Moeten de lerarenopleidingen op de schop?
Gepubliceerd: 16 December 2019 • Leestijd: 3 minuten en 48 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Er moeten meer leraren voor de klas, maar hoe krijg je die daar? De Vereniging Hogescholen wil het opleidingsstelsel flink onder handen nemen, staat in haar strategische agenda. Volgens IvL-directeur Els de Bock zijn veel van de plannen al min of meer in uitvoering.
De lerarentekorten zijn groot en met de huidige instroom komt daar voorlopig geen verandering in. De hoge werkdruk en de beperkte carrièreperspectieven doen het imago van het vak geen goed. Een ‘grote maatschappelijke zorg’, vindt de Vereniging Hogescholen (VH). Vorige week maandag overhandigde de VH daarom haar strategische agenda voor de lerarenopleidingen – met de titel Samen toekomstbestendige leraren opleiden – aan minister Van Engelshoven.
Verschillende typen onderwijsprofessionals
Het onderwijs heeft volgens de Vereniging Hogescholen zowel behoefte aan vakexperts als aan pedagogen en didactische coaches. De verschillende typen ‘onderwijsprofessionals’ dragen dan samen de verantwoordelijkheid voor hun leerlingen.
Het huidige stelsel van opleidingen en bevoegdheden zou minder streng moeten worden.
Leraren moeten volgens de vereniging breed inzetbaar zijn en meerdere vakken kunnen geven aan kinderen van verschillende leeftijden. Het huidige stelsel van opleidingen en bevoegdheden zou minder streng moeten worden.
‘Paradox in het onderwijs’
Volgens Els de Bock, directeur van het Instituut voor de Lerarenopleidingen (IvL), is er sprake van een paradox in het onderwijs: ‘Het stelsel is inderdaad best ingewikkeld, maar elke nieuwe maatregel maakt het eigenlijk nog ingewikkelder. De kleuters terug, een tienerschool tussen po en vo: er komen alleen maar dingen bíj. Ik ben er wel voor, maar eenvoudiger wordt het er allemaal niet van.’
De VH hoopt met maatwerk meer mensen te enthousiasmeren voor een baan in het onderwijs, zoals zij-instromers. Goede intakeprocedures en vrijstellingen moeten ervoor zorgen dat leraren in spe het pad kunnen volgen dat ze graag willen. Bij een landelijk loket kunnen ze terecht met vragen.
Volgens De Bock zijn veel van de voorstellen van de VH op de HR al min of meer operationeel of in de maak; er zijn allerlei routes naar het leraarschap en er komen mogelijkheden bij. Zo komt er een nieuwe associate degree (Ad) voor alle beroepsgerichte vakken in het vmbo. En die zou er daarna ook kunnen komen voor wiskunde in de onderbouw van het vmbo.
Een Ad voor het beroepsgerichte vmbo is er al, waar vakmensen met bijvoorbeeld technische kennis zich kunnen bekwamen in pedagogiek en didactiek. Iedereen met een havo- of mbo-diploma is toelaatbaar voor die opleiding, zonder toetsen ‘voor de poort’.
Zij-instromers: ‘Duurt het zo lang?’
Om het lerarentekort op te lossen wordt veel naar zij-instromers gekeken. Op het totaal van alle studenten van het IvL, is dit nu echter nog maar een klein deel. Het is volgens De Bock om te beginnen een misverstand dat je als zij-instromer ‘snel even’ tot leraar wordt omgeschoold. ‘Zij-instromers hoor ik weleens zeggen: “Duurt het zó lang?” Maar ja dus: je gaat echt een nieuw vak leren en dan is twee jaar in feite al vrij kort.’
Ook scholen vinden het spannend om een zij-instromer aan te nemen.
De zij-instromers die de HR opleidt, moeten aan het begin van hun opleiding al op een school werken. Vaak moeten ze dus hun baan opzeggen voor ze aan dit ‘ongewisse avontuur’ beginnen, legt De Bock uit. Dat zorgt ervoor dat sommigen toch terugkrabbelen. Ook scholen vinden het spannend om een zij-instromer aan te nemen. In het primair onderwijs is de nood hoger en daar zijn al veel zij-instromers aan de slag gegaan.
Volgens De Bock is de meeste winst vooral in de reguliere voltijdsopleiding te behalen. ‘Uiteindelijk gaat het om drie zaken, ook wel de drie keer tien procent-regel genoemd. Ten eerste een tien procent grotere instroom, onder andere door zij-instroom en maatwerk, en door aankomende studenten beter te ondersteunen bij de toetsen voor de poort. Ten tweede tien procent minder uitval tijdens de studie. De derde tien procent moet komen uit minder uitval van docenten als die eenmaal aan het werk zijn.
Uitvallers en langstudeerders
Er zijn scholen die in een bepaalde vakgroep alleen maar onbevoegden hebben en daardoor geen leraren meer kunnen opleiden.
De uitval tijdens de studie kan volgens De Bock omlaag door meer samenwerking met scholen en door goede afspraken te maken met scholen over het aanstellen van stagiairs in een baan. ‘We willen afspreken dat ze alleen vierdejaars een baan aanbieden. Leraren in opleidingen knappen nu nog te vaak af omdat ze veel te snel alleen voor de klas staan’, zegt De Bock.
Ook het langstuderen – een veelvoorkomend verschijnsel op IvL – is onder meer te wijten aan deze ‘groenpluk’. Er zijn inmiddels zelfs scholen die in een bepaalde vakgroep alleen maar onbevoegden hebben en daardoor geen leraren meer kunnen opleiden. ‘Je valt dan in je eigen zwaard, komt in een vicieuze cirkel terecht’, aldus De Bock. ‘Als we die weten te doorbreken en de drie keer tien procent-regel toepassen, is het probleem in het voortgezet onderwijs in een paar jaar op te lossen.’
Carrièreperspectief creëren
Het beroep moet aantrekkelijker en flexibeler worden, denkt de VH. De VH ziet bijvoorbeeld docenten voor zich die meerdere vakken geven. Leraren moeten er straks voor kunnen kiezen om hun kennis te verbreden of juist te verdiepen. Aan de pabo kunnen ze zich specialiseren in het jonge kind, of zich toeleggen op het speciaal onderwijs. ‘Als bevoegdheden worden gestapeld of gecombineerd, kunnen leraren makkelijker veranderen van onderwijssector of van vak. Zijn ze breder inzetbaar, dan kan dit tekorten in bepaalde sectoren of vakken beter tegengaan.’ Daarmee sluit de vereniging aan bij een eerder advies van de Onderwijsraad.
De Bock vraagt zich af in hoeverre leraren een tweede schoolvak willen leren. ‘Meestal willen ze juist iets anders naast het lesgeven gaan doen, bijvoorbeeld leidinggevende worden of zorgcoördinator’. Juist het creëren van meer carrièreperspectief en functiedifferentiatie kan het vak aantrekkelijker maken, denkt zij.
Tekst: HOP, Melanie Zierse / Profielen, Edith van Gameren
De uitval kan echt aangepakt worden door de hogeschool. Er is (bijna) elk jaar instroom genoeg, maar met dingen zoals het nieuwe curriculum waardoor alle vakken 5 of 6 punten zijn of een veel te verre stageplek, word je niet bemoedigd. Ik zelf persoonlijk was bijna een ‘slachtoffer’ van het nieuwe curriculum en had een stageplek bij een opleidingsschool die buiten de regio ligt waar ik woon. Meerdere studenten die bijvoorbeeld in Rotterdam wonen worden geplaatst bij de opleidingsschool van Den Haag of Rijnmond. Dit geeft het gevoel dat er niet aan je gedacht word en hierdoor is er ook veel uitval. En daarop is er ook nog dat als er een probleem is met iets je van het kastje naar de muur word gestuurd. Ik hierop nog veel verder doorgaan. Logisch dat er een docenten tekort is.
Wat grappig dat ik uit mijn kringen hoor dat de lerarenopleidingen bij Hogeschool Utrecht vele malen flexibeler en student vriendelijker zijn dan de HR. In dat kader mis ik toch wel een kritische blik op de onderwijsvoering van de IVL.
De Hogeschool Rotterdam moet toch echt in de spiegel kijken wat betreft uitval en langstudeerders. Je wordt van kastje naar muur gestuurd, krijgt tegenstrijdige of foutieve informatie. Als deeltijder zou je enige flexibilisering mogen verwachten, maar puntje bij paaltje doorloop je hetzelfde curriculum als voltijd, krijg je minder les en moet je véél meer in je eigen tijd doen – welke je niet hebt, want je werkt naast je studie en daarom kies je deeltijd.
Daarnaast is de begeleiding érg docent afhankelijk. Dat het enigzins docent afhankelijk is, dat is begrijpelijk, het is mensenwerk. Maar het is wel erg bepalend en meestal niet voldoende. Verhalen over vertraging oplopen omdat je geen tijdig feedback krijgt wekken niets eens verbazing meer op. En de docenten die je motiveren en waar je iets van leert, die zie je overladen worden met werk.
Als docenten in opleiding leren wij hoe belangrijk het pedagogisch aspect is van het lesgeven. Hoe zit dat bij de HR?