CPB rekent verkiezingsprogramma’s door: wie betaalt de terugkeer van de studiebeurs?
Gepubliceerd: 2 March 2021 • Leestijd: 1 minuten en 52 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Er zitten verrassingen in de verkiezingsprogramma’s: een ‘studiebeurs’ via de belastingdienst, bezuinigingen op de ov-studentenkaart en een voorstel voor halvering collegegeld in de sector techniek.
Het Centraal Planbureau presenteerde voor de tiende keer een doorrekening van de verkiezingsprogramma’s. Wat willen de partijen uitgeven en waarop willen ze bezuinigen? Het onderwijs is een van de thema’s en sommige partijen hebben verrassingen in petto.
Beurs
Veel partijen (maar wederom niet de VVD) willen weer een studiebeurs invoeren. De ene beurs is ruimer dan de andere. Sommige partijen willen het overigens via de belastingdienst regelen. Zo pleit de ChristenUnie voor een ‘verzilverbare basiskorting’ voor iedereen met een laag inkomen, dus ook voor studenten. D66 heeft hetzelfde idee en noemt het een ‘verzilverbare heffingskorting’.
Ook GroenLinks noemt de studiebeurs niet, maar de partij wil wel een ‘startkapitaal’ van tienduizend euro geven aan iedereen die 18 jaar wordt. Tot je 23ste kun je dat geld alleen aan onderwijs uitgeven.
Compenseren
Daarnaast willen sommige partijen studenten compenseren voor het mislopen van de basisbeurs, al verschilt het bedrag dat ze ervoor reserveren. De gulste gevers zijn GroenLinks (3,1 miljard), SP (1,7 miljard), PvdA (1,6 miljard) en ChristenUnie (1,5 miljard).
Collegegeld
De VVD speelt met de hoogte van het collegegeld. Om bacheloropleidingen in het onderwijs, de zorg en natuur & techniek aantrekkelijker te maken, krijgen studenten een halvering van het tarief. Zij betalen dan de helft van wat pakweg studenten geschiedenis of sociologie aan collegegeld kwijt zijn.
Momenteel geldt er alleen een halvering van het collegegeld voor alle eerstejaars (en tweedejaars van lerarenopleidingen). Die halvering willen sommige andere partijen weer schrappen, in ruil voor een nieuwe studiebeurs.
Ov-kaart
De twee christelijke regeringspartijen CDA en ChristenUnie blijken een versobering van de ov-studentenkaart te bepleiten. De twee partijen willen het reisrecht beperken tot de ‘nominale studieduur’: het uitloopjaar verdwijnt daarmee. De ChristenUnie wil bovendien de ov-vergoeding afschaffen voor Nederlandse studenten die een poosje in het buitenland studeren en hun ov-reisrecht niet kunnen gebruiken.
Lumpsum
Ook opvallend zijn de standpunten over de rechtstreekse financiering (lumpsum) van universiteiten en hogescholen. De meeste partijen willen geld erbij, bijvoorbeeld 100 miljoen (ChristenUnie, GroenLinks), 200 miljoen (PvdA) of zelfs 1 miljard (D66).
Maar de VVD wil juist 200 miljoen bezuinigen op die lumpsum, met als doel de samenwerking tussen instellingen te bevorderen en het aantal opleidingen te verminderen. Als universiteiten en hogescholen minder geld krijgen, zullen ze efficiënter te werk gaan, redeneren de liberalen.
‘De doorrekening is dan ook geen stemwijzer’
Er zitten beperkingen aan het doorrekenen van de programma’s, zoals CPB-directeur Pieter Hasekamp vanmorgen in zijn presentatie erkende. De budgettaire en economische effecten van maatregelen zijn ‘maar één aspect’ van de beleidskeuzes die de partijen maken. ‘De doorrekening is dan ook geen stemwijzer.’
Dat commentaar klinkt vaak als het over uitgaven aan onderwijs en onderzoek gaat. Die zijn volgens alle partijen heel belangrijk, maar de impact ervan is nauwelijks in een doorrekening te vatten.
Tekst: HOP, Bas Belleman
Illustratie: Demian Janssen
Foutje in het artikel. GroenLinks heeft bovenop het startkapitaal een studiebeurs van maximaal 400 euro per maand.
Dit staat in het politiek programma van GroenLinks:
Vanaf achttien jaar krijgen alle jongeren recht op een startkapitaal van 10.000 euro. Studenten die onder de ‘leenstelselgeneratie’ vallen krijgen als compensatie met terugwerkende kracht recht op dit startkapitaal. Studenten ontvangen een studiebeurs van maximaal vierhonderd euro per maand. Deze komt beschikbaar voor studenten uit gezinnen met een inkomen tot 100.000 euro per jaar. Jongeren die tegen hoge kosten een studentenkamer of onzelfstandige woning huren krijgen daarnaast recht op huurtoeslag. Het studentenreisproduct geldt de hele week, ook tijdens de zomer. De kosten van het reisproduct worden ook kwijtgescholden als een student de studie niet haalt.