBO-professionals komen die uitstekend praktisch handelen combineren met praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek. Dat draagt bij aan innovatie.
Wim Krijnen
Cees van der Schans
Het HBO verzorgt zowel opleidingen voor bachelor als master. Is de bijdrage alleen voor de HBO bachelor opleidingen of ook voor de professional master?
Cees van der Schans & Wim Krijnen,
Dat is geheel afhankelijk van het type student en opleiding natuurlijk. In de frustratie van Amedeo wordt dit al aangegeven. Ja, de docent wil wellicht dingen peilen of vragen beantwoord hebben maar het komt gewoon in de ‘praktijk’ neer wat de student wil weten en moet kunnen.
Ik doceer zelf op het MBO waar ook nu geacht wordt dat de docent onderzoekende vaardigheden bezit; ik vind dit bijzonder onverantwoordelijk, ook qua de last van takenpakket. U zegt namelijk wetenschappelijke methoden maar een belangrijk onderdeel van de wetenschappelijke methodiek is validatie: Kan een bevinding herhaald worden in dezelfde omstandigheden. Daar ligt de crux.
Daarnaast, het onderwijs wordt gewoon niet voldoende gevoed door onze overheid. Vandaar dat opeens een HBO of MBO docent zelf moet nagaan wat de juiste strategie is om les te geven. Bijzonder pijnlijk. De onderzoeksresultaten vanuit universitair wetenschappelijk onderzoek zouden gewoon moeten worden gegoten in lesmethodes die een MBO of HBO kan hanteren.
Laat innovatie gewoon over aan ondernemerschap en de universiteiten die daar toewijding voor hebben.