Burgerschap in het hbo is een vorm van eerstelijnszorg
Gepubliceerd: 29 March 2022 • Leestijd: 4 minuten en 18 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Politieke discussies in de klas kunnen belangrijk maar ook spannend zijn. Marcel Mooijman, coördinator burgerschap op de HR, wil docenten er meer gereedschap voor geven.
De onthoofding, in 2020, van de Franse leraar geschiedenis en maatschappijleer Samuel Paty schokte het onderwijs. Paty deed waar steeds meer wetenschappers en politici toe oproepen: leerlingen scholen in burgerschap. De docent legde uit dat een grondrecht (in dit geval de vrijheid van meningsuiting) ook spanningen kan opleveren, zoals bij de cartoons van de profeet Mohammed uit satirisch weekblad Charlie Hebdo. Vanwege het laten zien (met ‘trigger warning’ vooraf) van een van de cartoons werd hij vermoord.
Oefenen met burgerschap
Burger zijn van een democratische rechtsstaat betekent dat het uitgangspunt is om politieke problemen vreedzaam op te lossen. Maar dat het op dat gebied niet altijd goed gaat is duidelijk. De HR heeft in 2020 een manifest ondertekend met de Gemeente Rotterdam, waarin staat dat de hogeschool studenten gaat helpen oefenen met burgerschap: leren hoe ze hun mening kunnen geven, dat ze het met elkaar oneens mogen zijn; hoe samen te leven en hoe respect en nieuwsgierigheid voor een ander op te brengen. In iedere les moet daar aandacht voor zijn.
Rotterdamse middelbare scholen en mbo-instellingen hebben het manifest ook ondertekend. In het voortgezet en het middelbaar beroepsonderwijs is maatschappijleer of burgerschap al onderdeel van het lesprogramma. Maar is dat voldoende?
Onderzoek laat zien dat slechts 49 procent van de ondervraagde 14-jarigen het belangrijk zegt te vinden om in een democratie te leven.
Wetenschappers, onderzoekers en adviesbureaus constateren dat middelbare scholen te weinig bijdragen aan de kennis van leerlingen over democratie en rechtsstaat. Uit internationale, vergelijkende onderzoeken onder jongeren van 14 jaar komt dat Nederlandse jongeren betrekkelijk weinig weten over democratie, rechtsstaat en politiek. Minder dan jongeren in Scandinavische landen of in België. Ander onderzoek laat zien dat slechts 49 procent van de ondervraagde 14-jarigen het belangrijk zegt te vinden om in een democratie te leven.
Interesse in politiek groeit in pubertijd
Jongeren aan het begin van hun middelbare-schoolcarrière zijn dan nog niet erg geïnteresseerd in politiek en democratie ziet Tom van der Meer, hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is lid van een groeiende groep wetenschappers die zich buigt over de vraag hoe je burgerschap aanleert in het onderwijs. ‘Politieke interesse en hechting komen niet zomaar aanwaaien’, mailt hij. Die interesse groeit tijdens de pubertijd. Waarschijnlijk ergens tussen de 15 en 17 jaar, schat hij in, op basis van Brits onderzoek. Maar ook daarna, vanaf hun achttiende, zijn jongeren niet ineens allemaal politiek betrokken, zegt burgerschapsspecialist Bram Eidhof. Ze voelen zich vaak politiek machteloos. ‘Van de jongeren tussen 18 en 25 zeggen zes op de tien dat ze geen invloed hebben op de politiek.’
Voelen deze jongeren zich machteloos of zíjn ze het ook? Eidhof denkt dat je altijd invloed kunt hebben. ‘Maar als je gelooft dat je geen invloed hebt, wordt die aanname vanzelf waar. Wie zich er niet mee bemoeit, heeft inderdaad geen invloed.’
Toolbox vol kennis en vaardigheden
Veel van onze studenten komen dus tamelijk slecht geïnformeerd de HR binnen en met een gevoel van politieke machteloosheid. Ze zitten bovendien nog middenin het proces van politieke volwassenwording. Hun tijd op de HR is dus best wel een goed moment om hierop door te pakken.
Marcel Mooijman heeft de taak het onderwijs op de HR met burgerschap te infiltreren. Mooijman was tot voor kort hoofd van de lerarenopleiding maatschappijleer. Nu werkt hij voor het college van bestuur uit hoe we dat manifest over burgerschap in de praktijk kunnen brengen. Mooijman wil terughoudend zijn in het onderwijs-als-duizend-dingen-doekje-denken.
‘Je krijgt meer mensen in beweging als je uitlegt waarom je iets belangrijk vindt dan wanneer je het oplegt.’
Hij pleit niet voor burgerschapslessen in de curricula van alle opleidingen of verplichte bijscholing voor docenten: ‘Je krijgt meer mensen in beweging als je uitlegt waarom je iets belangrijk vindt dan wanneer je het oplegt.’ Hij wil een toolbox samenstellen met kennis en vaardigheden, die docenten kunnen inzetten om meer democratie in de klas te brengen. En hij wil dat ze zich straks vrijwillig kunnen laten bijscholen in hun burgerschapskennis en -vaardigheden.
Discussies afbreken?
Het hbo kan aan burgerschap doen door erover te praten in de klas, zo is de overtuiging van Mooijman. Bijvoorbeeld wanneer een heftige nieuwsgebeurtenis tot discussie leidt in de klas. Wat doe je dan als docent? De discussie afbreken en doorgaan met de les of die discussie faciliteren en modereren? Sommige docenten vinden dat laatste misschien lastig. Docenten moeten hun positie niet gebruiken om hun eigen politieke opvattingen uit te dragen. Maar moet je extremistische opmerkingen in de klas dan maar links laten liggen? Spanningen laten hangen? Evidente misvattingen onbesproken laten?
Docenten moeten hun positie niet gebruiken om hun eigen politieke opvattingen uit te dragen.
Om die evidente misvattingen, bijvoorbeeld over de werking van de democratie, te herkennen heb je als docent misschien extra kennis nodig. Mooijman: ‘Ik denk dat er interesse is onder docenten om meer te leren over de democratie, over onze rechtsstaat, maar ook over de moeilijke onderwerpen die vaak terugkomen. Denk aan de holocaust, slavernijverleden, vrijheid van meningsuiting. Die onderwerpen goed, historisch uitdiepen, dat geeft docenten echt handvatten.’
Verhitte discussie vereist vaardigheid
Het zijn de onderwerpen die zomaar kunnen exploderen en een docent – maar ook studenten – onzeker kunnen maken. Burgerschap in het hbo is een vorm van eerstelijnszorg. Machteloze studenten, handelingsverlegen docenten, we zitten uiteindelijk allemaal in hetzelfde schuitje. En verhitte discussies modereren vereist vaardigheid. ‘Wanneer gepolariseerde onderwerpen opspelen, dan zie je vaak dat de perspectiefwisseling ontbreekt. De ene groep kan zich heel moeilijk verplaatsen in het perspectief van de ander’, zegt Mooijman. Moeilijke gesprekken voeren doe je dan ook niet alleen om spanningen weg te nemen, legt Mooijman uit, maar ook om studenten te leren van perspectief te wisselen. Dat is een cruciale burgerschapsvaardigheid.
‘De ene groep kan zich heel moeilijk verplaatsen in het perspectief van de ander.’
Om dat wisselen van perspectief te leren móet je met elkaar in gesprek. Nu heeft ‘praten’ in Nederland een wat negatieve bijklank gekregen. Praten is slap. Voor softies. Theedrinken. Politici en bestuurders presenteren zichzelf liever als doortastend, slagvaardig, daadkrachtig! Maar als ‘toenemende polarisatie’ betekent dat de tegenpolen elkaar niet meer met woorden alleen bestrijden, als het geheimtaal is voor ‘toenemende kans op geweld’, dan kun je de taal van de actie beter snel opbergen.
Tekst: Olmo Linthorst
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top