Blog Rajiv: Alle docenten verplicht de praktijk in!
Gepubliceerd: 7 November 2017 • Leestijd: 1 minuten en 42 seconden • Rajiv Dit artikel is meer dan een jaar oud.Als het aan docent en marketeer Rajiv ligt, gaan alle docenten met een fulltime aanstelling verplicht een dag per week buiten de HR aan het werk. Volgens hem is het een win-winsituatie.
In de drie jaar dat ik bij de Rotterdam Academy werk, hoor ik vaak dat studenten twee dingen fijn vinden: dat er casussen worden gebruikt die dicht bij hun beleving staan en dat hun docenten hybride docenten zijn: docenten die naast hun werk op de HR ook in de praktijk werken.
Cases over multinationals zoals McDonalds of Coca Cola zijn voor deze studenten minder relevant, omdat ze niet passen bij hun eigen situatie en ambitie. Deze studenten beginnen/hebben immers een eenmanszaak en starten vaak met nul euro, een groot verschil met een multinational dus. Ze hebben veel liever voorbeelden van de ondernemer om de hoek dan van een mega-organisatie.
En als een hybride docent deze verhalen vertelt, zijn ze helemaal gelukkig. Studenten vinden deze docenten geloofwaardiger. Zeker in de wereld van marketing, een wereld die steeds verandert. Waar marketinggoeroe Kotler het nog steeds heeft over de 4 p’s (plaats, prijs, product, promotie), hebben ze het in het in de praktijk liever over growth hacking. Waar ze bij businessmodellen vaak nog over een ondernemingsplan praten, hebben ze het in de praktijk steeds meer over een business model canvas, lean start-up en effectuation.
De wereld van business verandert snel en vaak loopt het onderwijs achter op deze ontwikkelingen. Iets ontstaat in de praktijk en voordat het onderwijs hiermee aan de slag gaat, is het misschien alweer verouderd. Om dit te voorkomen lijkt het me goed dat docenten met een fulltime aanstelling minimaal een dag per week actief zijn in de praktijk. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van een stage, een eigen business of detachering.
Denk aan de winst die je hiermee kan behalen: een verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, inspelen op de actualiteit, bemiddeling voor studenten (stage en banen), het werkveld als founding father voor het onderwijs, prestige, imago, invloed, noem maar op. Het nadeel: het kost geld. Want wie betaalt dit? Het ministerie? Het werkveld? Beide?
We kunnen leren van Noord-Amerika waar het gebruikelijk is dat het werkveld nauw betrokken is bij het onderwijssysteem. Sterker nog: het werkveld zorgt voor een flink stuk financiering in ruil voor mankracht, kennis en status. Een prima deal toch? Waarom hebben wij op de HR (of in Nederland?!) niet de ambitie om een hybride docentschap verplicht te stellen? Dat hoeft natuurlijk niet direct, het mag ook in stapjes. Misschien starten met een pilot binnen een opleiding of instituut? Ik zie alleen maar winnaars.
Grappig en duidelijk niet voor elke HR docent van toepassing. Bij de HBO Marof opleiding werd in het verleden (2013) een vaarstage bijna verplicht gesteld voor docenten. Met zelf 15 jaar zee ervaring en op nagenoeg alle opleidingsschepen studenten begeleiding te hebben gegeven is dat echt weggegooide tijd: je leert er niets van als docent. Gegeven het feit dat je dan ook nog aan 50 uur nog niet genoeg hebt om je taken in de 40 urige werkweek af te krijgen zie ik ook verliezers : vakdocenten die allerlei verplichtingen opgelegd krijgen waar niemand wat aan heeft.
Welk bedrijf zit er te wachten op een werknemer die maar 1 dag in de week komt en bij wie ook nog eens de prioriteit ligt bij een andere baan? En zoals hierboven al is gezegd, dit is denk niet op iedere opleiding van toepassing.
Ik ben het met je eens dat kennis van de praktijk en up to date kennis belangrijk is, maar er zitten nogal wat haken en ogen aan dit voorstel.
Docenten moeten de praktijk in, ze moeten onderzoek doen, ze moeten een heleboel vormen van onderwijs kunnen geven, van het coachen van individuele studenten die vastlopen in hun studie tot het inspireren van afstudeerders en projectgroepen. Ze moeten onderwijs ontwikkelen, en daarbij niet alleen goede ideeën hebben over doelen en inhoud maar ook het construeren van toetsen tot in hun vingertoppen beheersen… feedback geven, professionaliseren rondom de laatste actuele thema’s… en uiteindelijk kunnen we alles een beetje.
Of zullen we ervoor zorgen dat we niet als individuele docent maar als team zo veelzijdig mogelijk zijn? Dus dat de docent die met één been in de praktijk staat (maar de koude rillingen krijgt bij het woord ‘toetsmatrijs’) haar collega’s inspireert en vanuit die rol in een ontwikkelteam plaatsneemt? En dat wanneer er gezorgd moet worden voor een prachtige toets, ze een collega heeft die zich daarin gespecialiseerd heeft en dat met plezier doet?
Volgens mij worden studenten blij van gelukkige docenten. En ik denk dat docenten écht gelukkig worden wanneer ze de ruimte krijgen zich te specialiseren. Laat hen de 8 die ze vanuit zichzelf al zouden halen voor dat specialisme, doorontwikkelen naar een 9. Voor de een betekent dat de praktijk in, voor de ander het kunnen doen van onderzoek, voor een derde het lezen van literatuur en het verdiepen in een inhoudelijk thema. Tegelijkertijd: dwing docenten niet om voor het onderdeel van hun werk waarmee ze minder ervaring hebben en waarvoor ze een 6-je scoren, met veel moeite een 6,5 te halen.
Ja, zorg voor docenten binnen het team die met één been in de praktijk staan (en biedt hen die docentstage en zorg dat de rest van het team daarvan mee profiteert) maar een verplichting zonder naar het individu te kijken: nee. Ik vind mijn werk als docent prachtig, maar ik ben superwoman niet.
Bij de opleiding Logopedie aan de HU was dit verplicht: 50% eigen praktijk, 50% aanstelling als docent. Niet elke logopedist was natuurlijk meteen een goede docent. Wel was er een goede koppeling tussen praktijk en onderwijs.
Ik heb zelf Vertalersopleiding gedaan, daar had ook elke docent een eigen bedrijfje ernaast. Niemand werkte 40 uur in het onderwijs. Ik herken het enthousiasme dat we als studenten hadden voor de praktijkvoorbeelden.
ik vond het zelf verbazingwekkend dat er ook docenten zijn die na hun afstuderen nooit ‘gewoon’ in hun vakgebied gewerkt hebben, maar meteen docent zijn geworden. Het komt echter nog redelijk veel voor en dit worden wel vaak mensen die veel expertise opdoen in het lesgeven, wat ook heel waardevol is.
Misschien leent deze aanpak zich beter bij de ene studie dan de andere?
Wat Irene hierboven schrijft slaat de spijker op zijn kop.
En daarbij de volgende overdenking: Je bent een docent in een onderwijsinstelling, daarmee zit je toch al in de praktijk?
Besteed vooral eens aandacht aan goed en effectief onderwijs verzorgen en stuur mensen niet verplicht naar een andere beroepspraktijk dan die waarin ze dagelijks met studenten bezig zijn.