Ethische Commissie Onderzoek wil geen hobbels opwerpen: ‘Zie het als een rondje gratis feedback’
Gepubliceerd: 27 June 2023 • Leestijd: 7 minuten en 33 seconden • InterviewGa je zorgvuldig genoeg om met proefpersonen in een onderzoek? Heeft je onderzoek toch een medisch karakter? Is er misschien sprake van belangenverstrengeling? De Ethische Commissie Onderzoek (ECO) van de HR kijkt er vooraf naar met een expertblik: ‘Je onderzoek wordt er beter van.’
‘Het bestaan van de commissie komt voort uit het ondertekenen van de ‘Gedragscode wetenschappelijke integriteit’ door de Vereniging Hogescholen’, legt secretaris Maartje de Klerk uit. ‘In die gedragscode is een zorgplicht vastgelegd waaronder ethische toetsing van onderzoek. In 2020 is de commissie daadwerkelijk van start gegaan op de HR.’
De ECO twee-punt-nullen
Dat was vóór haar tijd, zelf werkt ze nu krap een jaar op de HR, bij de afdeling Research Policy en Services. Ze is onder meer aangesteld om de ethische commissie, kortweg de ‘ECO’ te ‘twee-punt-nullen’, zoals ze dat noemt. Met haar achtergrond in wetenschappelijk onderzoek en als labmanager bij de Universiteit Utrecht (zie bio) heeft ze de nodige concrete ideeën over hoe ze de ECO kan professionaliseren. Daarover later meer.
Wie wél vanaf het begin betrokken was bij de ECO is voorzitter Gerben ter Riet. ‘Ik kreeg een mailtje dat ik was genoemd als voorzitter van de commissie, ik werkte bij de faculteit gezondheid van de Hogeschool van Amsterdam en de HR wilde graag een ‘buitenstaander’. Ik werk als freelancer voor de commissie.’ Dat hij hiervoor gevraagd werd heeft alles te maken met zijn werk in het veld van research integrity en methodologie (zie bio). Naast De Klerk en Ter Riet bestaat de commissie uit vijf andere leden, die verschillende instituten vertegenwoordigen of een specifieke deskundigheid hebben, bijvoorbeeld op het gebied van privacy of nieuwe technologie zoals AI.
‘Je onderzoek wordt er beter van’
Terwijl in de universitaire wereld ethische commissies volslagen ingeburgerd zijn, is het in het hbo een relatief nieuw verschijnsel. En dat is logisch, want ook wetenschappelijk onderzoek is in het hbo nog tamelijk nieuw. De eerste lectoren en kenniskringen in het hbo stammen van het begin van deze eeuw, toen bedacht werd dat het hbo versterkt zou moeten worden met praktijkgericht onderzoek. Daar horen voorzieningen en regels bij, en zo’n voorziening is dus onder meer de ECO. ‘Daarnaast is er een commissie wetenschappelijke integriteit en een vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit’, vertelt De Klerk.
‘Je gaat bewuster nadenken over de kwaliteit van je onderzoek, en over wat je van de deelnemers vraagt.’
In het medisch onderzoek is men gewend aan strenge regelgeving en toetsingscommissies. In andere velden zullen onderzoekers de ECO misschien zien als een ‘extra hobbel’, denkt De Klerk. ‘En het ís ook in zeker zin een extra hobbel, maar je onderzoek wordt er wel beter van. Je gaat bewuster nadenken over de kwaliteit van je onderzoek, en over wat je van de deelnemers vraagt.’ ‘De commissie wil een sparringpartner zijn’, valt Ter Riet bij. ‘Overal hebben mensen last van tunnelvisie, dat is volkomen logisch. Juist door met buitenstanders te praten, kom je daar makkelijker achter.’ ‘Zie het als een rondje gratis feedback’, zegt De Klerk.
Niet verplicht
De ECO is overigens geen verplichte hoepel waar iedere onderzoeker met zijn of haar voorstel doorheen moet springen. De enige reden waarom een onderzoeker soms de noodzaak heeft ‘langs de ECO te gaan’ zijn de eisen van uitgevers: het verkrijgen van een ‘goedkeuringsbrief’ die vereist is om je onderzoek in een wetenschappelijk tijdschrift gepubliceerd te krijgen. Zo’n kwaliteitsstempel kan de ECO verstrekken.
Daarnaast zijn er wettelijke regels die onderzoekers in acht moeten nemen. Zo is de AVG (de Algemene Verordening Gegevensbescherming) van kracht op het gebied van privacy. Voor dat terrein heeft de commissie een specifieke deskundige, want er zitten veel haken en ogen aan. ‘Zo was er een onderzoek waarbij de onderzoekers mee zouden lezen in een Facebookgroep van een patiëntenvereniging’, geeft Ter Riet als voorbeeld. ‘Dat was netjes afgestemd met die vereniging, maar ze zouden ook posts van de groepsleden gebruiken in hun onderzoek, geanonimiseerd. Maar omdat de Facebookgroep niet volledig besloten was, zouden letterlijke citaten in een eventuele publicatie te herleiden zijn naar bestaande personen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling met gevoelige informatie.’ ‘De onderzoekers hadden hier zelf al heel goed over nagedacht overigens’, vult De Klerk aan, ‘maar het was toch nog wel nodig om samen met team privacy te bedenken hoe het nog beter kon, zodat het risico op herleidbaarheid zeer klein werd.’
Medisch onderzoek wettelijk geregeld
De meeste onderzoekers op de HR zijn dus vrij om hun plannen wel of niet aan de ECO voor te leggen. Voor onderzoek op medisch gebied is er een wettelijke plicht om je onderzoek vooraf te laten beoordelen. De WMO (Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met mensen) geeft daarvoor twee opties: de centrale commissie mensgebonden onderzoek (CCMO), of een door de CCMO erkende medisch-ethische commissie.
Maar wanneer is onderzoek medisch-wetenschappelijk? Zelf behandelde de ECO als ‘oefening’ een casus van een onderzoek van WdKA-student Yori Ettema op het grensvlak van zorg en technologie. ‘Het ging erom mensen met een angst, bijvoorbeeld voor hoogtes, bloot te stellen aan die angst met een deepfake film’, legt De Klerk uit. ‘Ze zagen dan zichzelf iets doen waar ze bang voor waren, maar in werkelijkheid deed iemand anders het en was hun hoofd erop geplakt. Er zitten aan dit type onderzoek veel ethische aspecten waar studenten en onderzoekers zich misschien niet helemaal bewust van zijn. Bijvoorbeeld dat mensen een heel diepe angst kunnen hebben en blootgesteld worden aan die angst intense emoties op kan roepen. Daar is wel de juiste begeleiding bij nodig. Daarnaast raakt dit soort onderzoek de vraag of het WMO-plichtig is, ook al gaat het niet om patiënten. Het gaat wel om mensen met misschien wel een echte angststoornis. Dat zou betekenen dat dit type onderzoek door een erkende METC getoetst zou moeten worden.’
‘Het is misschien een bij-effect, maar ook de reputatie van de instelling kan schade oplopen’
Zowel voor de deelnemers als voor de onderzoekers en de hogeschool is het raadplegen van de ECO dan nuttig, stellen de commissieleden. ‘Het is misschien een bij-effect, maar ook de reputatie van de instelling kan schade oplopen’, zegt De Klerk.
Hoe ga je om met participatief actie-onderzoek?
Bij onderzoek in de gezondheidszorg is vooraf al precies vastgelegd wat er gebeurt in een onderzoek, wanneer en hoe. Die klassieke lijnen zijn er in moderne onderzoeksmethoden als ‘participatief actie-onderzoek’ niet. En dat is een vorm van onderzoek die op Hogeschool Rotterdam nogal eens gebruikt wordt. ‘Je hebt dan bijvoorbeeld soms geen duidelijke scheidslijn tussen onderzoeker en deelnemer, een deelnemer wordt ook wel “co-onderzoeker” genoemd’, legt De Klerk uit. ‘Het verloop van het onderzoek is soms niet vooraf duidelijk. Hoe wij daar een oordeel over moeten geven, daar zijn we nog zoekende in. Als we als commissie iets verder zijn, willen we graag met onderzoekers in gesprek die hier ervaren in zijn.’
Een ander aandachtspunt voor de ECO is dat soms studenten als deelnemer bij een onderzoek betrokken zijn. Maar hoe zit het dan met de hiërarchische verhoudingen? Voelen studenten zich vrij genoeg om nee te zeggen tegen deelname?
‘Je hebt dan soms geen duidelijke scheidslijn tussen onderzoeker en deelnemer, een deelnemer wordt ook wel “co-onderzoeker” genoemd’
Nadenken over al deze kwesties past in de ontwikkeling van de ECO die bezig is zichzelf te professionaliseren. De aanstelling van De Klerk als secretaris geeft die professionalisering een boost, ze heeft de ervaring en de tijd om hier een slag mee te maken. Bij de Universiteit Utrecht zette ze een online portal op om het indienen en beoordelen van onderzoeksvoorstellen te stroomlijnen en gebruiksvriendelijker te maken, voor zowel de onderzoekers als de commissieleden. Iets soortgelijks wil ze op de HR gaan doen, omdat de commissie een toename van de aanvragen verwacht. ‘We krijgen nu zo’n drie aanvragen per maand binnen en komen maandelijks bij elkaar’, zegt De Klerk.
Daarnaast werken ze aan educatie en communicatie, vertelt De Klerk. ‘We werken aan een toolbox voor studenten en docenten, met bijvoorbeeld een presentatie over ethische dilemma’s, uit de praktijk van de ECO. Maar er zitten ook voorbeeldbrieven in die je naar deelnemers aan een onderzoek kunt sturen en checklists. We hopen een breder publiek te bereiken en te zorgen voor meer bewustwording rond ethische vragen.’
‘Slecht onderzoek is in principe al onethisch’
Dat hun commissie er is, vinden ze allebei essentieel. ‘Ik ben opgevoed met het idee dat ieder slecht onderzoek in principe onethisch is’, zegt Ter Riet. ‘Je vraagt iets van mensen: tijd, geld, soms letterlijk bloed.’ Als het onderzoek door gebrek aan kwaliteit helemaal niet zinnig is, is het niet erg ethisch überhaupt iets van mensen te vragen, wil hij maar zeggen. Daarom geeft de commissie ook advies over de kwaliteit van onderzoek: is de steekproef wel groot genoeg, stelt de onderzoeker de juiste, zinnige vragen? En ook andere ethische kwesties komen aan de orde, is er bijvoorbeeld ergens sprake van belangenverstrengeling? ‘Je wilt graag bepaalde resultaten halen en die druk wordt groter als er samenwerkingspartners zijn’, zegt Ter Riet. ‘Daarom letten we extra op als er (mede-)financiers van buiten zijn betrokken.’
Wetenschappers zijn ook maar mensen en willen graag dat hun onderzoek mooie opvallende resultaten heeft.
Wetenschappelijke integriteit kan haast niet genoeg beschermd worden in het voortraject van een onderzoek, vinden ze. De ECO heeft ook geen ‘check achteraf’. Ter Riet: ‘Vaak lees je in een onderzoeksvoorstel: Ik ga deze tien dingen meten. In de publicatie zie je dan later maar vier dingen terug.’ ‘Dat is de hele publicatiecultuur’, verzucht De Klerk. Want ja: de druk op onderzoekers is hoog en succes gewenst. Wetenschappers zijn ook maar mensen en willen graag dat hun onderzoek mooie opvallende resultaten heeft. Ook wetenschappelijke uitgevers zijn maar mensen (én ondernemers) en publiceren liever een goed verhaal dat de aandacht trekt in het vakgebied. ‘Maar iedereen wordt ooit een keer patiënt’, zegt Ter Riet over zijn drijfveren. ‘Dan hoop je dat de arts die jou behandelt, niet alleen juichverhalen heeft gelezen in de wetenschappelijke literatuur, maar ook andere studies.’
Tekst: Edith van Gameren
Foto: Darice de Cuba
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top