Studenten met gescheiden ouders vaker uit huis
Gepubliceerd: 28 August 2019 • Leestijd: 1 minuten en 39 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Studenten met gescheiden ouders wonen vaker op zichzelf dan studenten van wie de ouders nog bij elkaar zijn. Vooral wo-studenten uit een ‘gebroken gezin’ gaan eerder op kamers.
Het aantal studenten dat op zichzelf woont is sinds het afschaffen van de basisbeurs gedaald. Vóór 2015 ging ongeveer 23 procent van de hbo-studenten en 63 procent van de wo-studenten uit huis binnen 16 maanden na het starten van de studie. In het studiejaar 2017-2018 was dat respectievelijk nog maar 11 en 41 procent, aldus cijfers van het CBS. Wo-studenten zoeken vaker een plekje voor zichzelf, omdat zij gemiddeld ouder zijn en omdat de afstand van het ouderlijk huis tot de universiteit gemiddeld groter is dan de afstand die hbo-studenten moeten reizen.
Stiefouder als push factor
Ook de thuissituatie speelt mee. Wo-studenten met gescheiden ouders wonen het vaakst op zichzelf, blijkt uit een nog niet gepubliceerde studie in het tijdschrift Demos van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (zie figuur 1). ‘Jongvolwassenen uit niet-intacte gezinnen hebben mogelijk sterkere drijfveren om uit huis te gaan’, aldus de onderzoekers. Zo is de ouder-kindrelatie in deze gezinnen minder sterk en is er vaker ruzie. De aanwezigheid van een stiefouder is een belangrijke ‘push factor’ om te vertrekken.
Figuur 1. Het percentage hbo- en wo-studenten dat uit huis is gegaan binnen 16 maanden na de start van de studie, naar gezinssituatie, 2007-2017
Bron: CBS
Complexere gezinssamenstelling
Hoe complexer de samenstelling van het gezin, des te groter de kans dat studenten op zichzelf gaan wonen. Hebben beide ouders een nieuwe partner, dan gaat 33 procent van de vrouwelijke hbo-studenten uit huis en 22 procent van de mannelijke hbo-studenten, tegenover respectievelijk 25 en 15 procent bij ‘intacte’ gezinnen. Onder wo-studenten liggen de percentages uitwonenden nog aanmerkelijk hoger (zie figuur 2 en 3).
Figuur 2. Het percentage hbo-studenten dat uit huis is gegaan binnen 16 maanden na de start van de studie, naar de gezinsstructuur, in de periode 2007-2017
Bron: CBS
Figuur 3. Het percentage wo-studenten dat uit huis is gegaan binnen 16 maanden na de start van de studie, naar de gezinsstructuur, in de periode 2007-2017
Bron: CBS
Onduidelijk of gegevens compleet zijn
De onderzoekers baseren hun conclusies op gegevens van het Centraal Bureau van de Statistiek en de Basisregistratie Personen. De vraag blijft of die gegevens compleet zijn, aangezien de drijfveer voor studenten om hun adreswijziging door te geven is afgenomen sinds het verdwijnen van de basisbeurs. Waar ze voorheen extra geld kregen als ze konden aantonen dat ze niet meer thuis woonden, is die motivatie nu verdwenen. ‘Dat zou kunnen, dat weten we op basis van deze gegevens niet’, reageert UvA-onderzoekster Lonneke van den Berg desgevraagd. ‘Maar ik verwacht dat dat voor de conclusies van dit onderzoek niet veel uitmaakt.’
Tekst: HOP, Melanie Zierse
Zelfs zonder uitbegreid onderzoek was ik al tot dergelijke conclusie gekomen…
Beetje open deur onderzoek.
@BozePaarseAlien. Ik vind het zo knap als mensen, zonder relevante onderliggende gegevens, conclusies kunnen trekken en dan bij hoog en laag beweren dat deze juist zijn.
Ze zeggen niet voor niets: Assumption is the mother of all fuck-ups (Bron: https://www.youtube.com/watch?v=wg4trPZFUwc). En ja, dat is een aanname/hypothese. Er is geen onderzoek naar gedaan :-D. Als je er zeker van wilt zijn, nodig ik je uit om een open deur onderzoek te houden.