Het ontbreken van zo’n vangnet kan ertoe leiden dat deze studenten niet snel uit de problemen komen als die zich voordoen. Ton Mouthaan, voorzitter van de commissie persoonlijke omstandigheden van de Universiteit Twente, vertelde onlangs aan het HOP over 31 verzoeken van niet-Europese studenten die vanwege ‘bijzondere omstandigheden’ onder een negatief bindend studieadvies uit wilden komen. ‘Geen dossier is hetzelfde, maar bij deze groep studenten zie je vaak dat hun problemen escaleren doordat ze in een vreemd land studeren en geen sociaal netwerk hebben’, stelt Mouthaan.

Internationals in Rotterdam ‘zoekende’

Loes Blok, decaan op locatie Kralingse Zoom van de HR, vindt het woord escaleren overtrokken, maar ziet wel dat sommige internationale studenten ‘zoekende’ zijn. ‘Omdat de HR geen campus heeft en de studenten verspreid over de stad wonen, is het lastig om aansluiting te vinden bij medestudenten’, vertelt Blok die aangeeft dat er ook Nederlandse studenten zijn die het lastig vinden wanneer ze voor het eerst gaan studeren en op kamers gaan. ‘Iemand die uit Drenthe naar Rotterdam komt, kan ook heimwee hebben.’ De decaan vindt het vooral belangrijk om studenten goed te informeren. Die informatie kan gaan over studie-, geloofs- en sportverenigingen waar ze zich bij kunnen aansluiten, maar ook over de rol van decanen op de HR.

Volgens Ryan Gentle van het CoIA weten internationale studenten vaak niet goed welke instanties er allemaal op de HR bestaan. Gentle: ‘De student gaat bij een vraag meestal naar de persoon die hij kent. Dat kan een medestudent zijn, een student ambassador (oudejaars die werkt voor CoIA, red.) of bijvoorbeeld een decaan. Het gaat erom dat de student goed wordt geholpen. Als hij in eerste instantie niet bij de juiste persoon komt, maar wel goed wordt doorverwezen, is dat ook prima.’ Op dit moment kan die doorverwijzing beter, bijvoorbeeld van het CoIA naar de decanen en andersom. Gentle: ‘Zo weet het CoIA meer over visumzaken en over verzekeringen die moeten worden aangepast als studenten hier komen.’

Onderzoek naar ondersteuning

Gentle doet, in opdracht van de werkplaats internationalisering, onderzoek naar allerlei vormen van ondersteuning voor internationale studenten op de HR. Denk aan het aanbod van het CoIA en de decanen, maar ook aan de Engelstalige informatievoorziening op Hint. ‘Die is nu heel mager en daar moeten we zeker aan gaan werken’, vertelt Gentle op basis van zijn onderzoek. ‘Een deel van de informatie hoeft alleen te worden vertaald, een deel moet ook inhoudelijk worden aangepast.’

Het onderzoek richt zich ook op activiteiten die ervoor moeten zorgen dat de internationale studenten elkaar en anderen leren kennen. Daar zijn al introductieactiviteiten voor, maar dat is niet voldoende, blijkt uit gesprekken die voor het onderzoek zijn gevoerd met een aantal studenten.

Niet iedereen heeft dezelfde behoeften

Gentle: ‘Een van de conclusies is dat we het aanbod niet op een hoop moeten gooien: de behoeften van masterstudenten zijn anders dan die van eerstejaars bachelorstudenten. Masterstudenten willen bijvoorbeeld meer contact met Nederlandse studenten en het bedrijfsleven. Vanuit CoIA en RISA (Rotterdam International Student Association, de studievereniging van de HR voor internationale studenten, red.) moeten we daarvoor zorgen. Dat kan tijdens de introductieweek, maar ook in workshops. Het gebeurt nu onvoldoende.’

RISA bestaat al lang, maar organiseerde tot voor kort vooral borrels en beerpongtoernooitjes. Die zijn er nog steeds, maar RISA heeft zijn activiteiten uitgebreid met sportactiviteiten en ‘business events’. ‘We hebben bijvoorbeeld een cv-workshop aangeboden waarbij een professional je cv checkt. Daar kwam zo’n veertig man op af’, vertelt bestuurslid Julian de Koning. Er volgen mogelijk ook nog een LinkedIn-workshop en evenementen die studenten helpen bij het vinden van een stageplek.

De studenten die voor het genoemde onderzoek van CoIA zijn gesproken, vinden stage een belangrijk onderwerp. Gentle: ‘Van hen horen we dat ze hulp kunnen gebruiken bij het vinden van een stage en bij de vraag of een bepaalde stage bij ze past. Daar besteden ze bij de opleiding wel aandacht aan, maar misschien kunnen RISA en het CoIA zich er meer op richten, ook voor de studenten die niet aan de RBS studeren.’ Dat laatste gebeurt nog niet altijd. Bijna alle RISA-leden studeren aan een RBS-opleiding.

Kloof tussen Europa en Azië

RISA telt in totaal 360 leden van allerlei nationaliteiten, maar Aziatische studenten lijken niet zo’n behoefte te hebben aan de vereniging. Bestuurslid Julian de Koning: ‘De kloof tussen Europa en Azië is echt enorm. Onlangs hadden we een Chinees meisje overgehaald lid te worden, maar daarna bleek het toch niet echt te klikken. Vaak trekken de Aziatische studenten vooral met elkaar op. Mengen blijft moeilijk.’

Dat merkt ook decaan Blok. ‘Ze laten ook niet snel het achterste van hun tong zien. Maar we hebben gemerkt dat ze wel naar ons toe komen als we ze goed informeren.’ Hulpverleners waar internationale studenten na een doorverwijzing van de decaan minder makkelijk op afstappen, zijn de psychologen. Dat geldt niet alleen voor Aziatische studenten. Blok: ‘Het naar de psycholoog gaan heeft in het buitenland een andere lading. Mensen denk al snel aan een psychiater.’

Student aan Zet: meer aandacht voor internationals

Internationale studenten maken nauwelijks gebruik van het diverse aanbod van Student aan Zet, de organisatie die op de HR voor bepaalde doelgroepen workshops aanbiedt en peercoaches inzet. Student aan Zet wil zich echter meer op de ‘internationals’ gaan richten, vertelt Garreling Michel. ‘We willen een aantal van onze activiteiten vertalen, zoals de teksten voor de workshops ‘effectief studeren’ en ‘plannen en organiseren.’

‘Ook is het belangrijk dat onze activiteiten zichtbaar zijn’, vertelt Michel. ‘We willen ze op de locatie Postumalaan aanbieden, bijvoorbeeld op een vaste dag en met een ‘catchy name’, zoals ‘Motivational Monday’ of ‘Focus Friday’.’ Van belang is dat de workshops worden aangeboden in weken dat er geen toetsen zijn en dat de thema’s een aanvulling zijn op het curriculum. Michel: ‘Zodat het gezien wordt als onderdeel van de opleiding’.

Alle vormen van ondersteuning, en de verschillende activiteiten die worden georganiseerd, zijn in eerste instantie bedoeld voor de internationale studenten. Ryan Gentle wil het echter breder trekken. Gentle: ‘Ik zou graag zien dat de gedachtegang niet alleen is “wat kunnen we doen voor hen”, maar ook: “wat kunnen wij leren van hen”.’ Ook daarom is het belangrijk dat Nederlandse studenten in aanraking komen met internationale studenten. ‘Dat is ook voor hen een verrijking’.

Tekst: Jos van Nierop
Illustraties: Aileen Melief

Profielen, het onafhankelijke nieuwsmedium van de Hogeschool Rotterdam, deelt wekelijks artikelen op Linkedin. Ben jij onze nieuwe connectie?