Derek Otte, hogeschooldocent en stadsdichter: Taal is alles, want alles is taal
Gepubliceerd: 21 June 2017 • Leestijd: 5 minuten en 8 seconden • Het Grote Interview Dit artikel is meer dan een jaar oud.Als Derek Otte (29) nog een jaar naar school zou gaan, zou hij een diploma van de HR op zak kunnen hebben. Maar hij is te druk. Met lesgeven op de HR bijvoorbeeld, met dichten, met optreden als spoken word-artiest, met stadsdichter van Rotterdam zijn en met jongeren enthousiasmeren voor taal. Taal is zijn alles.
‘Ik ben een dubbele drop-out, een dubbele droplul’, zegt Derek met een scheve glimlach op z’n gezicht. Hij zit relaxed op een bankje in de kantine van Wijnhaven 107. Cappuccino voor z’n neus, rugzak op de bank en z’n blauwe ogen op de voordeur gericht.
Iedere vijf minuten komt er iemand binnen die hem groet. Collega-docenten, maar vooral studenten die het keuzevak spoken word bij hem volgden.
Wat houdt dat keuzevak in?
‘Spoken word gaat over het voordragen van gedichten, columns of literatuur. Ik geef mijn studenten iedere week de opdracht om op YouTube naar speeches van presidenten, muziek van rappers en werk van andere artiesten te kijken. In de les heb ik die teksten dan uitgeprint en dan gaan we kijken naar wat die teksten zo pakkend maakt.’
‘Iedere week behandelen we een taaltechniek en een thema. En er moet natuurlijk ook worden voorgedragen. Er zijn een paar taaltechnische eisen en als je je daaraan houdt, kan je losgaan. Er is geen goed of fout in het vak.’
‘De eerste weken is het voordragen spannend, maar na acht weken zijn de studenten duidelijk gegroeid in hun schrijven en spreken. En ik neem de studenten meestal mee naar een van m’n eigen voorstellingen. Laatst zaten ze allemaal op de voorste rij in de Doelen waar ik voor 1.500 man mocht optreden. Dat was wel een momentje ja.’
Was je altijd al goed met taal?
‘Op het vwo stond ik een tijdje een 3 voor Nederlands. Ik was dat bijdehante jochie dat altijd vooraan in de klas moest zitten omdat ik druk was. Ik had een docent die nogal een hekel aan me had en iedere keer dat ik me misdroeg, kreeg ik een 1. Dat doet je gemiddelde niet veel goed.’
‘Het plezier in schrijven verging me niet, maar het smoorde wel m’n geloof in een carrière in die richting. In de vijfde kreeg ik een nieuwe docent: mevrouw Vermeulen. Zij heeft de passie voor schrijven echt in me losgemaakt. Ik sprak altijd heel moeilijk, ik stotterde en kon m’n eigen naam amper uitspreken, maar ik schreef wel heel veel.’
‘Mevrouw Vermeulen stond heel positief voor de klas en liet ons creatief schrijven in plaats van gedwongen lezen. En daarmee is mijn vertrouwen en het plezier in schrijven en de Nederlandse taal weer teruggekomen. Ik durfde in haar klas zelfs te presenteren voor een groep. Door haar ontdekte ik voor het eerst dat ik ergens echt goed in was.’
Na het vwo ging je rechten studeren. Waarom koos je daarvoor?
‘Ik had de film A time to kill gezien met Samuel L. Jackson en ik wilde advocaat worden. Sterke motivatie hè. Dus ik schreef me in op de universiteit en ging op kamers. Ik haalde m’n P en maakte kennis met het studentenleven.’
‘Het tweede jaar ging goed, zeker omdat ik toen een minor communicatietechnologie kon volgen. Die minor vond ik eigenlijk veel leuker dan m’n studie rechten. Maar ja, ik had al 96 punten en was dus over de helft. Ga dan nog maar eens stoppen met je studie, dat durfde ik niet. De interesse voor m’n rechtenstudie nam snel af. Ik kocht de boeken wel en deed m’n best, maar het liep niet meer.’
‘Ik stopte en beloofde m’n ouders iets anders te gaan studeren. Dat werd communicatie op de hogeschool. Ik kon de opleiding versneld in drie jaar doen en dat leek me lekker behapbaar, maar de aanwezigheidsplicht heeft me genekt. Ik had net m’n website met gedichten live en kreeg steeds meer spoken word-optredens.’
‘En als je als student moet kiezen: geld verdienen met een optreden of naar college, dan weet je het wel. Ik wel in ieder geval. Daar was op school niet veel begrip voor en ik had niet veel begrip voor school. Ik ging er niet zo goed mee om ook, ik zat echt in m’n ‘fuck de wereld’-fase toen. Moest ik naar school om te leren presenteren, terwijl ik de dag ervoor had opgetreden. Dat werkte niet voor mij, dus ik stopte.’
Wat betekent taal voor jou?
‘Taal is alles, want alles is taal. Alles in de maatschappij – of het nou privé of zakelijk is – hangt af van de manier waarop jij je uit. Als je naar politiek kijkt bijvoorbeeld, dan zijn het nooit de beleidsstukken die mensen bijblijven, dat zijn altijd de speeches.’
‘Woorden kunnen zo ontzettend veel betekenen, maar jezelf uiten door middel van taal wordt niet in heel veel opvoedingen en onderwijstakken gesupport. Daarom vind ik het fijn dat ik dit keuzevak mag geven. Ik zie dat het echt wat met de studenten doet. Ik draag alleen de handvatten aan voor het schrijven en het voordragen van teksten, de rest doen ze zelf.’
‘Het geeft ze veel zelfvertrouwen. Sommigen hebben dat direct door en zeggen dat na een cursus tegen me, bij anderen duurt het wat langer… Die waardering van studenten doet me echt meer dan het applaus van een zaal.’
Hoe zie je jouw toekomst?
‘Ik ben nog anderhalf jaar stadsdichter van de stad Rotterdam en daar ben ik ook echt nog wel druk mee. Die titel heeft me alleen maar meer aandacht opgeleverd en die aandacht wil ik doorgeven aan onderwerpen die het nodig hebben.’
‘Zo maak ik me nu hard voor de eenzame uitvaart. Ieder jaar overlijden er in Rotterdam een handjevol mensen die niemand hebben en die worden nu echt heel koud en kil onder de grond gestopt. In andere steden zijn er dichters die dan een gedicht voorlezen, in Rotterdam is dat wegbezuinigd. Daar wil ik graag wat aan doen, want dat kan gewoon niet zo. Dus daar ben ik met de gemeente over in gesprek. Armoede en aandacht voor de zorg staan ook op m’n agenda.’
Komt er nog een diploma voor de dubbele drop-out?
‘Ik moet nog afstuderen, want ik wil het onderwijs in. Dat vind ik echt het allermooiste. Ooit zou ik graag een middelbare school oprichten waar talent vooropstaat en leerlingen die ergens goed in zijn gemotiveerd worden het beste uit zichzelf te halen.’
‘Als je uitblinkt in economie, word je gekoppeld aan een topeconoom en zo kan je ook opties bedenken voor acteurs, voetballers en dichters. Dat is echt mijn droom. Ik hoop dat het ooit zover komt.’
Tekst: Tosca Sel
Fotografie: Frank Hanswijk
Derek Wie?
Derek Otte werd in 1988 geboren in het Van Dam-Ziekenhuis aan de Rotterdamse Westersingel. Hij is spoken word-artiest, huisdichter van radiozender FunX en hogeschooldocent. Alle HR-studenten kunnen zijn keuzevak spoken word volgen. Sinds januari 2017 is Derek ook stadsdichter van Rotterdam, hij blijft dat tot eind 2018. In die tijd schrijft hij in ieder geval zes gedichten per jaar voor en over de stad. Otte studeerde rechten aan de Erasmus Universiteit en communicatie aan de Hogeschool Rotterdam, maar haalde alleen zijn vwo-diploma. Deze zomer schrijft hij z’n tweede dichtbundel TOFLOF af.
Dereks zomertips
‘Pak een oude hobby op. Ga kleien of kleuren, bespeel een instrument, ga sporten of ga schrijven. Iedereen heeft ergens passie voor, zonde om dat te laten varen.’
‘Ga offline. Hou die telefoon in je zak en praat met mensen. Je kan ook naar dingen toe gaan zonder het op social media te zetten. De fotorol op m’n telefoon is leuker dan die op m’n Insta. Die in m’n hoofd is het allerleukst.’
‘Bezoek een Rotterdams stadspark. Ik hou van het park bij De Esch. Lekker aan het water, onder de bomen met uitzicht op de skyline van Rotterdam. Vergeet je barbecue niet!’
Mooi!