Wethouder na raadsvragen: HR meldde sloop kunstwerk Dolf Henkes te laat bij gemeente
Gepubliceerd: 3 December 2021 • Leestijd: 6 minuten en 19 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.De Hogeschool Rotterdam heeft, bij de verbouwing van het pand aan de Kralingse Zoom, de gemeente Rotterdam veel te laat ingelicht over de sloop van het kunstwerk van Dolf Henkes. Voor de rechthebbenden is de kwestie nog niet afgesloten.
Na de sloop van het kunstwerk door de HR zijn er door de gemeenteraad schriftelijke vragen gesteld. Die zijn deze week beantwoord door de verantwoordelijk wethouder, vergezeld van een feitenrelaas van de HR en briefwisseling tussen de HR en de gemeente Rotterdam. Duidelijk wordt dat de sloop van de muurschildering volgens de wethouder te laat en niet op de juiste wijze is gemeld.
Kunstwerk pas laat genoemd in vergunningsaanvragen
Zo diende de HR in juni 2020 bij de gemeente een sloopvergunning in voor ‘bouwdeel C’ op de Kralingse Zoom. Maar ‘daarbij en in de daaropvolgende gesprekken is geen melding gemaakt van de aanwezigheid van het kunstwerk van Dolf Henkes’, schrijft D66-wethouder Said Kasmi (Cultuur en Onderwijs) aan de gemeenteraad. In april 2021 is er daarna een omgevingsvergunning aangevraagd voor de sloop en de verbouwing, maar ook hierin werd geen melding gemaakt van het kunstwerk.
Pas in september 2021 werd de aanwezigheid van het kunstwerk voor het eerst vermeld, in ‘de bijlagen van het asbestrapport’, maar ‘zonder verdere toelichting en context’. Daarbij, zegt de wethouder, staat zo’n asbestrapport los van het slopen van een kunstwerk. ‘Een sloopmelding wordt alleen beoordeeld op de veiligheid rond de slooplocatie, de aanwezigheid van asbest en de juiste afvoer van de materialen.’
Constructieve dilemma’s
Op 18 november 2021 – kort nadat bleek dat het werk gesloopt was – sprak de wethouder met de HR. De HR liet hem toen weten dat zij ‘intern een aantal stappen heeft gezet’ om het kunstwerk te behouden. ‘Uit het gesprek is ons gebleken dat de HR er lange tijd van uit is gegaan het kunstwerk in het gebouw te behouden en zich pas in een heel laat stadium geconfronteerd zag met constructieve dilemma’s die dat behoud in de weg stonden’, schrijft de wethouder.
In de zomer van 2021 heeft de HR, samen met het Rotterdamse Havenbedrijf, onderzocht of het kunstwerk geen nieuwe plek kon krijgen op het RDM-terrein. ‘Dat bleek niet te lukken, en daarop zijn enkele andere wegen (informeel en pas in een zeer laat stadium) bewandeld’.
Publieke middelen
Uit het feitenrelaas dat het college van bestuur van de HR aan de gemeente stuurde, blijkt dat de HR al in oktober 2020 is begonnen te onderzoeken of het kunstwerk op de Kralingse Zoom kon blijven, en later of het op een andere locatie van de hogeschool of elders in de stad geplaatst kon worden. Dat bleek, door de hoge kosten en allerlei bouwtechnische complicaties, volgens de HR niet mogelijk. ‘Het vinden van een locatie is sterk bemoeilijkt door de constructie-eisen waaraan een locatie moet voldoen’, schrijft de HR.
Zo werd duidelijk dat op het RDM-terrein geboord zou moeten worden door de constructieve vloer en een deel van de vloerverwarmingsleidingen omgelegd zou moeten worden. ‘De lichtstraat moest worden gedemonteerd om de muur in te hijsen, waarbij wellicht sprake is van asbest, wat zou kunnen leiden tot een volledige sanering van de lichtstraat. Bij navraag werd niet duidelijk wat de maximaal toegestane kadebelasting was, waardoor niet zeker was of een hijskraan op de RDM-kade zou kunnen worden geplaatst. Bij het transport bestond het risico dat verkeerslichten gedemonteerd
zouden moeten worden.’
Toen er geen zicht kwam op een alternatieve locatie en wachten zou leiden tot bouwvertraging, besloot de hogeschool dat het kunstwerk niet behouden kon worden: ‘Hogeschool Rotterdam is een met publieke middelen gefinancierde onderwijsinstelling; een dergelijke bouwkostenoverschrijding zou terecht vragen hebben opgeroepen over de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de inzet van publieke middelen die zijn toegekend voor onderwijsdoeleinden’, aldus het HR-bestuur.
Niet officieel of urgent
In de tweede helft van juli 2021 heeft de hogeschool ‘informeel en bij een niet direct bij dit onderwerp betrokken medewerker van de gemeente’ gepolst of de gemeente misschien kon helpen met de waardebepaling van het kunstwerk, schrijft de wethouder. Tijdens het zomerreces heeft ‘een lid van de kunstcommissie’ van de HR bij het CBK Rotterdam gepolst of partijen, binnen en buiten de stad, interesse zouden hebben in het overnemen van het kunstwerk.
Het werd echter niet duidelijk dat de nood voor het kunstwerk zo hoog was, schrijft de wethouder aan de gemeenteraad. ‘Uit de mails bleek niet dat sprake was van een officieel verzoek en van urgentie, bijvoorbeeld uit een indicatie van de planning van sloop en nieuwbouw. Er is geen nader contact geweest en de HR heeft geen formeel verzoek gedaan voor advies en bijstand.’
In oktober van dit jaar, kort vóór de sloop van het kunstwerk, nam de HR in allerijl contact op met de Stichting Henkes – die de nalatenschap van de kunstenaar beheert –, maar dat mocht, door de korte termijn, niet meer baten.
Financiële overwegingen onbegrijpelijk
Dat het gemeentebestuur de HR ter verantwoording heeft geroepen – een van de vragen van de raad – blijkt uit een brief van het college van B&W aan de HR. ‘De vernietiging van het kunstwerk ‘Het Scheikundelokaal’ van Dolf Henkes heeft mij en andere leden van het college van burgemeester en wethouders diep geschokt. Ook door de gemeenteraad van Rotterdam is met verbijstering kennisgenomen van het bericht’, schrijft Kasmi. ‘Dat het besluit om het werk te vernietigen genomen is op basis van een kostenbatenanalyse is voor mij onbegrijpelijk. Taxeren van een geconserveerde wandschildering, een in meerdere opzichten uniek kunstwerk, is ondoenlijk, niet alleen wegens die uniciteit, maar ook omdat het niet of met heel veel moeite verplaatsbaar is. Dat de kosten van verplaatsing niet in verhouding staan tot de waardetaxatie (als dat al mogelijk zou zijn), zegt dus niets over de intrinsieke en artistieke waarde van het werk.’
Het klopt volgens de wethouder ook niet dat de HR ‘zeer zorgvuldig’ gezocht heeft naar een herbestemming van het kunstwerk. ‘Zo is bij de aanvraag van de omgevingsvergunning en bij de sloopmelding niet aan de gemeente kenbaar gemaakt dat er een belangrijk gebouwgebonden kunstwerk in het pand aanwezig was.’
De wethouder betreurt het in de brief aan de HR zeer dat het gemeentebestuur niet tijdig is ingeschakeld; samen had men ongetwijfeld een oplossing gevonden. Het feit dat de HR het kunstwerk ‘digitaal heeft gedocumenteerd’ noemt de wethouder ‘een schrale troost, en staat in geen verhouding tot de waarde van het oorspronkelijke werk’.
Alle kunst inventariseren
Omdat de gemeente in deze zaak formeel gezien geen partij is, kan zij geen compensatie vragen aan de HR – dat is aan het ministerie. De Staat der Nederlanden en het ministerie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) zijn de eigenaren van het inmiddels vernietigde kunstwerk zijn. Het ministerie is not amused en laat de zaak verder onderzoeken. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed onderzoekt als rechthebbende of er (juridische) gevolgen zitten aan de sloop.
Om te voorkomen dat in de toekomst dezelfde fout wordt begaan – de HR is in het bezit van meerdere ‘wederopbouwkunstwerken’ – gaat de hogeschool op verzoek van de wethouder alle kunstwerken die in haar bezit zijn inventariseren. ‘We kunnen die dan opnemen in onze inventarisatie en classificatie en samen met de HR waken over het behoud ervan.’ De brief van de wethouder doet het vermoeden rijzen dat de gemeente zich eigenlijk niet bewust was dat het betreffende kunstwerk aanwezig was op de HR.
‘Droevige situatie’
‘Alles bij elkaar’, zegt Erik Hammerstein, voorzitter van de Stichting Henkes, ‘is het een droevige situatie’. Nog steeds heeft hij veel vragen, en betwist hij onderdelen van het eerdergenoemde feitenrelaas. De HR communiceerde eerder aan Hammerstein dat er contact was opgenomen met CBK, iets dat nu slechts een ‘informeel contact’ blijkt te zijn geweest. Ook betwist Hammerstein de waardebepaling van het kunstwerk. Volgens Hammerstein waren er ook tal van mogelijkheden om het kunstwerk elders te plaatsen.
Voor hem en de stichting is het hoofdstuk nog niet afgesloten. ‘Absoluut niet. In mijn gesprek met de HR heb ik heel duidelijk gezegd: ik probeer er met u uit te komen. Maar er moet een financiële vergoeding betaald worden aan een fonds dat opkomt voor bescherming van erfgoed of voor Henkes. En jullie moeten je verontschuldigingen aanbieden.’ Volgens Hammerstein heeft het cvb van de HR dat ‘niet afgewezen’, maar men wilde een gesprek met het ministerie van OCW en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed afwachten – volgens Hammerstein vindt dat gesprek vandaag, donderdag 2 december, plaats.
‘Ook opvallend dat gemeente van niks wist’
Norman Vervat van de erfgoedverening Heemschut noemt het fijn dat het college van B&W net zo geschrokken is. ‘Je koopt daar natuurlijk niks voor, maar de gemeente erkent het belang van het kunstwerk.’ Volgens Vervat leest hij ‘door de regels’ dat het vooral fout is gegaan met de inventarisatie: ‘Niemand bij de gemeente realiseerde zich dat het kunstwerk er was. In de basis is dat de fout van de HR, maar het is ook opvallend dat de gemeente van niks wist’.
Ook Vervat zegt dat hij ‘koerst op een vorm van compensatie’ voor de vernietiging. ‘Dit werk krijg je nooit meer terug.’
Het ministerie van OCW is om reactie gevraagd, maar kon vooralsnog geen antwoord geven. De woordvoerder van de HR laat weten dat het cvb op dit moment in gesprek is met de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en de Stichting Dolf Henkes. ‘Lopende de gesprekken geven wij geen verdere toelichting’, laat men weten. ‘Als de gesprekken zijn afgerond zal er een evaluatie plaatsvinden.’
Tekst: Rutger de Quay
Foto: Stichting Henkes
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top