Hoe opleidingen hun draai geven aan de studiekeuzecheck
Gepubliceerd: 27 May 2019 • Leestijd: 6 minuten en 40 seconden • Longread Dit artikel is meer dan een jaar oud.Zes jaar geleden werd ie verplicht: de studiekeuzecheck (skc). Ga je studeren, dan moet je eerst die check doen. Inmiddels hebben opleidingen hun eigen draai aan de skc gegeven. Bij de ene opleiding gaat het ‘slechts’ om een gesprek, de andere opleiding laat de aanmelders ook nadrukkelijk kennismaken met elkaar.
Het doel van de skc is aanmelders een bewustere studiekeuze te laten maken zodat ze terechtkomen op de opleiding die bij hen past. Meld je je aan voor 1 mei dan is een negatief studieadvies na de skc niet bindend, bij latere aanmelders is het advies wel bindend.
Grotere instroom door skc
De pabo heeft de skc zo ingevuld dat het tot een grotere instroom heeft geleid, vermoedt men. Nadat pabo’s in 2015 te maken kregen met de landelijke toelatingstoetsen halveerde de instroom van alle pabo’s. ‘Het jaar daarop zagen we de instroom landelijk met zo’n 8 procent stijgen en die van de Hogeschool Rotterdam met 31 procent. Dat was mooi nieuws, zeker gezien het lerarentekort’, stelt Annemarie van Efferink van de pabo. Volgens haar is dat hoge percentage niet uit de lucht komen vallen. ‘Wij hebben nadrukkelijk ingezet op sociale en inhoudelijke binding voor de poort.’
De skc speelt daarin een belangrijke rol, legt Van Efferink uit. Om de aanmelder kennis te laten maken met de opleiding en met mede-aanmelders, is de pabo gestart met matchingsdagen. De aankomende student wordt, samen met zo’n tachtig anderen, uitgenodigd om een dag naar de pabo te komen. Ouderejaars vertellen over het beroep en de opleiding, en er wordt een basisschool bezocht. De student bespreekt individueel met een pabodocent zijn verwachtingen van de pabo en het beroep. Van Efferink: ‘Daarnaast geeft de startmeter de aanmelder inzicht in zijn competenties. Omdat de ouderejaarsstudent zijn programma in een circuit aanbiedt, hoeft de aanmelder nooit te wachten op zijn studiekeuzecheck met de docent.’
Beter beeld van de opleiding
Van Efferink: ‘De dag is voor veel aanmelders doorslaggevend geweest om te kiezen voor de pabo van de Hogeschool Rotterdam, blijkt uit een evaluatie. De eerstejaarsuitval is ook minder, zeker de eerste maanden. In het verleden ging het om zo’n twintig à dertig studenten die voor de kerstvakantie vertrokken, nu is dat een handvol. Dat is veranderd sinds we matchingsdagen organiseren, niet sinds de toelatingstoetsen.’
De pabo heeft aanmelders gebeld die naar de matchingsdag waren geweest en daarna besloten zich toch niet in te schrijven. Van Efferink: ‘Vaak gaven ze aan dat ze twijfelden en door de matchingsdag toch een beter beeld van de opleiding hadden gekregen.’
Ongemakkelijk om iemand ‘af te wijzen’
Dat laatste raakt het doel van de skc: ervoor zorgen dat de aankomende student de juiste studiekeuze maakt. Toen de check werd ingevoerd, had nog niet elke opleiding en nog niet elke medewerker die de skc-gesprekken voerde dat doel goed voor ogen. Het werd nogal eens als ongemakkelijk ervaren om iemand ‘af te wijzen’. Dat vertelt Ronald Goijen, hogeschoolbreed verantwoordelijk voor de skc.
‘Er kwam angst bij de studieloopbaancoaches (slc’s, vaak de personen die het gesprek voeren, red.) dat als ze een negatief advies gaven, dat zou kunnen betekenen dat de persoon niet aan de studie kon beginnen. De maatregel was dus eigenlijk geen succes.’
‘Altijd al negatieve adviezen uitgedeeld’
Dat is veranderd, hoewel Elly Verblaauw van social work vertelt altijd negatieve adviezen te hebben uitgedeeld. Bij social work is men overigens, anders dan bij de pabo, juist afgestapt van een gezamenlijke activiteit. ‘Ik vond het verschrikkelijk, vooral omdat de aanmelders heel lang moesten wachten op het individuele gesprek’, vertelt de docent, die van mening is dat je de skc niet als iets geïsoleerds moet zien. ‘De meeste aanmelders zijn al op de open dag en bij het proefstuderen geweest. Door de skc krijgen ze ook te maken met het frontoffice. Ze krijgen dus een inkijkje in de opleiding.’
Social work hecht eraan dat de skc ‘gewoon een goed gesprek’ is. Verblaauw: ‘Dat doen we op basis van de startmeter en de motivatiebrief die aanmelders vooraf hebben gemaakt.’ Daarin moeten ze vragen beantwoorden en een inschatting geven over zichzelf. Hoe goed ben je in analyseren, samenwerken, ben je nauwkeurig et cetera.
‘Niet bijdragen aan volgende mislukking’
Als de aanmelder niet geschikt wordt gevonden voor de opleiding, krijgt hij dat negatieve advies al tijdens het gesprek te horen. ‘We willen bijdragen aan het succes van de aanmelder, niet aan de volgende mislukking’, motiveert Verblaauw.
Bij social work worden regelmatig negatieve adviezen uitgedeeld, iets wat voor de docenten die dat moeten doen soms lastig is. Verblaauw: ‘Docenten die voor het eerst skc-gesprekken gaan voeren lopen daarom mee met een van ons (de ervaren gesprekpartners, red.), en iemand van ons gaat ook met de nieuweling mee.’
Toetsen Nederlands en wiskunde
Bij logistics management is het aantal negatieve adviezen niet al te groot. ‘Docenten vinden het nog steeds lastig om zo’n advies te geven’, vertelt docent Karel Groenendijk. Dat is iets veranderd nu de aanmelders sinds twee jaar andere opdrachten moeten maken voordat ze op gesprek mogen komen. Het gaat naast het instrument LOB-cv (loopbaanoriëntatiebegeleiding, bij deze opleiding de vervanger van de startmeter) om toetsen Nederlands en wiskunde en om een kennismakingsopdracht op het gebied van logistiek.
Maar de uitval in het eerste jaar bleef hetzelfde. Groenendijk: ‘De skc blijft een zoektocht. Misschien moeten we eens kijken naar het wetenschappelijk onderbouwde advies van studiesucces-expert Klaas Visser. Hij stelt dat de best voorspellende manier een vorm van proefstuderen is waarbij de aanmelders op maandag naar de opleiding komen voor een inhoudelijk college en huiswerk meekrijgen waarover ze op vrijdag een digitale toets moeten maken.’
Hoog eerstejaarsrendement
Negatieve adviezen zijn ook bij entrepreneurship een uitzondering. ‘Het gebeurt een enkele keer. We doen het als we vinden dat een andere opleiding beter bij de aanmelder past’, vertelt Marlies Slier, samen met Laura Delussu verantwoordelijk voor het skc-programma. Slier geeft aan dat de meeste aanmelders aan het proefstuderen meededen en daar goed konden zien wat de opleiding inhoudt.
Slier: ‘We zetten de opleiding dan al stevig neer. Ook vertellen we dan uiteraard over het 60 punten-bsa bij de opleiding.’ Dat veel studenten de juiste studiekeuze maakten, is ook te zien aan het (hoge) eerstejaarsrendement van 65 procent bij entrepreneurship, stelt Slier.
Tijdens studiekeuzemiddag ontstaan al groepjes
De gesprekken duren maximaal zo’n twintig minuten, tijdens een middag waarop rond de vijftig aanmelders komen. Net als de pabo vindt entrepreneurship het goed dat de aankomende studenten elkaar al leren kennen. Slier: ‘Dat stimuleren we ook. Als de docent bijvoorbeeld aan een ingevuld formuliertje ziet dat twee aanmelders uit dezelfde plaats komen, vraagt hij aan die twee of ze elkaar kennen. Tijdens de studiekeuzecheckmiddag zie je al groepjes ontstaan.
Op het moment dat de helft van de groep de individuele gesprekken heeft, doen de andere aanmelders in groepjes van vier de zogenoemde seppo-game die hen laat kennismaken met de opleiding, de gebouwen en met elkaar. Het plenaire introductiepraatje dat aan de twee activiteiten voorafgaat, wordt soms ook gebruikt voor de skc-gesprekken. Slier: ‘We scannen dan wat er in de zaal gebeurt. Als iemand te laat komt of onderuitgezakt zit, kan de docent het daar in het gesprek over hebben. Iedereen is welkom bij de opleiding, maar je moet wel een stukje positiviteit laten zien.’
‘Dan kwam er ineens weer een gesprek…’
Het uitnodigen van een groep aanmelders op één dag of dagdeel heeft naast het creëren van binding nog een ander voordeel, maakt Van Efferink van de pabo kenbaar. ‘In het verleden had ik wat klagende collega’s omdat ze een halfjaar bezig zijn met de skc’s: “Dan kwam er ineens weer een gesprek.” Nu is alles geconcentreerd op ongeveer vijf matchingsdagen. Je clustert het en op zo’n dag werkt iedereen aan één ding: zoveel mogelijk gesprekken voeren. Iemand van het bedrijfsbureau controleert meteen of alle gesprekken in Osiris zijn verwerkt.’
Sommige opleidingen kiezen voor een tweegesprek of groepsgesprek. ‘Het advies moet wel individueel zijn’, vertelt Goijen. ‘Die opleidingen zien groepsgesprekken als een goede manier om te zien hoe iemand functioneert in een groep. Maar als de startmeter een uitkomst geeft voor extra aandacht – denk aan een beperking, taalachterstand, moeilijke thuissituatie – of de aanmelder niet goed functioneert in de groep, dan krijgt de aanmelder een individueel gesprek met een ervaren slc.’
Tekst: Jos van Nierop
Illustratie: Aileen Melief
Aanmelders zijn verplicht aan alle studiekeuze-activiteiten deel te nemen. Mis je iets, dan volgt er een herkansing. Goijen: ‘Als er bijvoorbeeld sprake is van een ziekenhuisopname kan dat voor de directeur een legitieme reden zijn voor een extra kans.’ Maar normaal gesproken mag je, als je tweemaal niet bent komen opdagen, niet aan de opleiding beginnen. Via de geschillen- en adviescommissie (gac) hebben 130 aanmelders afgelopen augustus geprobeerd toch toegelaten te worden. Ongeveer 100 personen slaagden daarin, vertelt Goijen. ‘Ze hebben allen een extra kans gekregen omdat het bewuste instituut hen een te korte reactietermijn had gegeven voor een casus die ze thuis moesten maken.’
De gac behandelde uiteindelijk 25 zaken van aanmelders die bijvoorbeeld beweerden dat ze de post over de skc niet hadden ontvangen. Slechts één aanmelder werd in het gelijkgesteld. Hij kon hardmaken dat zijn huisbaas zijn post achterhield. Goijen: ‘Daarna is besloten dat ook bij deze opleiding de brieven zowel per post als per e-mail verstuurd gaan worden.’
Vorig jaar vonden er 12.868 studiekeuzegesprekken plaats. Sommige aanmelders voerden gesprekken bij verschillende opleidingen, blijkt uit de Evaluatie Studiekeuzecheck 2018.
– In 81 procent van de gevallen kreeg de aanmelder een positief advies.
– 2.195 van de aanmelders meldden zich op of na 1 mei aan (17 procent van het totaal). 37 van deze aanmelders (minder dan 2 procent) kregen een negatief – en dus bindend – advies.
– Van de 590 aanmelders die een niet-bindend negatief advies ontvingen (dus aangemeld voor 1 mei) zijn er 260 toch aan de opleiding begonnen.
– Van de aanmelders met een negatief advies én een ‘positief met aandacht-advies’, was 72 procent het niet eens met dat advies.
– Vóór het skc-gesprek was 62 procent van de aanmelders zeker van zijn studiekeuze, erna was dat percentage gestegen naar 84 procent.
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top