Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
30 november 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Hoe leiden we meer leraren op, of hoe hebben we er minder nodig?

Gepubliceerd: 31 October 2022 • Leestijd: 5 minuten en 8 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Wat gaat de lerarenopleiding doen als de instroom blijft dalen terwijl de vraag naar gediplomeerde leraren toeneemt? We spraken Els de Bock, directeur van de lerarenopleidingen op de Hogeschool Rotterdam, over masters, het leuker maken van de lerarenopleiding en ‘Samen opleiden’. 

‘Het hoger onderwijs raakt uit balans’, waarschuwde collegevoorzitter Ron Bormans begin vorige maand. Universiteiten groeien en het hbo krimpt en dat is volgens Bormans een ongunstige ontwikkeling. De arbeidsmarkt staat immers te springen om leraren, verpleegkundigen en andere afgestudeerde hbo’ers. Hoe kijken de onderwijsinstituten aan tegen deze krimp? Hoe gaan ze er mee om?

Van 900 naar 400 aspirant wiskundeleraren

IvL-directeur Els de Bock laat een grafiekje zien met lijnen die omlaag lopen. Het grafiekje gaat over de zogenoemde ‘tekortvakken’, een begrip dat al lang bestaat en gaat over met name de lerarenopleidingen Duits, Frans, Nederlands, wiskunde en natuurkunde. ‘De instroom daarvan is in de laatste tien jaar ongeveer gehalveerd. Gelukkig houden we wel meer mensen vast, de uitval is lager geworden, maar we zien een enorme krimp, met name bij wiskunde. Landelijk was de instroom in 2016 900 studenten, nu zijn dat er nog maar 400.’

De Bock: ‘Scholen hebben het echt moeilijk. In het basisonderwijs denken ze over een vierdaagse week voor leerlingen. In het voortgezet onderwijs gebeurt het nu al dat bijvoorbeeld Duits niet meer op alle scholen wordt aangeboden. Of dat een docent naast wiskunde ook natuurkunde geeft.’

Flexibeler en sneller opleiden

Het ministerie van OC&W wil het al langer makkelijker maken om in deeltijd een tweede bevoegdheid te halen. Bij de Rotterdam Business School, de opleiding verpleegkunde en de lerarenopleidingen zijn er afgelopen tijd pilots uitgevoerd met flexibiliseren. Daarbij wordt er meer en meer gekeken naar welke kennis en vaardigheden iemand al heeft. De Bock: ‘Als je bijvoorbeeld journalist bent en een aantal artikelen kunt laten zien die je hebt geschreven, kun je daarmee aantonen dat je schrijfvaardig bent, en krijg je een vrijstelling voor in dat geval het vak Nederlands. Voor volwassenen komen er steeds meer mogelijkheden. Volwassenen moeten sowieso sneller een diploma kunnen gaan halen dan voorheen, en dat gaat dan meestal om deeltijd’. 

Over die mogelijkheden en voor vragen daarover start IvL binnenkort met een informatieloket, een telefoonnummer voor mensen die nu iets anders doen maar interesse hebben in het vak van leraar.’ 

Interessanter maken voor vwo’ers

Om de lerarenopleidingen niet alleen voor havisten maar ook voor vwo’ers interessant te maken start IvL met een aantal masters die aansluitend op de bachelor gevolgd kunnen worden. De Bock: ‘Masteropleidingen van bijvoorbeeld de Erasmus Universiteit sluiten niet altijd even goed aan. Mede daarom komen we met de master ‘jonge kind’ die aansluit op de pabo en de master ‘taal’ die wat breder in te zetten is. We hopen dat die aantrekkelijk zijn voor vwo’ers, maar ze zijn ook bedoeld voor andere studenten die tijdens de opleiding zin krijgen om door te studeren.’ 

‘De opleidingen mogen nog best een beetje leuker, misschien komen we vaak erg serieus over.’

De bachelor aantrekkelijker maken, ziet de IvL-directeur ook als uitdaging. ‘We slagen er goed in om een diverse populatie aan te trekken. Juist ook jongeren met een migratieachtergrond voelen zich bij ons heel erg thuis. Daar ben ik blij mee. De opleidingen mogen nog best een beetje leuker, misschien komen we vaak erg serieus over. Dit komt mogelijk ook omdat je bij IvL al meteen op een school voor de klas gaat staan, dat is natuurlijk best spannend. Misschien moeten we de opleiding voor jonge mensen nog wat aantrekkelijker maken door leuke projecten te doen.’

Stagevergoeding invoeren

De aantrekkelijkheid van IvL voor studiekiezers zou ook baat hebben bij stagevergoedingen die er op dit moment nauwelijks zijn. ‘Nee, in het basis- en het voortgezet onderwijs zijn er geen stagevergoedingen’, vertelt De Bock. ‘In vrijwel alle sectoren – zoals zorg en techniek – zijn ze er maar in het onderwijs niet. Dat moet snel veranderen.’

‘Er komen steeds meer onderwerpen bij. En alles is superbelangrijk.’

Lerarenopleidingen makkelijker en daarmee toegankelijker maken, vindt De Bock op zich geen vreemde suggestie. ‘Het moet niet zozeer gemakkelijker maar we zijn, mede door vragen uit het werkveld, nu wel veeleisend. De scholen zeggen bijvoorbeeld zaken in het curriculum te missen als werken in een team, onderwijs vernieuwen of in gesprek gaan met ouders. De lijst van wat het werkveld wil, is bij wijze van spreken oneindig. Er komen steeds meer inhoudelijke onderwerpen bij. Denk aan burgerschap, duurzaamheid, seksualiteit. En alles is superbelangrijk.’

Steeds intensiever samen opleiden

Het is een uitdaging om het curriculum beheersbaar te houden, ervaart de instituutsdirecteur. ‘Eigenlijk zou de opleiding zes jaar moeten duren. Na vier jaar voor de klas en daarna samen met het werkveld de rest doen.’

Dat ‘samen de rest doen’ gebeurt trouwens steeds intensiever en ook beter, onder de vlag van ‘Samen Opleiden’ dat een paar jaar geleden startte. Op de opleidingsscholen is er, bijvoorbeeld een dag in de week, een docent van de HR aanwezig die de stagiairs begeleidt en in de gaten houdt of het goed met hen gaat en of ze op de goede plek zitten. De Bock: ‘Vroeger kwam een student soms niet meer, maar dat wisten wij dan niet meteen. We proberen de studenten ook steeds beter te matchen door hen te vragen of ze zich thuis voelen in hun klas op een bepaalde school. We willen hen koesteren en dat willen de opleidingsscholen ook. Hopelijk zorgt het voor minder uitval.’

Geen grote aanstellingen tijdens studie

‘Minder langstudeerders’ is ook een belangrijk doel en dat denken IvL en de scholen onder andere te bewerkstelligen met afspraken over het werken op de bewuste scholen, in een betaalde baan. De Bock: ‘Als studenten op schema zitten, mogen ze ook werken op de scholen maar grote aanstellingen willen we niet meer, en dat hebben we ook afgesproken. Als blijkt dat een student toch een grote aanstelling heeft, draaien we dat terug. Dat snappen de scholen ook. We willen allemaal geen studenten die twaalfdejaars zijn.’ Onderdeel van de afspraken is ook dat er voor alle studenten van de lerarenopleidingen van de HR stageplekken op de deelnemende scholen (dat zijn de meeste scholen in de regio) worden geregeld.  

Inspelen op het beperkte aanbod aan leraren gebeurt ook door ‘Anders organiseren’, een begrip in onderwijsland. Bijvoorbeeld vier dagen les te geven in plaats van vijf. De Bock: ‘Dat gebeurt al her en der. Meestal tijdelijk en vooral in het basisonderwijs.’

Nieuwe modellen van lesgeven

Een vorm van anders organiseren is de inzet van onderwijsassistenten. ‘Sommige scholen kiezen voor een mix van onderwijsassistenten en afgestudeerde pabo’ers. De docent geeft dan de uitleg en de assistenten werken in kleinere groepjes met de leerlingen. Het zijn nieuwe modellen van lesgeven, ingegeven door het lerarentekort.’

Assistenten cq studenten met een associate degree PEP (pedagogische educatief professional) zelfstandig en permanent voor de klas zou instituutsdirecteur De Bock geen goede zaak vinden. ‘De “PEP’ers” werken met name in de kinderopvang, onderwijsassistenten werken onder de leiding van bevoegde docenten. Uitgangspunt is dat er bevoegde docenten voor de klas staan, al dan niet ondersteund door anderen. De kwaliteit van de docent blijft voor mij leidend.’

Tekst: Jos van Nierop
Illustraties: Zena-Rae

Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief!

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top