Student van het Jaar 2022 Mandy: ‘Er wordt weleens gezegd dat ik een heel circus bouw’
Gepubliceerd: 16 December 2022 • Leestijd: 5 minuten en 14 seconden • InterviewMandy van Seventer, derdejaars kinderfysiotherapie (master), leerde als kind met een beperking dat fysiotherapie niet vervelend maar juist heel erg leuk kan zijn. Het inspireerde haar om zelf kinderfysiotherapeut te worden, met als belangrijkste doel plezier verbinden met bewegen – ook buiten de muren van de fysiopraktijk.
Door haar eigen aandoening kent ze daarnaast het belang van specialistische kennis, zodat mensen met een zeldzame ziekte een betere kwaliteit van leven kunnen ervaren.
Waarom heb je voor dit vak gekozen?
‘Door een probleem bij mijn geboorte heb ik erbse parese, een zenuwbeschadiging. De zenuw bij mijn nek is beschadigd, daardoor kan ik mijn linkerarm slechts beperkt bewegen. Vroeger moest ik daarom vaak naar de fysiotherapeut. Kinderen zitten daar meestal niet op te wachten, maar ik vond het altijd heel leuk. Mijn therapeut was een specialist die van de behandeling iets heel plezierigs wist te maken. Het was altijd een feestje om naar haar toe te gaan, zelfs toen ik na een operatie drie keer per week moest. Haar passie en manier van werken hebben mij geïnspireerd om ook te kiezen voor dit vak. Net als zij wilde ik ook specialist worden. Het was bijzonder om een van mijn stages bij haar te kunnen doen, en we houden nog steeds contact.’
Hoeveel last heb je nu nog van erbse parese, is het lastig bij het uitoefenen van je vak?
‘Gelukkig ben ik rechtshandig, maar mijn linkerhand kan ik bijvoorbeeld niet op mijn rug doen. Ik kan mijn arm niet meer naar buiten draaien, heb minder kracht en het gevoel is anders. Ik vroeg me aan het begin ook af of ik dit werk wel zou kunnen doen, maar gelukkig wist mijn orthopeed mij te overtuigen. Als ik het echt wilde dan zou ik het kunnen, zei hij, en dat was belangrijk voor mij. Eigenlijk heb ik nooit echt veel problemen ervaren.’
En de lessen van je eerste therapeut, pas je die nu ook toe in de praktijk?
‘Ja, er wordt weleens gezegd dat ik een heel circus bouw haha. Plezier maken en daarmee doelen behalen vind ik heel belangrijk. Ik vraag kinderen wat ze leuk vinden om te doen. Stel een kind vindt voetbal leuk, dan verzin ik een oefening met een bal. Als kinderen heel erg op dieren gericht zijn dan doe ik daar iets mee. Ik heb kinderen gehad die aan het eind van de behandeling helemaal niet weg wilden. Dat is een goed teken want dan zijn ze vaak ook bereid om hun huiswerkoefeningen te doen.’
Beweging stimuleren was ook het doel bij een schoolopdracht voor een integraal kindcentrum.
‘Ik had niet verwacht dat de beweegschool, zoals wij het noemen, zo zou uitpakken. Eigenlijk zouden we een andere opdracht doen, dat ging over een speeltuin maar als groep vonden we het een vrij uitgekauwd project. Na wat gesprekken kwamen we uiteindelijk op een nieuw idee om beweegelementen te bedenken voor een school. Terwijl we bezig waren kwamen we in contact met de gemeente Nissewaard en werd de opdracht nog uitgebreider. Ze betrokken ons bij een nieuwbouwproject met twee basisscholen, een kinderdagopvang en een BSO. We kregen de bouwtekeningen en mochten daar, rekening houdend met de wensen van de leraren en directeurs, een eigen plan voor maken.
‘Nadat we alle wensen hadden geïnventariseerd zijn we plannen gaan maken. Denk bijvoorbeeld aan interactieve ‘beweegmuren’ waar je spelletjes op kunt doen waarbij je moet bewegen. Of bijvoorbeeld een bouldermuur, zodat kinderen niet alleen lopend maar ook klimmend naar de wc kunnen. En ook bij het schoolplein hebben we gekeken hoe je met zo weinig mogelijk ruimte zo veel mogelijk beweging kunt uitlokken.
‘Het project loopt nu anderhalf jaar en vooral het laatste half jaar was erg druk. Bijna wekelijks hadden we meetings met de gemeente, op andere momenten schreven we aan het plan. Inmiddels werken we alle drie aan onze masterthesis, daarom gaan nieuwe studenten ons project overnemen. Wij staan wel klaar als ze hulp nodig hebben of vragen hebben, want ik vind het toch ook wel heel gaaf om erbij betrokken te blijven.’
Je werd in je nominatie geprezen omdat je buiten de kaders durfde te denken als kinderfysiotherapeut van de toekomst, is dit project hier een voorbeeld van?
‘Ja, dit is natuurlijk niet iets wat bij fysiotherapie hoort, maar ik zou het wel tof vinden als er in de toekomst meer van dit soort projecten komen. Je bereikt daarmee uiteindelijk wel het doel om kinderen meer te laten bewegen. En dat is nodig want er zijn steeds meer kinderen die niet meer voldoen aan de Nederlandse norm gezond bewegen. Dat vind ik echt erg om te zien want het zorgt voor problemen in de motorische ontwikkeling. Als dit soort projecten preventief werken, dan ben je toch ook met je vak bezig.’
Je werd ook geprezen om de leiderschap die je toonde tijdens het project.
‘Ik denk eerlijk gezegd dat we alle drie leiderschap hebben getoond tijdens dit project, dat wil ik niet alleen op mezelf projecteren.’
Jullie hebben dus goed kunnen samenwerken, wat was het geheim?
‘Goed communiceren en elkaars kwaliteiten benutten. Ik ben dyslectisch, dus iemand anders lette bijvoorbeeld op de spelling. Je benut echt elkaars kwaliteiten, ik denk dat dat de sleutel is.’
Is het met dyslexie niet lastig om een masterscriptie te moeten schrijven?
‘Ik laat me niet leiden door het feit dat ik dyslexie heb. Vroeger was het ook erger dan nu, je leert ermee omgaan. Dat ik mijn masterthesis in het Engels zou schrijven had ik alleen nooit verwacht. En het gaat goed want voor mijn onderzoeksvoorstel voor mijn masterthesis heb ik een 9 gehaald.’
Je doet onderzoek naar het Ehlers-Danlos syndroom, wat een verzamelnaam is voor allerlei bindweefselziekten. Wat voor klachten hebben kinderen met deze ziekte?
‘Kinderen hebben vaak heel veel vermoeidheidsklachten en last van hypermobiliteit. Het kunnen heel veel klachten bij elkaar waardoor ze beperkt zijn, en zelfs in een rolstoel terecht kunnen komen. Het wordt vaak niet goed herkend, en als de diagnose er wel is dan zijn er maar weinig plekken waar je terecht kunt. De wachtlijst in Nederland is op dit moment wel meer dan een jaar.’
Jouw onderzoek werd in de nominatie geroemd om zijn innovatieve karakter. Kun je uitleggen waarom?
‘We gebruiken artificial intelligence en dat wordt nog niet heel vaak in de zorg toegepast. Mijn onderzoek is gericht op welke factoren de kwaliteit van leven beïnvloeden bij kinderen. Een algoritme is een zelflerend systeem en kan verbanden leggen uit data die in de afgelopen vijf jaar is verzameld. Stel dat daaruit blijkt dat het BMI een slechte kwaliteit van leven veroorzaakt, dan kun je kinderen daar alvast voor behandelen.’
Waarom is het belangrijk dat hier onderzoek naar gedaan wordt?
‘In het Erasmus wordt nu wel expertise opgebouwd, maar in Nederland is nog niet veel kennis op dit gebied. En als er weinig kennis is dan vallen mensen vaak in het niets. Net als bij erbse parese lopen heel veel mensen jaren lang met klachten rond omdat ze niet weten wat er aan de hand is. Zo’n specialisme is belangrijk zodat deze mensen de beste zorg kunnen krijgen.’
Tekst en foto: Wietse Pottjewijd
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top