Het buitenland is ook in Rotterdam, aldus nieuwe definitie
Gepubliceerd: 11 July 2017 • Leestijd: 3 minuten en 9 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Waar is het buitenland gebleven in het nieuwe internationaliseringsbeleid van de Hogeschool Rotterdam?
Nog nooit was het internationale beleid van de Hogeschool Rotterdam zo lokaal. In het begin juni verschenen advies aan het bestuur van de HR over internationalisering gaat het gek genoeg vooral over Rotterdam en over het internationale, cultureel diverse karakter van deze stad. Het is net alsof het buitenland op de stoep van de Hogeschool Rotterdam begint.
Dat is dan ook zo, wat lector internationalisering en medeauteur van het advies Leo Klienbannink betreft. ‘Negentig procent van de mensen denkt bij internationalisering aan studenten die naar het buitenland gaan of uit het buitenland hier komen studeren. Maar de nieuwe visie op internationalisering moet alle instituten en opleidingen aanspreken, niet alleen de Rotterdam Business School waar al zo veel internationale studenten rondlopen.’
Buitenland naar Rotterdam halen
Het punt is, legt Klienbannink uit, dat er nog zo veel meer vormen van internationalisering zijn. Het hele doel van Klienbannink is om die eeuwige nadruk op het buitenland uit het concept ‘internationalisering’ te halen. En dan blijkt ineens hoe breed toepasbaar het begrip is.
‘Iedere student van de Hogeschool Rotterdam moet internationaal competent zijn’, zegt Klienbannink, die sinds september 2015 lector internationalisering van het hoger onderwijs is. ‘Maar niet iedere student gaat naar het buitenland. En dat hoeft ook niet. Je kunt het internationale perspectief ook naar de hogeschool brengen. Hoe denkt men in het buitenland over je vakgebied? Kun je specialisten uit het buitenland gastlessen laten geven? Lees je de internationale vakliteratuur?’
Brede definitie internationalisering
Maar veel belangrijker dan dat is dus het internationale karakter van de stad waar de studenten straks hun beroep moeten uitoefenen. ‘Rotterdam is een superdiverse stad. Er wonen hier mensen met 170 verschillende nationaliteiten. Dus moet een verpleegkundige over de interculturele sensitiviteit beschikken om patiënten uit al die verschillende landen te kunnen verplegen.’
De opdracht waarmee Leo Klienbannink een kleine twee jaar geleden begon, was om van internationalisering iets te maken for the many, not the few, om even de leus van een Engelse socialist te gebruiken (en om dit vanachter een Rotterdams bureau geschreven stukje ook nog enige internationale allure te geven). Klienbannink heeft samen met ‘kernteam’ Lisanne Broos en Enny Kraaijveld en met andere internationaliseerders, directeuren en werkgroepen, een nieuwe definitie van internationalisering bedacht die bestaat uit drie onderdelen. Het gaat erom dat studenten interculturele sensitiviteit ontwikkelen. Ook moeten ze leren omgaan met de superdiversiteit van de grote stad. En de HR stelt zich ten doel een inclusieve gemeenschap te vormen, waarin studenten van welke komaf dan ook zich thuis voelen.
Virtueel buitenland
Het woord ‘buitenland’ komt in het ruim zes pagina’s tellende advies van de werkgroep internationalisering slechts één keer voor. Helemaal aan het eind en dan ook nog in combinatie met het woord ‘virtueel’: de werkgroep adviseert als ‘volgende (mogelijke) stap’ om een virtual reality internationale werkomgeving te ontwikkelen ‘voor studenten die niet de gelegenheid hebben om een deel van hun opleiding in het buitenland te volgen’. Maar hoe gaat de HR ervoor zorgen dat meer studenten wél die gelegenheid krijgen?
Geen woord hierover in het advies. Het is ook niet de vraag waar het volgens Klienbannink om draait. Het buitenland, het échte buitenland, is heus nog een ‘wezenlijk onderdeel’ van wat hij internationalisering noemt, bezweert Klienbannink. Het CoIA (Centre of International Afairs) blijft gewoon studenten helpen met hun buitenlandambities en opleidingen met hun internationaliseringsbeleid. Maar dat komt in het advies niet naar voren omdat daarin de nadruk ligt op de nieuwe manier van denken over internationalisering die hij voorstaat.
Accreditatie over internationalisering
In het advies staat het ook, die nieuwe manier van denken (‘paradigmashift’): ‘Internationalisering is niet alleen mobiliteit (naar en vanuit het buitenland reizen, red.) en geen doel op zich, maar een middel om studenten en medewerkers internationale en interculturele competenties te laten ontwikkelen.’
Deze nieuwe definitie heeft veel directeuren enthousiast gemaakt, zegt Klienbannink. ‘Ineens kunnen ook de instituten ermee aan de slag die van oudsher niet veel met internationalisering op hebben.’ Het directeurenoverleg van de HR heeft zich in december al achter de visie van Klienbannink geschaard. Nu moet alleen het bestuur het advies nog formeel omarmen.
En opleidingen moeten zelf met de nieuwe definitie aan de slag, zegt Klienbannink – al was het maar omdat sinds kort ook bij accreditaties naar internationalisering wordt gevraagd, waarschuwt hij. ‘In het verleden deed een opleiding als Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek minder met internationalisering, maar nu hebben ze het enthousiast opgepakt. De studenten van Scheepsbouw werken na hun opleiding per definitie voor een internationale markt, ook al opereren ze heel lokaal. Soms merken opleidingen als hiermee bezig zijn dat ze internationaler zijn dan ze dachten.’
Tekst: Olmo Linthorst
Illustratie: Bart Zwart
Heel positief dat het internationale karakter van Rotterdam benut wordt bij Instituten van de Hogeschool. Vanuit die visie komt internationalisering heel dicht in de buurt van diversiteit en inclusief onderwijs.
Zelf heb ik als student in het buitenland stage gelopen en met een uitwisselingsbeurs gestudeerd. Doordat je dan zelf de ‘buitenlander/buitenstaander’ bent, terwijl je daarnaast in een multiculturele setting studeert, leer je zo ontzettend veel over jezelf, je opvattingen over de eigen en andere culturen en natuurlijk over mensen uit andere landen. Het maakt dat je met andere ogen naar je eigen land en stad gaat kijken, waardoor diversiteit en inclusiviteit in eigen land ook anders aanvoelen.
Dat is m.i. een ervaring die je echt alleen kunt opdoen wanneer je daadwerkelijk zelf langere tijd in een ander land gaat wonen.