De meelifter en andere problemen. Werkt groepswerk?
Gepubliceerd: 29 November 2017 • Leestijd: 3 minuten en 43 seconden • LongreadStudenten moeten individueel leren falen, zei langstudeercoach Jean Marie Molina maandag op deze site. In 2013 publiceerden we daarover al het artikel ‘De Meelifter’. Nog steeds actueel?
Iedereen hetzelfde cijfer voor één groepswerkstuk. De ene student lift mee, de ander doet het werk. Als docenten niet heel goed opletten, leren studenten er soms bar weinig van. Dat is niet erg eerlijk en bovendien slecht voor je motivatie. Een individuele beoordeling kan helpen.
Je kent het soort opdrachten wel. ‘Maak in een groepje een verslag over dit, of een rapport over dat.’ Als je handig bent, verdeel je het werk, jas je een nietje door het eindresultaat en haal je allemaal een prima cijfer. En als je geluk hebt, zit er een perfectionist in je groepje die alles nog eens gaat zitten verbeteren en er een prachtig geheel van maakt. Dat is makkelijk scoren.
Op die laatste manier een hoog cijfer halen, is echter ronduit oneerlijk. Dat voelt iedereen op zijn klompen aan. De meeste studenten worden er bovendien niet echt blij van. Ook Sophie niet, van de lerarenopleiding biologie: ‘Bij ons is iedereen ongelukkig zodra we horen dat we moeten samenwerken. Sommige mensen doen veel meer werk dan anderen.’
En Roel, van bedrijfskunde, heeft de oneerlijkheid al geaccepteerd: ‘Bij ons gaat het samenwerken wel goed. Je hebt natuurlijk altijd meelifters, maar daar moet je niet te veel bij stilstaan. Dan krijg je alleen maar ruzie en wordt de sfeer er niet beter op.’
Is groepswerk leerzaam?
Het is niet alleen voor perfectionisten vervelend om te zien hoe anderen van hun harde werk profiteren. Ook voor de andere groepsleden is het geen leerzame manier van samenwerken. Als studenten beginnen te kreunen en te kermen omdat ze alweer een groepsopdracht krijgen, zeggen docenten steevast dat ze toch moeten leren samenwerken. Maar dan is een groepsopdracht waarbij je de taken simpelweg kunt verdelen toch zeker niet de manier om dat te leren?
Nee, dat is het niet, beaamt universitair hoofddocent Ard Lazonder, onderwijspsycholoog aan de Universiteit Twente. Hij deed onderzoek naar samenwerkend leren. ‘De taken verdelen en een nietje door het samengevoegde resultaat doen, is geen samenwerkend leren.’
Het kan heel goed werken, samen leren. Sterker nog, er is onder wetenschappers consensus dat samen leren ervoor kan zorgen dat je de stof beter beheerst dan wanneer je die in je eentje bestudeert, zegt Lazonder. Maar dan moet je niet alleen de taken verdelen in een groepsopdracht, je moet ook samen over het resultaat praten. Je leert nou eenmaal beter door de stof met elkaar te bespreken.
Opletten!
Marie-Jozé van Raak werkt bij de opleiding sociaal pedagogische hulpverlening (sph) van de Hogeschool Rotterdam en begeleidt studenten bij groepsopdrachten en projecten. ‘We laten studenten in een groep eerst aan de groep zelf werken. Welke rol neem je op je? Wat zijn de verschillende talenten van de groepsleden? Hoe ga je samenwerken?’ Ook krijgen studenten les in groepsdynamica.
Maar zelfs met de extra kennis die sph-studenten hebben, gaat het samenwerken nog niet vanzelf, vertelt Van Raak. ‘Als het fout gaat zijn sommige groepen geneigd te blijven doormodderen, maar dat is weinig effectief. Juist dan moet het besproken worden, in de groep en met de docent.’
De docent coacht het groepsproces zodanig dat studenten haar weten te vinden, ook als het fout gaat. ‘Ik maak ze duidelijk dat het geen “klikken” is als ze naar me toe komen met problemen. Als het fout gaat, hoort het bij het leerproces om daarover te praten.’
Alleen de voordelen
Soms nemen groepsleden ook te veel verantwoordelijkheid op zich. ‘Ik doe het wel, want dan gebeurt het tenminste goed!’ Dat is onverstandig, zegt Van Raak. Je kunt je neerleggen bij het feit dat er nu eenmaal altijd meelifters zijn. Maar zou je later in je werk willen dat een meelifter gaat pronken met jouw eindresultaat?
Het klopt dus wel wat docenten zeggen: samenwerken moet je leren. Maar dan moeten docenten het wel serieus nemen. Docenten zeggen ook niet: ‘Wiskunde is belangrijk, dus zoek het zelf maar uit.’ Als de opleiding groepswerk belangrijk vindt, zal men er veel energie in moeten steken.
Wat kunnen opleidingen nu beter doen? Van Raak: ‘Ik denk dat het individuele aandeel binnen groepsopdrachten zwaarder zou kunnen wegen. Dat is beter voor de motivatie. Je weet dan dat je eigen prestaties mede het cijfer bepalen.’
Ard Lazonder zegt het ook, met zoveel woorden. Kijk niet alleen naar het eindproduct, maar ook naar het proces. Of: voer individuele gesprekken achteraf. ‘Als blijkt dat iemand de stof niet heeft begrepen, prik je daar zo doorheen.’
Individueel beoordelen
Dat is ook wat examencommissies graag zien. Die moeten namelijk stevig kunnen verantwoorden waarom iemand een bepaald cijfer heeft gekregen. De examencommissie van EAS (engineering en applied science) vindt dat de opleiding industrieel productontwerpen (IPO) het goede voorbeeld geeft. Stephan Blom, coördinator bij IPO: ‘Een paar jaar geleden hoorden we tijdens evaluaties veel ontevredenheid over groepswerk en meelifters. Daarom beoordelen we iedere student nu individueel door middel van een portfolio-assessment. Als studenten aan een product samenwerken, worden ze beoordeeld op het leren en niet op het eindproduct. Nu horen we die klachten niet meer en het niveau van de studenten stijgt.’
Het beste van twee werelden, denkt Blom. ‘We hebben de voordelen van samenwerken en samen leren, maar niet de nadelen van meeliften en oneerlijke beoordelingen.’
Tekst: Olmo Linthorst, m.m.v. Natascha Ossewaarde
Dit verhaal werd in maart 2013 gepubliceerd onder de titel ‘De Meelifter’. We stoften het af vanwege dit interview met langstudeercoach Jean Marie Molina: ‘Groepswerk creërt studievertraging’. Is het probleem nog steeds actueel?
Het gaat docenten niet om het leren samenwerken en ze weten ook wel dat je er niets van leert als je je slechts in 1/5 deel van het onderwerp verdiept. Maar je kan (5groepsleden x 4ECTS=) 20 ECTS uitdelen, op basis van 2 á 3 klokuur begeleiding en 2 uur nakijken.
@Henk Dit lijkt me een hele slechte benadering en hiermee insinueer je dat de docenten zelf ook snel klaar willen zijn met zo min mogelijk moeite.
Bij onze opleiding moeten studenten ook samenwerken, maar het totale cijfer is gebaseerd op een aantal deelcijfers, waarin de studenten zowel individueel als per groep worden beoordeeld.
Voorbeeld: Project (6 studiepunten; ECTS bestaan niet meer), waarvan in de eerste 4 weken 6 uur begeleiding (meerdere docenten) wordt gegeven en in de laatste 4 weken 8 uur. Nakijktijd en feedback is hierbij niet meegerekend.
Ik ben het wel met Henk eens. Ik heb meermaals gehoord dat docenten ook graag zich het er makkelijk van af brengen. Oplossing van het groepswerken is je groepje goed samenstellen :). Meelifters zitten natuurlijk ook in het bedrijfsleven dus goed dat je er mee om leert gaan maar dan zou een persoonlijke beoordeling wel fijn zijn. Echter, dan zouden de docenten misschien minder vrije tijd hebben dat kunnen we niet hebben heh.
Ook ik heb meerdere keren docenten horen zeggen dat een opdracht een groepsopdracht is/werd omdat ze dan minder hoeven nakijken.
Over er makkelijk vanaf zijn als docent: bij de MER liep er een rond die voorafgaand aan het eerste project zei “van de zeven groepen krijgen er vijf een 6,0 als eindcijfer, één groep een 7,0 en één groep een 5,0”. Dat werkt pas echt motiverend…. Not
Als je tijdig bij je docenten aangeeft dat jouw groepsgenoten geen bal uitvoeren, kunnen ze daar beter op letten. Mijn laatste groepsopdracht heb ik daarom gehaald, en de ‘slechte’ groepsleden niet. Zij moesten uiteindelijk de niet behaalde competenties herkansen op een andere manier. Meelifters maar laten zijn voor wat ze zijn helpt niemand, want je komt ze bij de volgende groepsopdracht toch weer tegen, en dan zit je weer met hetzelfde probleem.
@henk,
mee eens; er zijn ook docenten die meeliften, een hele boel zelf.
btw; ik ben een docent
Uit werkdrukonderzoeken blijkt niet dat docenten gemiddeld meer vrije tijd hebben dan andere werknemers. Integendeel! Er zijn natuurlijk altijd individuen die er met de pet naar gooien – waar niet? Het onderwijs kent van alle beroepen de hoogste burntoutpercentages.
Het is natuurlijk wel mogelijk dat er bij het ontwerp van een cursus of curriculum bespaard wordt op docentenuren door de toetsing op basis van groepswerk te laten plaatsvinden. In het PTD worden dan minder uren toegekend voor de toetsing van projectwerk dan er toegekend worden voor individuele toetsing.
Zodra je hoort: “Ik vind het onderwijs niet zwaar” uit de mond van een docente weet je dat ze d’r werk niet serieus neemt. Als de goede groepjes vermengd worden met de slechte groepjes, om zo de “slechte” personen te motiveren. Demotiveer je de “goede” personen.
Om individueel te beoordelen moet een docent elke week minimaal 15 minuten apart zitten met een student, echter is daar geen tijd en budget voor. Docenten denken: “Hier krijg ik niet genoeg voor betaald”. Studenten denken: “Hier heb ik geen tijd en geen zin in”.
Om groepswerk een stuk effectiever te maken moet er meer budget komen voor docenten, want één docent zetten op 30 leerlingen en dan groepjes van 3 laten maken is ronduit belachelijk.
Dit is tenminste mijn visie, zowel docenten als studenten hebben hier geen zin in. En docenten die het wel willen hebben hier de tijd vervolgens niet voor.
@Henk is kort door de bocht, maar daar komt het wel op neer: het is een vorm van bezuiniging waar iedere docent aan mee moet werken. Als docent had ik last van de groepsexaminering: er werd mij en collegas serieus opgedrongen de eindexaminering in 5 minuten per groep te doen. Een kind kan zien dat zoiets belachelijk is en niet serieus te doen is. Veel serieuze vakdocenten geven het dan ook op – verzinnen wat makkelijk vragen en tekenen de boel als voldoende af: tegen totale idioterie valt niet te werken of te ageren. Mijn deel in zo een eerstejaars HBO Marof project betrof de hydrostatica van het te ontwerpen schip van de groep. Dan in 5 minuten bepalen of 5 a 6 groepsleden nummeriek integreren/ de diverse formules bij de diverse scheepstekeningen op juiste wijze kunnen toepassen (begrepen hebben en niet van een ander overgenomen) is totale kolder maar realiteit in HBO onderwijsland waar het management alleen stuurt op rendement en kwaliteit met de mond – en op schrift – van de daken afschreeuwt. Ik word er nog onpasselijk van als ik er aan terugdenk. De teloorgang van mijn geliefde vakopleiding was een feit in rotterdam met dit soort onzinnige groepsprojecten.
post scriptum: en ja de eindverslagen zien er iha redelijk uit: vaak wel verschillende keren in conceptvorm afgekeurd zodat het eindverslag gedeeltelijk door de docent is gemaakt en door de studenten die wel het betreffende onderwerp begrepen hebben: een goed eindverslag zegt dus helemaal niets over wat individuele groepsleden begrepen hebben van de deelonderwerpen. Het was gelukkig een uitzondering: er was zelfs een student die na de aller aller laatste herkansing een schip op haar kop liet varen: tenminste zoveel had hij opgestoken van het hydrostatica deel van het project. Dus ja er zijn uiteindelijk ook mensen die kunnen zakken voor een groepsproject – maar die zullen iha (anno 2017) nog kunnen zakken bij het bakken van een eitje.
Ik heb liever opdrachten in duo of viertal. In je eentje werken is ook prima, behalve dat je eigen fouten niet ziet.
Bij groepen met drie of vijf studenten is er altijd een iemand die onbedoeld meelift of te weinig taken meekrijgt.
Maar in eerste eerste jaar maak het geen fluit uit hoe groot je groep is. De helft van de klas bestaat uit meelifters. Gelukkig kregen de meelifters een negatief BSA met 45, 46 en/of 47 punten en was ik van hun verlost. En daarna heb ik lekker vakantierust genomen en na de vakantie kwam ik in een klas met gemotiveerde studenten. Hoera!
Eerste jaar was vreselijk, ik had bijna een negatief BSA door hun. Docenten waren in de eerste jaar onvermurwbaar tegen mij.