Het collegebestuur heeft dit besloten vanwege het belang dat gehecht wordt aan ‘goed functionerende en professionele medezeggenschap op alle niveaus in de organisatie’, reageert collegevoorzitter Ron Bormans desgevraagd. ‘De taak van de medezeggenschap en het aantal dossiers waarover zij meepraat, is de afgelopen jaren zeker niet kleiner geworden. Het aantal uren dat daarvoor beschikbaar is, liep daarmee niet altijd meer in de pas.’

Extra tijd voor vooroverleggen

Voor personeelsleden in de cmr ging het aantal uren in 2017 al flink omhoog, van 0,16 fte (ruim 6 uur) naar 10 uur. De extra tijd van de cmr-leden wordt onder andere ingezet voor vooroverleggen, vertelt cmr-voorzitter Sjoerd van Vliet. ‘Dat zijn overleggen met leden van het collegebestuur of met beleidsmedewerkers voordat een agendastuk in de cmr-vergadering komt.’

De afgelopen tijd is het cmr-beleid geworden om die vooroverleggen te gebruiken om plannen van het college al in een vroeg stadium bij te sturen. Van Vliet: ‘De ene keer werkt dat goed en kun je een agendastuk tijdens de cmr-vergadering meteen aftikken. De andere keer gaat het moeizamer en moet het nog een keer op de agenda komen te staan.’

Afstemming tussen cmr en imr’en

Bij de 2 uur die er nu voor het cmr-werk bijkomen, wijst het college naar de decentralisatie. Terwijl je zou verwachten dat het medezeggenschapswerk door de decentralisatie verschuift van cmr naar de instituutsmedezeggenschapsraden (imr’en), stelt het college dat het juist meer overleg en afstemming vergt tussen cmr en imr’en. ‘Er is meer interactie nodig om tot gezamenlijke voorstellen te komen’, motiveert Bormans. ‘Ook in een decentrale organisatie worden bepaalde afspraken en beleid centraal vastgesteld en dat vergt dat de cmr voldoende tijd moet hebben om die dossiers te kunnen behandelen en beoordelen.’

Cmr-voorzitter Van Vliet wijst op de ‘stevigere band’ die cmr en imr’en met elkaar aan het opbouwen zijn. ‘Dat kost tijd’, vertelt de voorzitter die vindt dat de cmr ook de rol heeft om de democratische processen bij de imr’en in de gaten te houden. ‘We zien nog regelmatig dat informatie gekleurd of niet bij de imr’en terechtkomt.’

Er is meer nodig dan meer uren

Ook  imr- en oc-leden krijgen er tijd bij, en gaan van 2 naar 4 uur per week. Meer uren is mooi, maar er is meer nodig, stelde de cmr vorige maand in het kader van de decentralisatie van het werkdrukbeleid. Er moet gewerkt worden aan professionalisering van de raden die op dit moment ook nog eens niet allemaal volledig bezet zijn. De cmr wist het college ertoe te bewegen met een notitie te komen over de facilitering en de rol van de imr’en. Zelf gaat de cmr de decentrale raden via een enquête vragen naar hun behoeften, met het werkdrukbeleid als casus.

Al eerder besloot het college van bestuur (cvb) om de cmr, imr’en en oc’s extra te faciliteren door de verkiezingen niet in december maar in november te organiseren zodat december een overdrachtsmaand kan worden. Het cvb: ‘Dan heeft de vertrekkende raad nog zitting en loopt de aankomende raad al mee, maar heeft deze formeel nog geen bevoegdheden.’
Het faciliteren van de medezeggenschap heeft ook betrekking op het vrijroosteren van student-leden, van wie wordt verwacht dat ze op maandagmiddagen de cmr-vergadering bijwonen. Voor studentleden van imr’en en oc’s geldt hetzelfde.

Soepeler omgaan met aanwezigheidsplicht

De regeling met de student-leden is vergelijkbaar met die voor topsportstudenten bij wie soepeler wordt omgegaan met de aanwezigheidsplicht. Bormans: ‘Het is niet mogelijk om alle maandagmiddagen vrij te roosteren. Maar in overleg met de opleiding kan dan worden gezocht naar een passende oplossing om studie en medezeggenschapswerkzaamheden te combineren.’

Het niet vrij kunnen krijgen op maandag is bij de cmr een terugkerend onderwerp waarbij de verantwoordelijkheid ook voor een deel bij de student ligt, vindt Van Vliet. ‘De student moet zelf het initiatief nemen en niet een week van tevoren zeggen dat hij een verplichte les heeft.’

Van Vliet: ‘Aan de student-leden heb ik in het verleden gevraagd welke vakken ze op maandag hadden. We zijn daarmee aan de slag gegaan en hebben opleidingen gevraagd of ze mee wilden meewerken aan een oplossing. Bijvoorbeeld door een vak te verplaatsen. De bereidwilligheid is er, is mijn ervaring.’

Jos van Nierop

Profielen, het onafhankelijke nieuwsmedium van de Hogeschool Rotterdam, deelt wekelijks artikelen op Linkedin. Ben jij onze nieuwe connectie?