Er is papier uitgedeeld. De kersverse eerstejaars worden geacht samenvattend op papier te zetten wat er wordt besproken. Wat is maatschappijleer eigenlijk? Docent Van Dijke gaat het uitleggen aan de hand van het onderwerp ‘Rotterdam’ en de verschillende benaderingswijzen, zoals de politiek-juridische en de sociaal-culturele.

Verbondenheid met de stad gaat verder dan de stadsgrens

Daar gaat de allereerste hand van een student omhoog. ‘Mag ik het ook op m’n laptop uitwerken?’, vraagt de enige student mét een laptop. Het mag, en Van Dijke gaat verder over Rotterdam dat in politiek-juridische zin een stad is binnen de stadsgrenzen maar, vertelt hij, de verbondenheid met de stad gaat verder.

De docent laat een bijna volledig ingekleurde landkaart van Nederland zien. Van Dijke: ‘Het zijn gemeentes waarin mensen een seizoenkaart hebben van Feyenoord. Die mensen voelen zich blijkbaar verbonden met Feyenoord en ik denk dus ook wel met Rotterdam. Net zoals er hier mensen wonen die zich ook verbonden voelen met bijvoorbeeld Turkije, Marokko of Suriname. De sociaal-culturele benaderingswijze is dus anders dan de juridische.’

Een van de studenten vertelt dat hij uit Zeeland komt, maar zich ook Rotterdammer voelt. Een ander uit Spijkenisse voelt hetzelfde. ‘Wij zeggen nooit dat we Spijkenissers zijn, er is altijd de Rotterdamse ondertoon.’

‘Nu mogen anderen even antwoorden’

In het leslokaal gaan de studenten steeds meer vragen stellen. Ze voelen zich blijkbaar meer op hun gemak dan aan het begin van de les, zeker de studentes die vooraan zitten. ‘Nu mogen anderen even antwoorden’, maakt Van Dijke daarom duidelijk aan de studentes die dat niet allemaal hebben gehoord. ‘Nee-hee’, fluistert de een tegen de ander. ‘Hij wil dat andere mensen ook aan het woord komen.’

De voorbeeldles gaat ook over het docentschap. Een docent moet kritisch omgaan met de informatie die hij onder andere uit lesboeken krijgt voorgeschoteld. Van Dijke: ‘Neem niet alles meteen voor waar aan, wees kritisch.’

De deur van het lokaal gaat open, een collega-docent komt kijken hoe de beamer in dit lokaal is ingesteld. ‘Oh, ik dacht dat hij veel van ICT wist’, reageert Van Dijke verbaasd als zijn collega weer is vertrokken. Van Dijke gebruikt de situatie om nog iets meer over het docentschap te vertellen. ‘Als docent moet je altijd een plan B hebben; ook zonder beeldscherm moet je je verhaal kunnen vertellen.’

‘Studeer iets waar je plezier in hebt, volg je hart’

Een docent moet ook nieuwsgierig en onbevangen zijn, gaat de docent verder. ‘Dus niet dat je als leerling ziet dat de docent vooral snel zijn pensioen wil halen, of zijn hypotheek moet betalen.’

Hij zegt het niet letterlijk, maar Van Dijke vindt dat de studenten die er in de loop van het jaar achter komen dat deze opleiding niet helemaal de juiste is, beter kunnen stoppen. Op het scherm zijn plaatjes te zien van de denker van Rodin, een man die zijn mouwen opstroopt en eentje van een rood hart. Van Dijke: ‘Studeer iets waar je plezier in hebt, volg je hart. Dan haal je het sneller.’

Het is het einde van les 1. De eerstejaars verkassen naar lokaal L 01.450 waar ze te horen krijgen welke boeken ze moeten aanschaffen.

Jos van Nierop