Het Panel: ‘Niet bang zijn voor wat meer langstudeerders, daar kunnen we onderwijs op inrichten’
Gepubliceerd: 8 May 2023 • Leestijd: 5 minuten en 52 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Er zijn al een tijd dingen aan het verschuiven rond het bsa. Het wordt soepeler (naar een tweejarig bsa) en verandert als het aan het cvb ligt in een doorstroomnorm. Het idee is dat door een streng bsa veel studenten ten onrechte worden weggestuurd.
De verandering die op stapel staat, brengt wel het risico mee dat meer studenten vertraging oplopen. Hoe denkt het Profielen Panel daarover? We legden onze vaste groep studenten en docenten de stelling voor: ‘We moeten niet te bang zijn voor wat meer langstudeerders, daar kunnen we ons onderwijs op inrichten’.
Yoeri Meulemans: ‘Maak de regels rechtvaardiger’
Student civiele techniek
‘Ik ben zelf langstudeerder en kan zeggen dat het geen pretje is. Je neemt je voor om binnen vier jaar je diploma te halen. En als je daar ineens negen jaar over doet, heeft dat invloed op je motivatie en je zelfvertrouwen. Voor de hogeschool zijn langstudeerders vervelend, maar het leed zit vooral in de langstudeerder zelf.
Het bsa is een instrument om te toetsen of je geschikt bent voor de opleiding, en ook of je de opleiding wel leuk vindt. Het bsa stond vroeger op 48 studiepunten in het eerste jaar, wat betekent dat je tachtig procent van je studiepunten moet hebben gehaald om door te mogen gaan met de opleiding.
Dat het geen waterdicht instrument is, bewijs ik maar weer. In mijn eerste jaar had ik 54 studiepunten, maar ik studeer af na zes jaar en zeven maanden ingeschreven te hebben gestaan. En bovendien ben ik er ook ruim twee jaar uit geweest. Dat betekent dus dat er negen kalenderjaren zaten tussen het starten en het afronden van de opleiding. En dat bij een student die gewoon aan het “strengere bsa” voldeed.
Ik geloof best dat er studenten tussen zitten die buiten hun schuld om het bsa niet halen. In het eerste jaar heb je bijvoorbeeld groepscursussen van 8 studiepunten. Mocht je twee keer in een groep zitten met studenten die hun werk niet doen, mis je al 16 studiepunten en is het ophoepelen.
Mijn advies: Ga eens na wat het echte probleem is! Nominaal is normaal wordt er regelmatig gezegd, maar helaas is het de minderheid die binnen vier jaar afstudeert. En de helft van de studenten moet aan een zesde jaar beginnen. Waarom moet er in het eerste jaar in groepen worden gewerkt, terwijl juist dat jaar ook een heleboel ongeschikte studenten aan de opleiding deelnemen. Afhankelijk zijn van anderen, terwijl je zelf over je eigen succes hoort te gaan. Dat klopt niet! Je wordt toch ook persoonlijk verantwoordelijk gehouden als je de cursus niet haalt?
Beter onderwijs start bij eerlijker en rechtvaardiger onderwijs. Je kunt de regels wel versoepelen om zo meer studenten binnen de boot te houden. Maar als de versoepelde regels niet eerlijk en rechtvaardig zijn zal dat alleen maar leiden tot meer langstudeerders.’
Zeyad Al Mumar: ‘Langstudeerders zijn er gewoon’
Onderwijsadviseur kwaliteit en projectleider Goalsetting
‘Iets meer langstudeerders kan weinig kwaad, maar als opleiding moet je er natuurlijk wel alles aan doen om niet te veel langstudeerders in huis te hebben. De werkdruk voor de docenten kan hierdoor flink omhoog gaan, en voor de student is het ook fijn om niet te lang over zijn/haar studie te doen. Misschien moet de opleiding nieuwe docenten aannemen die verantwoordelijk zijn voor het begeleiden van de langstudeerders. Er valt zeker iets te regelen voor deze doelgroep en het is onze plicht om het onderwijs goed in te richten voor langstudeerders, want die zijn er gewoon, dat hoort erbij.
Het wegvallen van het bsa kan voor de student ook nadelen hebben, vind ik. Stel dat je er als student pas in jaar 2 of 3 achter komt dat de studie toch niets voor je is, dan verspil je twee of drie jaar voordat je naar een andere studie overstapt. Dat had je als student beter in leerjaar 1 al kunnen doen. Milder bsa-beleid kan dus voor sommige studenten goed werken, maar er zitten ook nadelen of risico’s aan voor andere studenten.’
Ráchel Geleijnse: ‘Het leven kan er tussenkomen’
Student lero geschiedenis
‘Dubbel. Zelf kom ik nog uit de studiejaren waarbij een bsa en propedeuse binnen twee jaar gehaald dienden te worden. Bij de meesten kostte dit bloed, zweet en tranen en inderdaad de helft “viel af”.
Enerzijds leverde dit bij velen veel stress op aangezien er rondom de studie ook “het leven zelf” is. Soms waren er omstandigheden buiten de studie die ook zorg en aandacht vroegen. Of er was iets op de stages aan de hand waarbij je afhankelijk was van handtekeningen/bewijzen die je zonder jouw toedoen dus punten zouden kunnen kosten waardoor je niet over kon, of de opleiding zelfs door puntengemis niet kon afmaken. De andere kant van de munt was dat het een soort houvast bood. Je wist hoeveel punten je nodig had, je wist dat een bsa bepalend was, waardoor de motivatie best hoog was. Je moest het wel halen, dus deed je er ook echt alles voor.
Toen de propedeuseregeling verviel zag ik om mij heen deze motivatie veranderen, men werd gewoon lakser. “Als ik dat vak gewoon volgend jaar doe, heb ik het nu minder druk dus dat komt wel.” En zoals we zelf misschien wel eens tegen onze eigen leerlingen zeggen wordt ooit meestal nooit. Aan de andere kant was er het stukje van “het leven kan er tussenkomen”, omstandigheden waar je zelf niks aan kon doen. buiten de studie om. Qua stress beter te doen: je kreeg meer ademruimte. Maar velen werden wel langstudeerders omdat ze steeds meer achter gingen lopen.
Misschien moeten we de bsa daarom ook niet helemaal overboord gooien omdat het nog steeds als een richtlijn kan dienen. Als je het echt wilt wordt dat op die manier opgemerkt en misschien als je zelf twijfelt over je studiekeuze kan het juist helpen om die knoop door te hakken in plaats van nog jaren een studie te doen die je misschien niet ligt. En natuurlijk blijft het leven er vaak tussenkomen dus gooi het bindende er dan af en maak er gewoon een advies van, dat met de student bespreekbaar is, maar niet bepalend.’
Ernst-Ariaan van der Giessen: ‘Andere manier van “leren leren” gevraagd’
Docent HRBS
‘In essentie heeft iedereen recht op onderwijs. De maatschappij is aan het veranderen en waar we vroeger informatie moesten zoeken komt het nu continu op ons af. Het verzamelen, ordenen, analyseren en toepassen van informatie is veranderd en vraagt om een andere manier van “leren leren”. Het Nederlandse onderwijssysteem is zich daar – lijkt het – niet van bewust.
Wanneer we daarnaar zouden kijken dan is er veel meer mogelijk en kan je ook naar de financiering kijken. Helaas is deze nu steeds bepalend en daardoor houd je onderwijsvernieuwing tegen.Ik denk dat de term langstudeerders iets van deze tijd is. Hier moeten we ons op gaan aanpassen. En ik ben er niet bang voor.’
Ed Meesters: ‘Studenten kunnen participeren in de vormgeving van het onderwijs’
Docent RAC
‘Ik zou de stelling graag wijzigen in: daar moéten we ons onderwijs op inrichten.
Ons onderwijs is gebaseerd op het uitgangspunt dat de student 40 uur per week beschikbaar is voor studie en stage/werk. De realiteit is vaak anders: een werkveld wat om méér inzet vraagt, relaties en verantwoordelijkheden die energie vragen, activiteiten als sport en hobby. Het aantal vertragers zal toenemen. Met Ron Bormans kwam ik al jaren geleden tot de conclusie dat de bachelor een vijfjarige studie is, die in vier jaar behaald kan worden, als alles meezit. Helaas is de opleiding ook ingericht op die vier jaar. Daarmee positioneert de opleiding zich als ‘aanbodgestuurd’.
Er zijn inmiddels – ook binnenshuis – opleidingen met ervaring met flexibel onderwijs: meer maatwerk. Hoe kunnen we opleiding méér aanpassen aan de mogelijkheden en het ontwikkeltempo van de student? In het gewoontepatroon gaan we bijvoorbeeld uit van twee toetsgelegenheden per jaar op het moment dat het de opleiding schikt. Er is weinig uitdaging en erkenning voor persoonlijke leerervaringen. Hoe reflecteer je daarop in het kader van je groeiende professionaliteit?
Er is weliswaar een extra ondersteuningsaanbod, maar er moet wel iets aan de hand zijn om dat buiten het programma te volgen. Het werkveld heeft de huidige student hard nodig. Het is erg te moeten constateren hoe het ons te vaak niet lukt om de motivatie van de student te blijven voeden.
Studenten kunnen participeren in de vormgeving van het onderwijs. Zij kunnen ons de input geven waar ons onderwijsmodel schuurt op de behoefte van de student. Laten we beginnen met het afschaffen van het woord langstudeerders. Het zijn de volhouders, die ondanks dat wij alles geforceerd in vier jaar aanbieden, zich blijven inzetten.’
Tekst: Edith van Gameren
Illustraties: Demian Janssen
De institutionele benaming van langstudeerders kis opzichzelf al problematisch. Studenten worden gereduceerd tot de tijd die ze nodig hebben om af te studeren; het duurt (te) lang. Vanuit een institutioneel en economisch oogpunt wordt het gezien als negatief: als een kostbare en problematische categorie. Het is een categorie die ‘opgelost’ moet worden. Deze manier van denken wordt geïnternaliseerd: studenten voelen zich beschaamd, gebruiken humor om hun teleurstelling in zichzelf te verhullen, geven zichzelf de schuld en/of zien zichzelf als ‘mislukkingen’. De realiteit is dat de oorzaken van studievertraging zeer divers en complex zijn, en vaak het gevolg zijn van gebeurtenissen of omstandigheden die buiten de (directe) controle van studenten liggen. Om deze reden heeft ons docententeam besloten om te stoppen met het gebruik van het woord “langstudeerder” en ervoor gekozen om de term “jaar 5+” studenten te gebruiken, een term die in lijn is met de manier waarop we alle studenten categoriseren: met het jaar waarin ze zitten. Dat we het onderwijs ook op deze studenten zouden moeten inrichten, lijkt me vanzelfsprekend – in lijn met wat collega Ed Meesters ook al aangeeft.
Goed om hier veel genuanceerde reacties te zien. De uitdrukking “Nominaal is normaal” komt weer even voorbij, die als een soort spook om deze discussie heen blijft zweven. Laten we niet vergeten dat deze uitdrukking per definitie onwaar is en deze bewering alleen als politiek doel gesteld kan worden. Het heeft niets te maken met de werkelijkheid.
Nominaal is de tijd die staat voor de studie, b.v. 4 jaar voor de bachelor. Normaal is de gemiddelde studieduur. Het is een statistische term, gecoöpteerd voor een politieke uitspraak. Het is een geweldadige poging om een verdeling schever te maken dan deze reeds is.
Tenzij je “kortstudeerders” gaat hebben zal je normaal nooit gelijk zijn aan je nominale waarde. Vgl het CBS in 2010 was de gemiddelde duur voor een hbo bachelor vier jaar en vier maanden.
Of zoals Ed Meesters met Ron Bormans geeft geconcludeerd, “een vijfjarige studie [is], die in vier jaar behaald kan worden, als alles meezit”.