Tweede Kamer: psychische hulp aan studenten moet beter
Gepubliceerd: 8 February 2017 • Leestijd: 0 minuten en 46 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Alle hogescholen en universiteiten moeten goede en laagdrempelige steun bieden aan studenten met psychische problemen, vindt een grote meerderheid in de Tweede Kamer.
Het aantal studenten met psychische problemen lijkt de laatste jaren toegenomen, bleek in oktober uit een enquête van onder andere het Interstedelijk Studenten Overleg onder 35 studentenpsychologen. Bovendien verschilt het aantal studentenpsychologen per instelling: bij sommige universiteiten en hogescholen zijn ze nauwelijks te vinden en moeten studenten wel drie maanden wachten op een gesprek.
Geen taboe
In een reactie zei minister Bussemaker “landelijke normen” voor een aantal studentenpsychologen niet nodig te vinden. Wel vond ze dat depressiviteit “geen taboe mag zijn” in het hoger onderwijs. Een “open klimaat” bij de instellingen is volgens haar noodzakelijk, zodat studenten de vrijheid voelen om over problemen en teleurstellingen te praten. Als dit klimaat ontbreekt, kan de medezeggenschapsraad aandringen op verbetering.
Maar de PvdA en de ChristenUnie namen geen genoegen met dit antwoord en dienden een motie in. De regering zou samen met onderwijsinstellingen, studentenpsychologen en studentenorganisaties een actieplan moeten opstellen voor “goede en laagdrempelige psychische hulp” op elke universiteit of hogeschool.
Motie aangenomen
De motie werd gisteren door een grote meerderheid van de Tweede Kamer aangenomen. Alleen regeringspartij VVD stemde samen met de PVV en drie, andere kleine partijen tegen de motie.
HOP, Irene Schoenmacker
Ik ben het eens met minister Bussemaker wat betreft haar uitspraak dat depressiviteit geen taboe mag zijn. Het decanenteam heeft onlangs de Gatekeeperstraining gedaan (suicidepreventie, van 113Online). Deze training is overigens juist bedoeld voor ‘niet-hulpverleners’; je leert door te vragen met als doel de ander de ruimte te geven over zijn wanhoop of zelfs doodswens te spreken. Ja, dit is heftig, het raakt je…gewoon als mens. Ook docenten, SLC’s, managers, ondersteunend personeel bij de instituten, stafmedewerkers zouden oog moeten hebben voor studenten (en colllega’s!) die somber zijn. Stel je dan niet op als hulpverlener, maar als iemand die om de ander geeft!
Ik ben het niet eens met de gedachte dat er DUS studentenpsychologen in dienst genomen moeten worden. De Hogeschool Rotterdam werkt anders; decanen verwijzen door naar externe hulpverlening (via de eigen huisarts van de student) of begeleiden studenten die al in een extern hulpverleningstraject zitten.
En ook intern hebben we al veel in huis. Denk bijvoorbeeld aan StuDent (onderdeel van het Powerplatform waar depressieve studenten onder deskundige begeleiding met elkaar kunnen praten), Student aan Zet, de training MindfulnesBased StressReduction, het SLC-programma, de coordinatoren Studentzaken die vaak bereid zijn om een onderwijsovereenkomst op te stellen om de student met een depressie wat lucht te bieden in het studieprogramma, de Examencommissies die bereid zijn om een afstudeertraject te verlengen etc.
Ik merk gelukkig ook dat medestudenten elkaar steun bieden, durven te praten met een klasgenoot die in de problemen zit, met hem of haar meelopen naar docent, opleidingsmanager, SLC of decaan – echt mooi vind ik dat!
Kortom: ‘laagdrempelige steun bieden aan studenten met psychische problemen’ is een taak van ons allemaal; medewerkers en studenten van de Hogeschool Rotterdam!