Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
30 november 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Cmr kritisch over functioneren examencommissies, kwaliteitszorg diploma’s ter discussie

Gepubliceerd: 23 September 2020 • Leestijd: 4 minuten en 10 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.

De centrale medezeggenschapsraad stelt dat de kwaliteit van HR-diploma’s niet gegarandeerd kan worden op basis van de jaarverslagen van examencommissies. Die verslagen zijn volgens de raad te vaak onduidelijk en er worden serieuze problemen in gesignaleerd. De cmr besprak het met het college van bestuur tijdens de raadsvergadering afgelopen maandag.

Uit de jaarverslagen van examencommissies blijkt onvoldoende dat de commissies ‘in control’ zijn, vindt de cmr. En dat terwijl de examencommissie hoofdverantwoordelijk is voor de borging van de diplomakwaliteit (klik voor meer uitleg).

De examencommissies hebben moeite om de bezetting rond te krijgen, ze ervaren soms problemen in de samenwerking met het management en ze hebben regelmatig te weinig tijd om hun controlerende taak goed uit te voeren. Dat concludeert de cmr op basis van het Onderzoek jaarverslagen examencommissies 2018-2019 en eerdere verslagen.

Te veel blindelings vertrouwd op toetscommissies

Een ander belangrijk probleem dat de cmr ziet, is de samenwerking tussen examencommissies en toetscommissies. ‘Examencommissies vertrouwen te veel blindelings op de toetscommissies’, stelt de cmr in een bespreekdocument, dat de raad vorige week aan het college van bestuur (cvb) stuurde ter voorbereiding op de vergadering..

Toetscommissies controleren namens de examencommissie zoveel mogelijk tentamens. Alleen als tentamens goed zijn, weet de examencommissie zeker dat studenten terecht studiepunten krijgen als ze het tentamen halen. En aangezien alle toetsen/studiepunten bij elkaar tot een diploma leiden, kan de examencommissie de diplomakwaliteit niet garanderen als de toetscommissies niet functioneren.

Soms controleren toetscommissies een tentamen dat ze zelf hebben helpen ontwikkelen.

Soms controleren toetscommissies een tentamen dat ze zelf hebben helpen ontwikkelen (‘ze keuren hun eigen vlees’, aldus de cmr). En als een toetscommissie verbeteringen voorstelt in een tentamen, controleert de commissie onvoldoende of die ook worden doorgevoerd.

Jaarverslagen examencommissies al jaren ter discussie

De jaarverslagen van examencommissies staan al jaren ter discussie, vanwege de kwaliteit ervan en vanwege het gebrek aan openbaarheid. Ook nu, constateert de cmr, beschrijven sommige examencommissies in hun jaarverslag vooral de procedures die ze toepassen, zonder de inhoudelijke bevindingen te delen. De medezeggenschapsraad ziet wel ‘een stijgende lijn’ richting een ‘acceptabel niveau van borging’, maar, zegt de raad, ‘we zijn er nog lang niet.’

Een mijlpaal is dat vlak voor de zomervakantie de jaarverslagen van examencommissies voor het eerst openbaar zijn gemaakt.

Keuren van eigen vlees

Ook heeft de compliance officer (die binnen de HR kijkt of iedereen zich aan de regels houdt) er een samenvattende rapportage over gemaakt, het eerder genoemde Onderzoek jaarverslagen examencommissies 2018-2019. Op dat rapport baseert de cmr een groot deel van haar kritiek. Zoals bijvoorbeeld de kritiek op toetscommissies die namens het management toetsen (helpen) ontwikkelen en later dezelfde toetsen namens de examencommissie controleren – het keuren van het eigen vlees-probleem.

Wat de cmr betreft verplicht het cvb de onderwijsinstituten om ‘toetsborgingscommissies’ in te stellen.

De cmr herhaalt de aanbeveling van de compliance officer dat die twee functies uit elkaar moeten worden getrokken. Wat de cmr betreft verplicht het cvb de onderwijsinstituten om ‘toetsborgingscommissies’ in te stellen die puur en alleen tentamens controleren. Deze commissies werken dan alleen voor de examencommissie.

‘Examencommissies omarmen aanbevelingen’

Het cvb wees de cmr er maandag nog eens op dat de compliance officer in het rapport alleen naar de jaarverslagen heeft gekeken, niet naar hun feitelijke werkzaamheden van de examencommissies.

Volgens het cvb omarmen de examencommissies overigens zelf ook de aanbevelingen uit het rapport, ook over de ‘toetsborgingscommissies’. De komende jaren is op dit punt ‘nog veel werk aan de winkel’, constateerde voorzitter van het cvb Ron Bormans in de vergadering.

De komende jaren is op dit punt ‘nog veel werk aan de winkel’, constateerde Bormans.

Het cvb wees er in haar reactie ook op dat examencommissies niet de enige zijn die de kwaliteit van diploma’s controleren. Ook de zesjaarlijkse accreditatiepanels doen dat, net zoals de interne auditpanels van amc.

‘Te weinig informatie om diplomakwaliteit te waarborgen’

Cmr-lid Daan den Teuling was niet overtuigd door de reactie van het cvb. Hij somde nog eens de tekortkomingen van examencommissies op en constateerde dat het cvb niet genoeg informatie heeft om de diplomakwaliteit überhapt te kunnen garanderen. ‘En voor een hogeschool met veertigduizend studenten vind ik dat niet kunnen’, wierp hij het cvb voor de voeten.

Bormans noemde de woorden van Den Teuling ‘onverantwoord’.

Bormans noemde de woorden van Den Teuling in zijn reactie ‘onverantwoord’ en verwierp ze ‘met de grootst mogelijke stelligheid’. Als er een probleem is met de afstudeerkwaliteit, herhaalde hij, ‘dan vallen we door de mand. Of bij de interne audits of bij de visitaties. En die doorstaan wij allemaal goed.’

Eerst stabiliteit, dan verfrissing

De cmr stelde ook voor om de zittingsduur van examencommissies te beperken tot vijf jaar, om voor de nodige ‘verfrissing’ te zorgen. Dat zou namelijk bij de examencommissie van de Rotterdam Academy goede resultaten opgeleverd hebben.

Over dat voorstel was het cvb minder enthousiast, aangezien de examencommissies nu juist druk doende zijn flinke verbeterslagen door te voeren, aldus Bormans. ‘Als dat allemaal stabiel is, kunnen we daar misschien weer de doelstelling van verfrissing in brengen.’

Wat doet een examencommissie?

Examencommissies zijn wettelijk verantwoordelijk voor het borgen van de diplomakwaliteit. Ze moeten ervoor zorgen dat de kwaliteit van diploma’s niet ter discussie komt te staan. Als de borging faalt, weet je niet langer zeker of diploma’s waardevast zijn.

Als de examencommissie een diploma ondertekent zegt het in feite dat de commissie erop vertrouwt dat de afstudeerder aan de opleidingseisen voldoet. Maar omdat de examencommissie niet elke student zelf kan beoordelen, moet het ook kunnen garanderen dat het hele onderwijssysteem tot de juiste resultaten leidt.

Die garantie zit hem in grote en kleine dingen. Zo moet uiteindelijk iedere tentamenvraag aansluiten op de leerdoelen van de cursus, die weer moet aansluiten op de gewenste leeruitkomsten van de hele opleiding. Op die manier kan de examencommissie controleren of de hele opleiding wel goed ‘uitgelijnd’ is.

Ook nemen examencommissies jaarlijks steekproeven van afstudeerwerk, laten ze toetscommissies naar de betrouwbaarheid van tentamens kijken, geven ze docenten de opdracht om hun beoordelingen op elkaar af te stemmen (om te voorkomen dat je als student pech hebt met de ene en mazzel met de andere docent) en nodigen ze specialisten van buiten de hogeschool uit om de kwaliteit van afstudeerwerken te beoordelen.

Als sluitstuk op al deze werkzaamheden beschrijven de examencommissies jaarlijks welke controles ze hebben uitgevoerd en wat ze daarbij tegenkwamen, zodat ook buitenstaanders kunnen zien of diploma’s van de HR waardevast zijn.

Tekst: Olmo Linthorst

 Profielen, het onafhankelijke nieuwsmedium van de Hogeschool Rotterdam, deelt wekelijks artikelen op Linkedin. Ben jij onze nieuwe connectie?
 Wil je op donderdag (rond lunchtijd) het heetste nieuws van afgelopen week in je mailbox ontvangen? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

3 Responses to Cmr kritisch over functioneren examencommissies, kwaliteitszorg diploma’s ter discussie

  1. Een interessante en herkenbare analyse, maar de oplossing van nog een commissielaag erbij lijkt me een onlogische heilloze weg.
    Toets- en examencommissies hebben te weinig tijd om hun werk goed te kunnen doen. De oplossing daarvoor lijkt me voor de hand liggen: voldoende tijd garanderen, niet nog een commissie erbij.

    Wat ook herkenbaar is in dit artikel is de tegenstrijdigheid die er heerst in opvattingen over hoe je in control raakt. Grofweg heb je twee scholen.
    De school van het wantrouwen: de slager mag nooit het eigen vlees keuren, alle taken moeten strikt gescheiden. Hier valt iets voor te zeggen in ons huidige tijdsgewricht. In dat geval moet het screenen van toetsen gebeuren door echte toetsexperts en bij kleinere opleidingen door externen omdat het anders niet te realiseren is.
    De andere is de school van het waarderend controleren. Hier gaat het er ook om dat er een leerproces optreedt en is er meer ruimte voor meedenken, zoals sommige toetscommissies doen.

    Daarnaast merk je in examencommissies soms de spagaat tussen het juridische en het toetsinhoudelijke. Dat zijn twee verschillende expertisegebieden. Als SKE trainer merkte ik dat er soms toetsinhoudelijk met vuistregels gewerkt wordt. Bijvoorbeeld screeningsformulieren die helemaal op psychometrische toetsen zijn ingericht, waardoor het voor bijvoorbeeld assessments gaat wringen. In principe geen ramp, totdat het er echt om spant en je er als ontwerper van assessment last van krijgt. Of een variatie aan toetsvormen als doel en dus eis opnemen, terwijl het een middel is met als de onderliggende reden dat de toets bij de leerdoelen moet passen, of een competentie op verschillende manieren vastgesteld moet worden.

    Met een toetscommissie en een toetsborgingscommissie los je dit niet op en je hebt twee tegenstrijdige scholen van controleren in een structuur. Op welke manier vallen beiden dan onder de examencommissie? Dat lijkt me vragen om onduidelijkheid. Meedenken en ontwikkelen zou ook een taak van curriculumcommissies kunnen worden. Dan heb je zo’n extra commissielaag niet nodig en kan de toetscommissie gewoon controleren.Als bijeffect: voldoende toetsexpertise in curriculumcommissies leidt tot betere toetsprogramma’s en daarmee ook betere curricula. De mensen die nu in een toetscommissie graag meedenken met hun collega’s kunnen dat ook vanuit een curriculumcommissie (of ontwikkelatelier) doen. En hopelijk kunnen we toetsing dan ook een beetje ontmythologiseren. Natuurlijk, je moet er verstand van hebben, maar in een organisatie waar alle docenten een mastertitel moeten hebben zou dat toch te realiseren moeten zijn. En in BKE en SKE zijn er de afgelopen jaren goede stappen gezet.

  2. @Anne Potters
    Interessante opmerkingen. Ik denk dat je bij verschillende opleidingen, binnen de HR, meerdere voorbeelden van de door jou beschreven twee culturen kunt tegenkomen.

    Kleine aanvulling: je suggereert (begin laatste alinea) dat de twee commissies in het voorstel van de cmr onder de excie zouden komen te vallen. Het idee is echter om de ‘toetszorg’ bij het management onder te brengen en alleen de ‘toetsborg’ bij de excie. Excuses als ik dat niet voldoende duidelijk gemaakt had!

  3. @Olmo Linthorst Aha, dank. Ja dat klinkt logischer.

    Mijn bijdrage doorlezend zie ik dat ik het wat pragmatisch heb ingestoken. Dus ter verduidelijking nog, ik denk dat de school van het wantrouwen misstanden aan de kaak kan stellen, maar nooit tot een leereffect bij opleidingen en docenten zal leiden. En dat het al snel ontaard in een van de onderwijspraktijk losgezongen bureaucratie: zie mijn voorbeelden van vuistregels die tot wet worden verheven.

    Vanuit de aanname dat misstanden uitzondering zijn ben ik vurig voor een waarderende benadering. Daarin voel ik me gesteund door het feit dat het accreditatiestelsel na jaren van door InHolland ingegeven wantrouwen ook weer meer over de bedoeling gaat. Gelukkig maar.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top