Schrijven is makkelijker als je denkt*
Gepubliceerd: 6 December 2021 • Leestijd: 4 minuten en 46 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Wat gaat er nou vaak mis als studenten aan het schrijven slaan? We vroegen taaldocenten op de HR naar vaak gemaakte fouten, en noteerden meteen tips om jezelf te verbeteren.
Om te beginnen: foutloos Nederlands schrijven is niet eenvoudig. Zelfs na meer dan twintig jaar werken met taal, waarvan ruim vijf jaar als eindredacteur, zoek ik dagelijks dingen na die ik niet (zeker) weet. Net nog: lhbti, is dat met hoofdletters? En lhbti+- netwerk, moet daar na het plusteken toch dat (in dit geval hinderlijke) streepje? Grote kans dus dat ook jouw docenten niet álles weten en niet al je taalfouten opmerken. Maar toch loont correct taalgebruik: het zorgt voor betere cijfers (handig voor nu) en je schrijfsels worden serieuzer genomen (handig voor later). Hier zeven tips om je teksten te verbeteren.
Pas de regels toe (maar regels hebben uitzonderingen!)
Deze fout wordt zoveel gemaakt dat het bijna niet meer opvalt: ‘Hij wilT’. Esther Ronkes, docent crossmediale communicatie bij de RAC, verbaast zich erover dat ze dit zo vaak aantreft. Maar eigenlijk is het logisch. Dit is een gevalletje: wel de regels toegepast, maar helaas gaat die vlieger hier niet op. Want ja het is: ik smurf, jij smurfT, hij smurfT. Dus ook ik wil, jij wilT, hij wilT? Ehhh, nee dus. Willen is een onregelmatig werkwoord. Dat gedraagt zich anders als je het vervoegt en hier is het niet hij wilT, maar hij wil. En om het extra lastig te maken: Jij wil en jij wilT mag dan weer allebei. Tip: Op Woordenlijst.org vind je de juiste spelling én vervoegingen van alle Nederlandse werkwoorden.
Ontdek en check nieuwe woorden
Een betere schrijver word je ook door je woordenschat uit te breiden. Je kunt dan een beter passender woord vinden en je beter nauwkeuriger uitdrukken, je tekst wordt beter aantrekkelijker door meer variatie. Nieuwe woorden ontdek je (bijvoorbeeld) door veel te lezen. Gebruik een (online) woordenboek en zoek woorden op waarvan je de betekenis niet kent, tipt Monique Smeets, schrijfdocent en taalconsult bij de opleiding creative media and game technologies. En twijfel je aan de spelling? Kijk ook daarvoor op Woordenlijst.org want dat is als bron voor correcte spelling betrouwbaarder dan Google.
Raak niet besmet met de Engelse ziekte
In de categorie ‘wat ook vaak misgaat’ roept Esther Ronkes, docent crossmediale communicatie: los schrijven van samengestelde woorden. Bijvoorbeeld corona pandemie of communicatie kanaal. Onthoud dit: Engels is een taal van hakken, Nederlands van plakken. Onder invloed van het vele Engels dat we onder ogen krijgen, sluipt de Engelse ziekte er snel in en gaan we woorden los schrijven die aan elkaar horen. Autobandventieldopjesfabriek is gewoon één woord, ook al bestaat het uit vijf woorden die op zichzelf ook betekenis hebben.
Dit onjuiste gebruik van spaties kan niet alleen tot lagere cijfers leiden maar ook tot hilarische taalblunders. ‘Veel diarree gevallen op HR’: je moet er niet aan denken. Of ‘dames hakken’ bij de schoenmaker. Brrr. Daniëlle Post van der Molen, docent bij de op[1]leiding pedagogisch educatief professional aan de RAC, ziet ook het omgekeerde gebeuren. ‘Wat ik de laatste jaren ook zo vaak zie: opzoek als één woord in plaats van twee!’ Ook dat is verklaarbaar. Opzoeken is immers één woord. Maar ben je op zoek naar de juiste schrijfwijze, dan heb je die spatie wél nodig. Nog een instinker: aan bod komen, en niet: aanbod komen.
Vind het juiste lidwoord en aanwijzend voornaamwoord
Help! Is het de verwarming of het verwarming? Vooral als Nederlands niet je eerste taal is, weet je vaak niet welk lidwoord juist is. Alinda Gerbrandij, kerndocent Nederlands en communicatieve vaardigheden bij de HRBS, heeft naar eigen zeggen ‘niet de gouden tip’, maar wel een paar handvatten: Het helpt als je weet dat woorden die beginnen met ge-, be-, ver-, her-, ont-: het-woorden zijn. Denk aan HET gezeur, HET bedrijf, HET verhaal, HET herstel, HET ontzag. Wel weer opletten dat woorden die eindigen op -ing een uitzondering zijn: die krijgen DE als lidwoord. Bijvoorbeeld DE ontginning, DE herhaling. Verkleinwoorden krijgen vrijwel altijd HET, ook als het DE-woorden zijn: DE voet > HET voetje. Maar er zijn ook altijd woorden die je ‘gewoon’ moet weten: feest, raam, servies et cetera. En is het vervolgens ‘die’ of ‘dat’ als je ergens naar ver[1]wijst? Die meisje? Dat meisje? Ezelsbruggetje: ‘het’ eindigt op een T, het bijbehorende ‘dit’ en ‘dat’ ook. Dus een het-woord krijgt dit of dat: HET raam > DAT/DIT raam. ‘De’ eindigt op een E, het bijbehorende ‘die’ en ‘deze’ ook: DE man > DIE/DEZE man.
Gebruik (en pas op voor) de spellingscontrole
Gebruik de spellingscontrole van Word. Dat is meestal advies #1 als spelling niet je sterkste punt is. Veel spel- en typfouten zijn daardoor te herstellen en ook op het gebied van grammatica en leesbaarheid worden de tips steeds beter.
Docent Madelene Munnik, op de opleiding facility management bezig met het thema taal, laat echter zien hoe de spellingscheck er ook naast kan zitten. ‘Vooral zelf blijven nadenken’ is haar tip.
Lever pas je derde versie in
Schrijven is meer dan spelling en grammatica. Het is ook een (denk)proces. Cmgt-schrijfdocent Monique Smeets heeft belangrijke verbetertips voor dat proces. ‘Studenten beginnen vaak al met schrijven voordat ze hebben nagedacht over de vraag wat ze willen schrijven en voor wie. Het gevolg is dat een tekst vaak een ellenlange inleiding heeft die eigenlijk nergens over gaat. Mijn tip: maak een schrijfplan. Schrijf kort op wat je wilt vertellen, eventueel met conclusie en voor wie. Dat kan gewoon op een bierviltje of met korte steekwoorden in je telefoon. Aan het eind gaat het vaak mis omdat veel studenten in de veronderstelling verkeren dat je er met de eerste versie van je tekst al bent. Dat is pas het begin! Ik werk veel met creatief technologen. Die leren itereren, steeds een verbeterde versie van een prototype maken. Het helpt enorm als ze dat ook met een tekst doen.’
Maar hoe doe je dat? ‘Laat je tekst lezen door een studiegenoot’, tipt Smeets, ‘lees ‘m hardop voor of laat de computer dat doen. Slaap er een nachtje over. Zulke dingen maken een enorm verschil in de kwaliteit van een tekst. En het eindcijfer. Eigenlijk is je derde versie pas de versie die inleverklaar is.’
Blijf in vorm
Use it, or lose it. Dat geldt ook voor je taalvaardigheid. Je bent nooit uitgeleerd – het dagelijkse quizje van Beterspellen.nl in mijn mailbox sla ik bijna nooit over: een snelle en laagdrempelige manier om je schrijfvaardigheid bij te houden of te verbeteren. En zo zijn er meer:
– De Hogeschool Rotterdam heeft op Hint (inlog) een groot aanbod aan taalhulp.
– De uitlegvideo’s van Arnoud Kuijpers over taalkwesties werden door meerdere docenten aangeraden.
– Onze Taal heeft stroomschema’s gemaakt om de juiste taalkeuzes te maken op punten waar het vaak misgaat, zoals d/t. Downloaden via Onzetaal.nl/taalmaat en bij je bureau hangen!
* Ja: het is makkelijker DAN. Maar makkelijker ALS is hier ook goed, dan verandert de betekenis: schrijven is immers makkelijker als je er een beetje over nadenkt 🙂
Tekst: Edith van Gameren
Illustraties: Tigges/Demian Janssen
Puntje van ironie in een stuk over taal, de Engelse uitdrukking is “use it, or lose it”, niet “use it, or loose” it. Gelukkig gaat het stuk over Nederlands en niet over Engels.
“To lose” = verliezen, “to loose” = lossen of losmaken.
Tevens, “Toulouse” is dan weer een stad in Frankrijk. Dat staat nergens maar past best in het rijtje, dacht ik zo.
Je hebt gelijk! Aangepast 🙂
Over punt 3: studenten vragen soms: “kunt u mijn opdracht goed keuren?”. Wij geven dan aan, dat we dat altijd doen. Hetgeen weer tot verwarring leidt wanneer de opdracht afgekeurd wordt.
Waarom ligt de focus in dit artikel zo sterk op correcte spelling? Vinden we dit het belangrijkste wat studenten moeten kunnen? Of krijgt het zoveel aandacht om het makkelijk te toetsen is (er zijn immers duidelijke regels)?
Want waarom schrijven we eigenlijk? Om te laten zien dat we correct regels kunnen toepassen? Of omdat we iets willen communiceren?
Ik sluit me volledig aan bij het advies van Monique Smeets. Ik probeer studenten doorgaans aan te moedigen eerst na te denken wat hun boodschap is en voor wie? En hoe krijg je dat zo helder mogelijk op papier, of het beeldscherm? En als dat een beetje staat, dan pas naar de correctheid van de spelling te kijken. Want als je begint te focussen met spelling, zie door de bomen al snel het bos niet meer!
@MC Nee, taal vinden ‘we’ niet per se het belangrijkste. Voor wat meer meer context (misschien hadden we die als redactie in het artikel moeten geven?): dit artikel komt uit ons laatste magazine over taal, met daarin ook artikelen die taal in het onderwijs op een andere manier belichten. Pak het magazine uit een van de bakken op onze locaties, of lees ‘m hier: https://profielen.hr.nl/2021/magazine-155/
Veel leesplezier!