Wat zijn jullie aan het doen?

Mario: ‘We moeten een reisvoorbereiding maken voor een gesimuleerde reis van Dublin naar Dover, en terug naar Duinkerken.’

Hoe doe je dat dan?

Mario: ‘Bij onze opdracht kregen we mee hoe lang het schip is en dat we een diepgang hebben van 8,5 meter. Aan de hand daarvan zijn we nu een route aan het plannen. Daarbij moet je op drukke punten ook rekening houden met andere schepen. Hier (Mario wijst op de kaart, red.) heb je een soort rotonde waar je veel andere schepen kunt tegenkomen.’

Maar op zee kun je daar toch makkelijk omheen?

Mario: ‘Nou, je moet natuurlijk ook naar de brandstofkosten kijken, dus kiezen voor een zo kort mogelijke route.’

Moet je je route ook vastleggen?

Mario: ‘Ja, als de route klaar is, slaan we ‘m op en gaat ie naar de docent. En later gebruiken we ‘m bij de competentietoets in de simulator die beneden staat.’

De simulator?

Martijn: ‘Dat is net de brug van een echt schip met echte beeldschermen. Je ziet ook boeien, het is alsof je echt op zee zit.’

En later volgt het echte varen…

Mario: ‘Ja, bij je stage. Dan moet je wachtlopen en kom je ook op de brug te staan.’

Maar toch niet meteen bij zo’n drukke ‘rotonde’?

Mario: ‘Nee, dan loop je wel mee met de officier.’

Je ziet je toekomst ook echt op zee?

Mario: ‘Zeker! ’t Is natuurlijk kijken waar je een kans krijgt, maar ik wil eerst m’n studie afronden en daarna de zee op.’

Jos van Nierop