Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
30 november 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Eline en Charlotte in Tanzania: ‘Hier zie je dat we in Nederland minder materiaal kunnen verspillen’

Gepubliceerd: 30 November 2022 • Leestijd: 4 minuten en 16 seconden • Buitenland Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Op dit moment zijn 62 IvG-studenten in Tanzania voor een studiereis van twee weken. De studenten bezoeken zorgorganisaties in de steden Arusha en Moshi. Profielen sprak met Eline Muires (eerstejaars ergotherapie) en Charlotte de Graaf (tweedejaars verpleegkunde).

Studenten poseren samen met medewerkers van een lokaal ziekenhuis
Charlotte (tweede van links) en Eline (tweede van rechts) in Tanzania

Wat is jullie eerste indruk van het land?

Eline: ‘De eerste dag moest ik wel even omschakelen, maar het is hier enorm leuk. We begonnen met een rondleiding bij een Masaischool. Daar hebben we de kinderen Engelse kinderboeken voorgelezen, meegedaan met de muziekles en geholpen met het eten.’


Wat is het doel van deze reis?

Charlotte: ‘Mijn horizon verbreden. Daarnaast hebben we met ieder groepje een hoofdvraag opgesteld die we onderzoeken. Mijn groep heeft als doel om te kijken hoe het er hier in de verpleging in de dagelijkse praktijk aan toegaat.’

Eline: ‘Wij richten ons op kinderrevalidatie. Dinsdag hebben we kunnen meekijken op de revalidatie-afdeling van een ziekenhuis. Wat opviel was dat er eigenlijk best veel overeenkomsten waren met Nederland. Ze maken veel gebruik van dezelfde modellen en materialen. Wel zijn er hier echt weinig ergotherapeuten: maar 180 tot 200 in heel Tanzania. Veel mensen kunnen het niet betalen.’

Om op jouw vraag in te haken Charlotte, hoe gaat het er in de dagelijkse praktijk aan toe?

Charlotte: ‘Het eerste ziekenhuis dat we bezochten was het Mount Meru Hospital in Arusha. We kregen een rondleiding van Anna, een student van de hogeschool die hier vijf maanden stage loopt. Wat meteen opviel was dat het hier anders gaat dan in Nederland, vooral qua hygiëne en middelen die ze ter beschikking hebben.

‘In het ziekenhuis lagen soms midden op de afdeling doodzieke mensen. Op de spoedeisende afdeling zag ik een kleine jongen met twee gebroken armen. Aan pijnbehandeling doen ze alleen veel minder, dat komt ook voort uit de cultuur; je ziet haast geen enkel kind huilen.

‘De ziekenhuizen verschillen wel behoorlijk van elkaar, het is erg afhankelijk van in welke regio je zit. Het eerste ziekenhuis was vrij armoedig, maar het KCMC (Kilimanjaro Christian Medical Centre) was heel goed georganiseerd. Dit is een groot ziekenhuis met een regionale functie en is zowel overheids- als privé-ziekenhuis. Het leek meer op het soort ziekenhuis dat wij hier kennen.’

Eline overhandigt ingezamelde ziekenhuisartikelen
Eline overhandigt ingezamelde ziekenhuisartikelen


Eline, wat viel jou het meeste op?

Eline: ‘Ik vond het best heftig om te zien dat in het Mount Meru Hospital kamers waren waar soms wel vijftien mensen lagen, terwijl het in Nederland eenpersoonskamers zouden zijn. Hier zag je ook heel veel Masai, en in het andere ziekenhuis was dat veel minder. Ook werden mannen en vrouwen altijd gescheiden.

‘Er bestaat ook geen alarmlijn om een ambulance te bellen, je moet zelf maar bij het ziekenhuis zien te komen. Mensen wachten sowieso heel lang voordat ze naar het ziekenhuis gaan. De familie speelt een grote rol en probeert zoveel mogelijk zelf te regelen. Medicijnen worden ook niet vergoed en moeten meteen worden afgerekend.’

Wat kunnen we leren van de ziekenhuizen daar?

Charlotte: ‘Ik vind het leerzaam om te zien dat ze hier, ondanks de beperkingen, toch met allerhande middelen in staat zijn om zorg te verlenen. Ze gebruiken bijvoorbeeld het geprakte vruchtvlees van een rijpe papaja om wonden te verzorgen. En karton en bladeren zijn een alternatief voor gips. Dit vertelde de arts van het palliatieve team van het Nkoaranga Luthern Hospital. Deze organisatie bezoekt communities waar mensen ziek zijn om ze te ondersteunen en hulp te bieden aan hun naasten.

‘De manier waarop hier wordt gewerkt heeft mij ook doen inzien dat we in Nederland een stuk minder materiaal zouden kunnen verspillen. Hier wordt veel minder weggegooid. Al gaat dat soms ook wel ver: naalden worden bijvoorbeeld ook hergebruikt – wel bij dezelfde persoon – en dat geldt ook voor katheters.’

Jullie hebben gesproken met stagiaires van de hogeschool. Hoe is het voor hen om hier te werken?  

Charlotte: ‘Dat kan best heftig zijn. En de taalbarrière is soms lastig. Anna vertelde over een bevalling waarbij de moeder en arts al wisten dat de baby overleden was. Dit was alleen niet goed gecommuniceerd met de studenten die erbij waren. Zij waren in eerste instantie blij toen de vrouw was bevallen en feliciteerden haar met de geboorte, wat natuurlijk pijnlijk was.

‘Een stagiaire vertelde ons ook over een zevenjarige jongen die epileptische aanvallen had. Hij kreeg vanuit het ziekenhuis medicijnen mee naar huis, maar die werden bij de Masai niet geaccepteerd. In de Masaicultuur is het gebruikelijk om alleen een soort kruidendrank te geven aan iemand die ziek is. Ze geloven dat iemand daarvan beter wordt, maar in de praktijk worden ze vaak zieker. Die jongen is uiteindelijk is overleden. De stagiaire vertelde er heel nuchter over, maar dat is natuurlijk wel heel ingrijpend om mee te maken.’

Naast ziekenhuizen hebben jullie ook andere instellingen bezocht. Hoe was dat?

Eline: ‘De bezoeken zijn heel afwisselend. Een ziekenhuisbezoek kan heel heftig zijn, maar we zijn bijvoorbeeld ook naar een werkplaats voor mensen met een beperking geweest en dat was juist een heel vrolijke ervaring. Het bedrijf heet Sanaa, dat betekent kunst in het Swahili, en de mensen maken kralen, kettingen, glaswerk en kleding van vooral gerecycled afval. De visie is dat mensen met een beperking ook kunnen meedraaien in de maatschappij.’   

Ik zag jou ook op een foto staan met een zak vol spullen. Waar was dat voor?

Eline: ‘Dat klopt. Mijn tantes hebben als arts veel in Afrikaanse landen gewerkt en vertelden mij dat er altijd een tekort is aan verbandartikelen zoals gaasjes, wondverband of pincetten. Daarom heb ik geld ingezameld en in Nederland spullen ingekocht. Die deel ik hier uit in de ziekenhuizen die we bezoeken. Andere studenten hebben nog meer doneeracties opgezet en dat heeft meer dan 2500 euro opgeleverd. Hier worden materialen voor gekocht die ook worden verdeeld over de verschillende organisaties die wij deze twee weken bezoeken.’      

Is er tussendoor nog tijd voor ontspanning?

Eline: ‘Zeker! We zijn afgelopen weekend op wandelsafari geweest, hebben lekker gezwommen bij een hot spring en een wandeling gemaakt langs watervallen. We eten altijd gezellig met elkaar en je kunt in de stad, die wel heel chaotisch is, ook verbazingwekkend leuk uitgaan!’

Tekst: Wietse Pottjewijd
Foto’s: Gerda Brondijk

Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief!

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top