In gesprek over diversiteit: ‘Daden zijn belangrijk. Woorden ook’
Gepubliceerd: 5 October 2021 • Leestijd: 2 minuten en 53 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Diversiteit en inclusie is door de HR tot belangrijk thema gebombardeerd. Daar is de centrale medezeggenschapsraad (cmr) het helemaal mee eens. Om die reden organiseerde de raad een bijeenkomst over het thema waar onder andere cmr- en cvb-leden met elkaar in gesprek gingen.
‘De discussie voeren we al meer dan twintig jaar. We wachten teveel. Moeten we niet méér doen, moeten we iets afdwingen?’ Sanjay Drigpal, docent bij de HRBS, was maandagmiddag gespreksleider bij de achtereenvolgende groepjes die over het diverser samenstellen van managementteams praatten.
Bij ‘iets afdwingen’ denk je al snel aan quota, en dat middel is misschien niet eens zo’n slecht idee, vond cmr-lid Maram Sharout. ‘Met Zakia Guernina, iemand met een niet-Nederlandse achtergrond, als lid van het college van bestuur zijn we daarmee al begonnen.’
Niet iedereen vindt het stellen van quota een goed idee. Zoals Jeroen Chabot, WdKA-directeur en op de HR een van de kartrekkers van de ‘Coalitie tegen racisme’. Hij vindt dat je daarmee het onderwerp simplificeert. ‘Ik denk dat je vooral rolmodellen moet hebben voor de studenten. Bij de WdKA proberen we dat te bereiken door bij het werven van docenten buiten onze eigen netwerken te zoeken.’
Meer diversiteit, meer verharding
Inclusie en diversiteit gaat niet slechts over de samenstelling van management- en docententeams maar bijvoorbeeld ook over het onderlinge contact tussen studenten. Nasim Kerbalai, een andere gespreksleider, werkt acht jaar als docent bij de HRBS. Hij ziet daar een steeds grotere diversiteit van de studentenpopulatie maar ook een steeds grotere onderlinge verharding.
Van sommigen pogingen van de HR om een meer inclusieve hogeschool te worden – of te lijken – zegt hij weleens cynisch te worden. Kerbalai: ‘Als je op je internetpagina’s ook foto’s van getinte studenten zet en van studenten met een hoofddoek en verder niks doet, ben je nog niet inclusief.’ Het woord ‘symboolpolitiek’ kwam tijdens de bijeenkomst meerdere malen voorbij.
Nadenken over niet-Westerse perspectieven
Ook in de groep van Kerbalai, dook het woord op, toen moest worden gereageerd op de stelling dat de HR jaarlijks een week van inclusie en diversiteit moet organiseren. ‘Een week is te kort’, vond cvb-lid Wijnand van den Brink. ‘Je moet herhalen en je moet het steeds laten terugkomen in dat wat je doet. Bijvoorbeeld in de gesprekken die je voert en in de curricula. Je kunt docenten vragen of ze in hun vakgebied hebben nagedacht over het delen van andere perspectieven dan alleen het West-Europese.’
Terug naar de eventuele week van inclusie en diversiteit, wat niet per se een slecht idee hoeft te zijn, vindt cmr-lid Tim Fleumer. ‘Bij CMI hadden we bijvoorbeeld een internationale week. Het hoeft niet het enige te zijn maar er komt op die manier wel aandacht voor het onderwerp. Ik moest ook denken aan een artikelenreeks in de Volkskrant waar voorafgaand aan de verkiezingen mensen met heel andere denkbeelden met elkaar in gesprek gingen, bijvoorbeeld een Forum-stemmer met een GroenLinks-stemmer. Zoiets kan ik mij ook hier voorstellen.’
‘Debat stimuleren en bewustwording creëren’
Het met elkaar in gesprek gaan werd maandagmiddag meerdere malen als belangrijk benoemd. ‘We moeten het debat stimuleren en daarmee bewustwording creëren’, betoogde cmr-lid Habibe Basol in haar speech die aan de gespreksgroepjes voorafging.
Die gesprekken zijn soms lastig te beginnen, als je in een ongemakkelijke situatie terechtkomt, vertelde social work-docent en gespreksleider Mohamed Bouziane met het voorbeeld van een in Nederland opgegroeide student die hij die ochtend sprak. ‘Ze had ergens een intakegesprek en na afloop zei men “Wat spreek je goed Nederlands”. Ze was geraakt. Maar ga je daarover het gesprek aan? En hoe?’
‘Sfeer in de stad soms heel grimmig’
In gesprek gaan is niet altijd even makkelijk, maakte ook collegevoorzitter Ron Bormans aan het eind van de bijeenkomst duidelijk. ‘Het gesprek voeren over inclusie en diversiteit is belangrijk, maar als je honderd meter de stad in loopt, wordt de sfeer daarover soms heel snel grimmig. En heb je mensen die hun plek denken te moeten verdedigen.’ De collegevoorzitter vindt het belangrijk te kunnen laten zien ‘hoe we met elkaar dit gesprek voeren’. Bormans. ‘Daden zijn belangrijk. Woorden ook.’
Tijdens de cmr-bijeenkomst was de sfeer juist goed, constateerde Bormans. ‘Het thema wordt soms indringend en persoonlijk en het gaat vaak over vooroordelen. Het is goed dat ik vanmiddag mensen hoorde zeggen “Ik heb die vooroordelen ook”. En het is goed dat we ook hebben kunnen lachen met elkaar.’
Tekst en foto: Jos van Nierop
Op een of andere manier vind ik het hele diversiteit en inclusie-debat, en vooral de acties die eruit voortvloeien, verontrustend.
Er is vooral focus op slachtoffers, daders, uitsluiting van de dominante groepen op basis van sketchy theorieen met gaten erin (woke en CRT, bijv).
Waarom dien je bijv. ‘andere, niet westerse perspectieven’ uitvoerig gaan bespreken en misschien wel opdringen?
Daarnaast vind ik de voorbeelden die ik vaak hoor, nu ook weer, erg eenzijdig. Alsof het alleen bij bepaalde groepen gebeurt..
Anyway, ik hoop maar dat het debat verstandig blijft en niet uitdraait op hetro, cis, witte mannen bashen als eeuwige dader die niet bewust is van zijn onbewuste fobien en een erfzonde heeft meegekregen vanuit zijn slavendrijvende voorvaders.
Op de vraag van een interviewer aan acteur Morgan Freeman “How do we end racism?” Zei hij het volgende; “Stop talking about it!” Onze gedachten creeren ons leven! Waarom denkt iemand dat hij of zij wordt gediscrimineerd? Waarom? Wat we nu doen is het alleen maar voeden en in stand houden…helaas.
“Bij ‘iets afdwingen’ denk je al snel aan quota, en dat middel is misschien niet eens zo’n slecht idee, vond cmr-lid Maram Sharout. ‘Met Zakia Guernina, iemand met een niet-Nederlandse achtergrond, als lid van het college van bestuur zijn we daarmee al begonnen.’”
Wat een betuttelracisme. Alsof Zakia ‘onze’ hulp nodig heeft en niet zelf kundig genoeg is. Ik ben ervan overtuigd dat Zakia meer dan intelligent en capabel genoeg is om haar rol als bestuurslid met overtuiging te vervullen (en dat doet ze ook) en zou me persoonlijk beledigd voelen als het voldoen aan een quotum de drijfveer was geweest om aangenomen te worden.
We moeten eens een keer stoppen hiermee, want hoe ‘goed’ de bedoelingen erachter ook zijn, iedereen wil voor vol aangezien worden en worden beoordeeld op basis van persoonlijkheid, kwaliteiten en talenten en niet op basis van achtergrond, etniciteit of sexe. Als je de beste kandidaat bent, ben je de beste kandidaat, ongeacht. Soms is dat een man, soms een vrouw, soms speelt achtergrond mee, soms niet. Dat vaak de voorkeur naar bepaalde personen gaat, dat geldt voor mannen evenzoveel als voor vrouwen in sommige bedrijfstakken, met quota ga je vooroordelen niet oplossen, daar creëer je alleen wantrouwen mee.
Als homo word ik sinds het alom aanwezige lhbtg geëtiketteer is begonnen meer gediscrimineerd dan voorheen. Blijkbaar ben ik een andere soort, in plaats van deelnemer. Als gaysupporter moet je lid kunnen zijn van DE supportersvereniging, niet van een lhbtg-supportersvereniging.