Coming-out voor Dummies
Gepubliceerd: 11 October 2017 • Leestijd: 6 minuten en 41 seconden • Longread Dit artikel is meer dan een jaar oud.Vandaag, 11 oktober, is het Coming Out Day. De dag waarop er wereldwijd wordt stilgestaan bij het moment dat homo’s, lesbiennes, biseksuelen en alle andere niet-hetero’s uit de kast komen. Omdat dat voor velen nogal een dingetje is, heeft Lieve Tosca een stappenplan gemaakt.
Waar hetero’s iedereen doorlopend over hun geaardheid vertellen en daar vaak geen seconde bij stilstaan – ooit een hetero de ruimte zien scannen om in te schatten hoe het ‘nieuws’ zou vallen voordat hij over z’n partner vertelt? – ligt dat voor homo’s net even anders.
Ondanks dat in de Grondwet staat dat alle Nederlanders in alle gevallen gelijk behandeld moeten worden, gebeurt dat niet altijd. Regelmatig is er nieuws over geweld tegen homo’s. Jongens die in elkaar geslagen worden omdat ze hand in hand lopen en meisjes die ongure teksten zoals ‘daar moet een piemel in’ naar hun hoofd geslingerd krijgen.
Moeite met het accepteren van dingen die anders zijn
Niet-hetero zijn is dus een dingetje. En dat komt vooral omdat andersgeaarden in de minderheid zijn en mensen vaak moeite hebben met het accepteren van dingen die anders zijn.
Ook op de HR zijn hetero’s in de meerderheid. Bij het invullen van het grote gender- en geaardheidonderzoek dat Profielen deed, gaf 82,6 procent van de studenten aan hetero te zijn. Van de overige studenten is 3,6 procent homo (mannen die op mannen vallen), 1,9 procent lesbisch (vrouwen die op vrouwen vallen), 6 procent bi (studenten die op mannen en vrouwen vallen), 1,6 procent pan (studenten die genderblind zijn) en 1,2 procent demi- of aseksueel (studenten met weinig tot geen seksuele interesse). 2,3 procent twijfelt nog en 0,6 procent is wéér andersgeaard.
Op jouw moment en op voorwaarden
Als je niet op het andere geslacht valt, is er vaak een moment waarop je dat voor het eerst aan je omgeving vertelt. Uit de kast komen noemen we dat. Sommige niet-hetero’s weten het hun hele leven al en hebben niet zo’n moment. Ze groeien gewoon zo op en vertellen net zo gemakkelijk over hun liefdesleven als hetero’s. Anderen worden pas op latere leeftijd voor het eerst verliefd op iemand van hetzelfde geslacht en willen dan het een en ander uitleggen.
Maar laten we, voordat we aan het coming-out-stappenplan beginnen, over een ding heel duidelijk zijn: jouw seksuele voorkeur is jouw zaak. Je hoeft deze dus alleen maar met mensen te bespreken als je dat zelf wilt. En het feit dat iemand heeft bedacht dat het Coming Out Day is, betekent niet dat je uit de kast móet. Jij mag het doen op jouw moment en op jouw voorwaarden.
En als het zo ver is, kan je deze handleiding gebruiken.
1 – Ben je er klaar voor?
Uit het grote gender- en geaardheidonderzoek van Profielen blijkt dat de meeste hetero’s al vanaf de basisschool weten dat ze op het andere geslacht vallen. Niet-hetero’s hebben meer tijd nodig om uit te vinden hoe ze geaard zijn. En als ze het dan weten, duurt het volgens het COC – de belangenvereniging voor homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transgenders – ruim drie jaar voordat ze uit de kast komen. De ‘coming in’ wordt dat genoemd en die begint vanaf het moment waarop je voor eerst warme gevoelens krijgt voor iemand van je eigen geslacht. Daarna heeft ieder z’n eigen ontdekkingstocht die duurt tot het moment dat je tegen jezelf kan zeggen: Oké, nu weet ik het, ik ben (voornamelijk) homo, lesbisch of bi.
Zoë: ‘Toen ik m’n moeder vertelde dat ik verliefd was op een meisje was ze niet geschokt. Ze zei: “Die ene met wie je de hele tijd aan het appen bent? Ik dacht al zoiets.” Daarmee was de kous af.’
2 – Wie vertel je het?
Geheimen kunnen je eenzaam maken en alleen al daarom is het goed om met anderen over je geaardheid en/of de zoektocht daarnaar te praten. Als je geen vrienden of familie hebt die je met deze informatie vertrouwt, kan het fijn zijn om steun buiten de deur te zoeken. Het COC, Expreszo en Jong & Out zijn goede beginpunten voor je zoektocht.
Als jij zelf een beetje door hebt welk gedeelte van de mensheid je de hots geeft, is het waarschijnlijk fijn om dit met je familie te delen. Al is het maar om te voorkomen dat ze het van een ander horen omdat je op een doelgroep-datingapp staat of op ‘stiekeme’ dates gaat. Vind je het spannend om het aan je ouders te vertellen, oefen het gesprek dan eerst met een ander.
Erwin: ‘Vanaf dag één van m’n studie dacht ik: Nu zullen ze het weten ook. Het was veilig, want ik kende m’n klasgenoten toch nog niet. Als ze me zouden afwijzen, had ik er ook geen last van. Dus ik vertelde het gewoon en het bleek een goede tactiek, niemand wees me af. Of ik heb het nooit gemerkt.’
3 – Gun mensen de tijd om te wennen
Jij hebt al een tijdje over jouw geaardheid nagedacht, maar de mensen aan wie je het vertelt misschien niet. Het kan zijn dat ze ervan uit waren gegaan dat je – zoals het overgrote deel van de mensen – hetero bent en even aan het nieuws moeten wennen. Omdat ze bang zijn dat je nu gepest gaat worden, of het op andere manieren moeilijk krijgt. Dat is niet geheel onterecht. Volgens het COC geven niet-hetero’s hun leven een zesje terwijl hetero’s hun leven met een acht min beoordelen. Geef mensen de tijd en word niet boos als ze het er moeilijk mee hebben. Waarschijnlijk trekken ze vanzelf bij.
Omar: ‘Toen ik m’n ouders vertelde dat ik homo was, waren ze niet blij. Ze waren bang dat ik vrienden zou kwijtraken, ongelukkig zou worden en verdrietig dat ik nooit het geluk van een eigen gezin zou kennen. Het waren lastige jaren, maar sinds ik uit huis ben, hebben we weer goed contact.’
4 – Weet waar je bent
Ondanks dat discriminatie bij de wet verboden is, worden niet-hetero’s regelmatig gediscrimineerd. Dat je uit de kast bent, betekent helaas niet dat mensen je met open armen en confettikanonnen staan op te wachten. Uit het grote gender- en geaardheidonderzoek blijkt dat 1,6 procent van de studenten weleens is gepest. Bij een ruime meerderheid van deze groep vormde de geaardheid de aanleiding voor het pesten.
Toch hebben de meeste studenten geen problemen met een niet-hetero klasgenoot. En als hij of zij een relatie zou beginnen met een andere klasgenoot, denken ze niet dat dat problemen oplevert. Maar op school handjes vasthouden, zoenen of op een andere manier klef doen, wordt van homo’s minder geaccepteerd. 2 procent van de studenten (alleen maar mannen, veelal religieus) vindt homogeweld acceptabel. Dat is iets om rekening mee te houden.
Robin: ‘Ik woon met plezier in Rotterdam-Zuid, maar mijn homovrienden komen hier liever niet. Als ze over straat lopen, worden ze uitgescholden. Ik prijs me gelukkig met mijn vriendin. Wij kunnen eigenlijk altijd en overal ongestoord hand in hand lopen.’
5 – Je blijft uit de kast komen
Als je eenmaal uit de kast bent gekomen, betekent het niet dat het voor de rest van je leven is gedaan. In iedere nieuwe sociale situatie zal er waarschijnlijk een moment komen waarop mensen over hun partner praten en jij ook iets moet zeggen. Het goede nieuws is: Hoe vaker je het doet, hoe makkelijker het wordt.
Gunnar: ‘Zowel als het mbo als op het hbo hebben klasgenoten nooit issues gehad met mijn geaardheid. En ik heb het ook nooit onder stoelen of banken gestoken. Als je er zelf vrede mee hebt, kan ik me niet voorstellen dat anderen er problemen mee hebben.’
6 – Vloeibare seksualiteit
Dat je nu homo, lesbisch of bi bent, betekent niet dat je dat de rest van je leven blijft. De seksualiteit van de meeste mensen is vloeibaar. Seksuoloog en bioloog Alfred Kinsey publiceerde in 1948 voor het eerst over zijn Kinsey-schaal: Een glijdende schaal met aan de ene kant heteroseksualiteit en aan de andere kant homoseksualiteit.
Kinsey ontdekte dat slechts een paar procent van de mensen helemaal aan het uiteinde van de schaal zit. De rest zit ertussenin en is dus in meer of mindere mate biseksueel. Ze zouden in principe op zowel mannen als vrouwen kunnen vallen. Het is dus handig om je geaardheid te zien als iets vloeibaars, je zou jezelf nog eens kunnen verrassen.
7 – People are assholes
Jij bent nu out and (hopelijk) proud en daar gaan mensen wat van vinden. Niet altijd negatief, maar hun meningen zeggen vaak meer over hen dan over jou. Je gaat waarschijnlijk hordes hetero’s tegenkomen die niets tégen homo’s, lesbo’s of bi’s hebben, maar toch de meest kwetsende/storende/bekrompen opmerkingen maken. Vergeef het ze, ze weten niet beter. En dan heb je nog de mensen uit de gayscene – van wie je verwacht dat ze ruimdenkend zijn – die bi’s en panseksuelen ‘nep gays’ vinden. Assholes. Anyhow, hieronder de meest voorkomende opmerkingen en mogelijke antwoorden.
Homo’s
Wie is het mannetje en wie is het vrouwtje in jullie relatie? Ho-mo. Wat denk je zelf?
Bij mij op de sportschool zit een homo, ik durf niet met hem te douchen hoor. En terecht want homo’s willen alle mannen doen. Altijd. Overal.
Lesbiennes
Mis je dan geen pik? Shut up!
Geil, mag ik meedoen? Tuurlijk, want we zijn lesbisch én we houden van eikels.
Wie is het mannetje en wie is het vrouwtje? Wie de ruitjesblouse past ;).
Lesbisch? Dan ben je vast nog nooit een echte man tegengekomen. Klopt, ook jij stelt me teleur.
Bi
Oh bi, ik heb altijd al een trio willen doen! Leuk voor je.
Jaja, bi. Waarom zeg je niet gewoon dat je homo bent? Omdat ik bi ben.
Transgender
En, wat zit er in je broekje? En, wat staat er op jouw bankrekening?
Wil je je laten ombouwen? Ja, ik overweeg een dakkapel.
Zo, nu weet je alles. Happy Coming Out Day. Jouw dag kan niet meer stuk! Geniet van alle regenboogvlaggen en geef je eenhoorn een wortel voor de moeite.
Tekst: Tosca Sel
Illustratie: Demian Janssen
Die Q&A is echt gewoon slecht.
Vragen die niemand stel met zogenaamde responses om te laten zien dat ze “Empowered” zijn. Cool zeg, ze kunne reageren tegen een comment-section in youtube. Stoere jongens/meisjes/watzewillen.
De Q&A is juist erg sterk, @Gast van een plek. Dit zijn dingen waarvan ik weet uit ervaring dat ze continu gesteld worden aan ‘ons’. En juist door “empowered” antwoorden te geven, geef je een signaal af dat iemand misschien een wat vreemde of nare vraag stelt, die eigenlijk helemaal de plank misslaat. Dan (hopelijk) denkt die persoon de volgende keer nog wel een keer na.