Studenten bedenken ‘simpele’ oplossing tegen voedselverspilling kantines
Gepubliceerd: 19 June 2019 • Leestijd: 3 minuten en 39 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Een groep COM-studenten heeft een simpele oplossing om voedselverspilling in kantines tegen te gaan. Door te meten hoeveel studenten er in het pand zijn, kan bijvoorbeeld het aantal gesmeerde broodjes beter afgestemd worden op de behoefte en hoeft er minder weggegooid te worden.
Eten weggooien is altijd zonde, zeker als je groot inkoopt zoals de kantines van de Hogeschool Rotterdam. Steven ten Cate van cateraar Appèl is de manager van de kantine op Hogeschool Rotterdam-locatie Kralingse Zoom. Voedselverspilling is voor hem een groot probleem. ‘Ieder broodje dat we weggooien is er één te veel, dus we streven voortdurend naar minder verspilling. Op deze locatie hebben we drie plekken waar we eten en drinken verkopen: de kantine, de koffiebar in de hal en het grand café Brascafé. Bij elkaar gooien die maandelijks voor 1.000 euro aan voedsel weg. En dat is alleen de waarde in geld. Dan heb ik het nog niet eens over de verspilde belasting op mens en milieu.’
Studenten Marco Vis, Hakim el Gharbaoui, Daphne Werring en Stevie Veldkamp (commerciële economie, global marketing & sales) moesten voor hun opleiding een project doen dat te maken heeft met duurzaamheid en de circulaire economie. Dat konden ze bij een multinational doen, maar ze wilden het eigenlijk dichter bij huis zoeken zodat er een kans was dat er iets met hun werk zou gebeuren.
Resultaat zien motiveert enorm
Marco: ‘Stevie besprak dit thuis en haar zwager zei toen: “Ik werk bij Appèl, waarom doen jullie het niet bij ons?” Dat leek ons direct een goed idee.’ Hakim: ‘Als we zouden samenwerken met de cateraar van de hogeschool, was er een kans dat ons plan daadwerkelijk uitgevoerd zou worden. Dan zie je resultaat van wat je doet en dat motiveert enorm.’
De studenten gingen aan de slag met het voedselverspillingsprobleem van de cateraar en ontdekten al snel wat het probleem was: omdat de cateraar niet goed kon inschatten hoeveel mensen er op welk moment op school zijn, kon men ook niet goed inschatten hoeveel broodjes, soep en salades er gemaakt moesten worden. Er moet dus gemeten worden hoeveel mensen er op school zijn, zodat de cateraar op basis van die data kan zijn inkoop kan doen.
Bezettingsgraad meten is niet zo lastig
Het bleek niet zo heel lastig te zijn om de bezettingsgraad te meten. Hakim: ‘De techniek is eigenlijk heel simpel. Als we in iedere deur een zendertje maken dat meet hoeveel mensen erin en eruit gaan, ben je al een heel eind op weg. Het is een lijntje tussen twee punten en als dat lijntje onderbroken wordt, omdat iemand het doorkruist, gaat de bezetting één omhoog of één naar beneden.’
Marco: ‘De modules die dit meten kosten 6 euro per stuk, je hoeft ze alleen maar te installeren, te verbinden met wifi en de data te delen met partners die het kunnen analyseren. Met een initiële investering van 760 euro heb je alles hangen en kunnen alle partners van de Hogeschool Rotterdam direct kosten besparen.’
Cateraar Appèl is enthousiast over het plan. Manager Ten Cate: ‘Het is heel simpel én doeltreffend. Daarnaast vind ik het als, data freak, heel gaaf dat er met data gewerkt gaat worden. Ik had al langer het idee dat data ons in dit vraagstuk vooruit kunnen helpen. En als we nu meer data verzamelen, kunnen we waarschijnlijk meer verspilling voorkomen. Verzamelen is het begin, daarna moeten we nog interpreteren en doorvoeren. Ik weet duizend procent zeker dat data ons gaan helpen.’
Aanbesteding voor meten van bezettingsgraad
Er is alleen een klein probleem: de Hogeschool Rotterdam is net een aanbestedingsronde gestart voor het meten van de bezettingsgraad van gebouwen en klaslokalen. En zodra er een geschikte partij gevonden is die aan de slag gaat, is het niet vanzelfsprekend dat dit studentenproject uitgevoerd mag worden. Toch mag dat de pret niet drukken.
Marco: ‘Ons concept bestaat eigenlijk uit drie niveaus. Met het eerste niveau meten we het aantal mensen in het gebouw, dat is interessant voor Appèl. Het tweede niveau is de bezetting per sectie, denk aan de verschillende verdiepingen en de toiletten. Met deze twee niveaus kunnen we de belangen van alle partners behartigen. Met het laatste niveau meten we de bezetting van de individuele lokalen. Dat is weer interessant voor de Hogeschool Rotterdam, maar kan dus gaan bijten met de Europese tender die ze in mei hebben uitgeschreven. Wij hopen toch minimaal de eerste twee niveaus te testen om te kunnen bewijzen dat het concept in de praktijk werkt.’
Implementeren op andere locaties
De presentatie die de studenten op het hoofdkantoor van Appèl gaven is zo enthousiast ontvangen dat er in de toekomst misschien ook wel mogelijkheden buiten de HR zijn. Ten Cate: ‘Als het systeem niet binnen de HR uitgerold kan worden, wil onze directeur wel kijken of er op andere locaties mogelijkheden zijn om het systeem geïmplementeerd te krijgen.’
De studenten hebben woensdagmiddag hun eindpresentatie op de hogeschool gegeven, maar zijn nog niet klaar met dit project. Ze zoeken binnen de hogeschool samenwerking met een minor om ervoor te zorgen dat het daadwerkelijk uitgevoerd wordt. Marco: ‘We willen een pilot starten om te kijken of we de sensoren die we voor ogen hebben met elkaar kunnen laten communiceren. Ook proberen we, in samenwerking met de minor data engineering van de opleiding informatica en de opleiding Technische informatica, te ontdekken wat de mogelijkheden zijn voor het verzamelen en analyseren van data. Met dit project hopen we een echte verandering te brengen in huidige gang van zaken. Samenwerking is de efficiëntste manier naar een duurzame toekomst.’
Tekst: Tosca Sel
Foto: Wietse Pottjewijd
Je kan de broodjes die niet worden verkocht ook gewoon weggeven aan mensen die het graag zouden hebben.
Zo leuk om te zien dat onze Informatica en Technische Informatica studenten en docenten steeds meer gaan samen werken met de meer Business georiënteerde opleidingen. De studenten van commerciële economie, global marketing & sales hebben echt goed doorgevraagd bij de ‘techneuten’ en zelf heel veel uitgezocht toen ze op het juiste pad waren gezet. Top samenwerking.