Studenten zitten allerminst te wachten op wijzigingen in het rooster, zeker als een wijziging pas kort van tevoren bekend wordt gemaakt. Wat dus soms gebeurde. Niet handig als je naast je studie nog andere bezigheden hebt. Denk aan sport, vrijwilligerswerk, een bijbaan of een zorgtaak thuis.

Onderbouwen

Vanaf begin dit kalenderjaar wordt er daarom kritischer gekeken naar verzoeken om roosterwijzigingen. Daarbij gaat het om wijzigingen nadat het definitieve rooster al is gepubliceerd. Bert Ardesch, manager bedrijfsvoering op locatie Rochussenstraat. Ardesch: ‘Van docenten willen we een onderbouwing van hun mutatieverzoek. Dat vragen we enerzijds om te kunnen vaststellen of er sprake is van overmacht, en anderzijds om te zien wat de redenen van de verzoeken zijn. Misschien zitten er wel redenen bij waar we in een volgend rooster rekening mee kunnen houden.’

Maar zomaar alle verzoeken inwilligen is verleden tijd. Ardesch: ‘Sommige dingen nemen we niet meer in behandeling omdat de motivatie onvoldoende is bijvoorbeeld als je als docent een andere afspraak was vergeten. Of een tandartsbezoek, want dat had je anders kunnen plannen.’

Afschuiven

De maatregel dat alle wijzigingsverzoeken langs het management moeten, valt niet bij iedereen in goede aarde. Ardesch: ‘Bij één opleiding zijn er pittige reacties, docenten zien het als beperking van hun vrijheid.’ Dat is ook de beleving van docent Roos in haar blog. Ze baalt ervan dat fouten in het rooster nu niet meer worden hersteld, en dat het management met de maatregel alles ‘top-down denkt op te lossen zonder enig inzicht in de dagelijkse praktijk’. Roos dacht dat de docenten steeds meer de eigen regie zouden krijgen maar het begint steeds meer te lijken op afschuiven van verantwoordelijkheid.’

Bert Ardesch wijst als reactie op de blog op de lage NSE-scores, en dus op het belang van de studenten. ‘De ontevredenheid van de studenten betreft vooral de instabiliteit van de lesroosters en de late communicatie over de vele roosterwijzigingen. Niet alleen studenten maar ook de IvG-docenten hebben er last van als ze op een te laat tijdstip weten welke lessen ze de eerstvolgende (!) week moeten gaan geven.’ Ardesch vindt dat de docenten voldoende ruimte krijgen om hun wensen over het rooster kenbaar te maken, maar alleen voordat het rooster bekend wordt gemaakt.

Meteen goed

Dát rooster moet eigenlijk meteen goed zijn. Ardesch: ‘We moeten nauwkeuriger kijken naar het conceptrooster, eerder met de juiste informatie komen over onder andere de beschikbaarheid van docenten. Er is altijd winst te halen door met de opleidingen intensiever rond de tafel te gaan zitten over wat ze willen en wat er kan.’

Wensen genoeg. Alle vijftien opleidingen (dat is inclusief onder andere de masters) willen hun collegeperiode graag beginnen met hoorcolleges in de wat grotere collegezalen en minoren hebben het liefst dat ze een beetje flexibel met het rooster kunnen omgaan. Dat lukt allemaal niet. Ardesch: ‘Maar we kunnen wel vooraf doornemen wat er wél kan.’

Randen van de dag

Om ruimte te creëren moet er nog meer gebruikgemaakt worden van de randen van de dag. Ardesch: ‘Daar zijn we niet voor het eerst mee bezig maar daar moeten we nog beter naar kijken. Misschien is het helemaal niet zo raar om bachelorstudenten aan het begin van de avond in te roosteren?’

Een obstakel bij IvG is dat het instituut volgens Ardesch veel parttime-docenten telt die zelf een eigen praktijk hebben (bijvoorbeeld een fysiotherapeut). ‘Het maakte het roosteren lastiger’, vertelt Ardesch die zegt na te denken over een ander aannamebeleid. ‘We zouden graag meer medewerkers aantrekken met een grotere aanstelling maar dat is lastig. Ze moeten een master hebben én we krijgen een aantal vacatures sowieso moeilijk vervuld.’

Gastsprekers

Opleidingen vragen om minder gastsprekers (die alleen op specifieke dagdelen kunnen) in te huren, vindt Ardesch een lastige. ‘Het is niet de bedoeling van ons als bedrijfsvoering om de inhoud van het onderwijs te bepalen.’

Naast overleg met docenten wil Ardesch, na het bekend worden van het rooster, ook in overleg gaan met studenten. In welke vorm dat gaat gebeuren is nog onduidelijk, het doel van het overleg is dat wel: ‘Uitleggen waarom het rooster eruitziet zoals het eruitziet én kijken of je misschien toch nog iets aan het rooster kunt doen. Dat laatste uiteraard alleen als het ten gunste van de studenten is en het anderen niet benadeelt.’

Jos van Nierop