Medezeggenschap WdKA kritisch over bezuinigingen, directeur ziet geen ‘Plan B’
Gepubliceerd: 6 April 2023 • Leestijd: 4 minuten en 4 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Forse bezuinigingen en de besluiten naar aanleiding van het rapport over sociale onveiligheid: op de Willem de Kooning Academie (WdKA) is er van alles aan de hand en dat laat de academie niet onberoerd. Dat bleek ook tijdens de vergadering van de instituutsmedezeggenschapsraad (imr).
De vergadering vond plaats in het Research Station op de WdKA; vertrekkend directeur Jeroen Chabot en enkele anderen waren online aanwezig via Teams. De aankomende bezuinigingen stonden het meest prominent op de agenda. Vanwege onder andere een teruglopend studentenaantal en hogere huisvestings- en energiekosten (een probleem waar meerdere onderwijsinstituten mee te maken hebben), moeten er mensen weg.
Verlies van kennis en diversiteit
Vooral docenten met tijdelijke aanstellingen zijn daarvan de dupe, en daarmee ook het onderwijs, betoogt imr-lid en hogeschooldocent Karin Arink. ‘Bij sommige courses moet vier vijfde van de docenten weg. We verliezen daarmee veel kennis. Heel goede docenten, waarin ook is geïnvesteerd, gaan nu naar andere kunstscholen.’
Naast kennis gaat de WdKA ook veel docenten verliezen die de laatste jaren juist zijn aangenomen om het docententeam diverser te maken, een punt dat afgelopen week ook onder de aandacht kwam bij afsluiting van de maand van de inclusie. ‘Erg schadelijk voor de WdKA’, stelt imr-lid Pendar Nabipour.
Directeur Jeroen Chabot vindt dat ook, ‘maar het is onvermijdelijk. Zonder een formele reorganisatie (waarbij je na het aantonen van forse financiële problemen mensen met vaste contracten kunt ontslaan, red.), moet je kijken naar de tijdelijke contracten. Mensen die een tijdelijk contract hebben, weten dat ook. Daarnaast moet je ook tijd en geld beschikbaar houden voor de mensen die blijven, om hen een goede job te laten hebben.’
‘Heb je een alternatief? Stuur het mij’
Maar is er dan geen Plan B, met minder bezuinigingen, probeerde Nabipour. ‘Als jullie een alternatief hebben – ik zie het niet – stuur het mij!’, reageerde Chabot.
De imr-leden, die vonden dat de directeur de bezuinigingsplannen niet of in elk geval te laat met de imr heeft besproken, opperden wel wat ideeën. Allemaal ideeën waarvan Chabot de onmogelijkheid of onwenselijkheid benoemde. De veel geld kostende aangekondigde fusie met Codarts ter discussie stellen? Chabot: ‘Dat gaat niet om geld voor het onderwijs. En we zijn al gecommitteerd aan de fusie’.
‘Waarom niet bezuinigen op managers?’
Waarom wordt er niet op de managers bezuinigd? Chabot: ‘Dat hebben we jaren geleden al fors gedaan, wat er nu is hebben we gewoon nodig.’
Werken aan interne mobiliteit, oftewel medewerkers bijvoorbeeld overplaatsen naar groeiende onderwijsinstituten? Chabot: ‘We zijn een kunstschool; we doen het wel maar het is niet makkelijk om banen voor onze docenten te vinden op andere plekken op de HR. Je kunt mensen ook niet dwingen.’
Een mogelijkheid om toch weer wat meer docenten te krijgen, is de tijd en het geld die nu aan onderzoek wordt besteed. Chabot: ‘Daarin hebben we veel geïnvesteerd. En dat kost veel geld, waarbij het deels om subsidies gaat. Maar uiteindelijk zijn wij geen ‘research university’. Komende twee, drie jaar gaan we nadenken of we ermee moeten doorgaan; medewerkers die nu onderzoek doen kunnen misschien weer gaan lesgeven.’
De Graduation Show, de expositie voor afstudeerders, noemde de directeur ook nog als mogelijke bezuinigingspost. ‘Die kost meer dan 100.000 euro. Hij is heel belangrijk, maar de vraag is of-ie zoveel moet kosten.’
‘Waarom kunnen we er niet echt over meedenken?’
Het gesprek tussen de imr-leden en de directeur over de bezuinigingen ging gepaard met een tikje wantrouwen en onvrede vanuit de imr. Waarom worden we zo laat geïnformeerd? Waarom kunnen we er niet echt over meedenken? Nabipour: ‘Het gebeurt gewoon’.
De directeur stelde dat hij, als er iets bijzonders gebeurt of wordt besloten, de imr altijd meteen informeert. ‘We geven jullie ook de gelegenheid om met de business controller over het budget te praten’, aldus Chabot, die in z’n algemeenheid nog aangaf dat hij ook zelf openstaat om bij vragen in gesprek te gaan.
Nieuwe manager en nieuwe directeur
De onvrede bij de imr kwam ook naar boven bij het agendapunt over de komst van de nieuwe extra manager en het aanstellen van een nieuwe directeur naar aanleiding van het conclusies uit het recent uitgekomen rapport over sociale onveiligheid op de WdKA.
‘Er komt een interim-projectmanager maar wij zijn daar niet over bevraagd. En waarom staat de vacature voor die functie maar een week open, zo kan niet iedereen het zien. Hebben jullie misschien al iemand op het oog?’, vroeg Karin Arink.
De komst van de interimmer is een besluit van het college van bestuur en Chabot, vertelde de directeur. ‘Er was een noodzaak om te handelen. De korte termijn heeft ermee te maken dat het om iemand zal gaan van een bureau, die gespecialiseerd is in zulke problematieken. Het is geen vaste baan voor iemand, maar een interim-functie.’
Waar komt geld voor nieuwe manager vandaan?
Maar waar komt het geld voor die interim-manager vandaan, terwijl tijdelijk contracten moeten aflopen?’, vroeg Arink ook nog. ‘Wij kunnen dat niet begrijpen en niet uitleggen.’ Het cvb zorgt voor dat geld, reageerde Chabot die tijdens de vergadering enkele keren duidelijk maakte dat de toon van de vraagstelling hem niet altijd beviel.
Arink gaf aan Chabot niet per se ergens van te beschuldigen maar ervoer wel dat de imr door hem niet echt ‘serieus wordt genomen’. ‘Dan krijgen we niet een e-mail waarin staat “We denken aan het aantrekken van een extra manager”, maar dan is het al besloten. En staat er dus niet “Wat denken jullie, wat kunnen jullie betekenen?” Er wordt ons niet om advies gevraagd.’
Heel kort ging het in de vergadering ook nog over de vacature voor de nieuwe instituutsdirecteur, de vervanger van Jeroen Chabot. Nabipour vroeg zich af of de directeur democratisch kon worden gekozen, maar zo werkt dat niet in Nederland, reageerde Chabot. ‘Maar de imr heeft er wel veel over te zeggen.’
Tekst: Jos van Nierop
Foto: Levien Willemse
Chabot heeft makkelijk praten. Die kreeg geljk een ander baantje.
Bij Jeroen Chabot gaat het om iemand met een vast contract. Bij de bezuinigingen gaat het vooral over medewerkers met een tijdelijk contract.
Maar hij legde zijn taken toch vrijwillig neer?
Dat is ook waar, inderdaad.
100% terechte kritiek en uitstekend werk van onze collega’s in de WdKA IMR. In een verslag op het MyWdKA intranet las ik dat de WdKA nu al 130.000 euro/jaar uitgeeft voor de fusie met Codarts. Daarnaast is er een opgeblazen management dat werkt volgens het principe van te veel koks bederven de brij. En nu wordt het nog verder wordt uitgebreid… Als je op deze kostenposten bezuinigt, hoef je minder docenten te ontslaan. Hoe triest dat mijn eigen lezerscommentaar van september profetisch was. Toen schreef ik over de “voorzienbaar hoge kosten” van de fusie en vroeg: “Wat betekent dit voor de kwaliteit van ons onderwijs, wat voor de vele WdKA-docenten met een tijdelijk contract?”
De directie van WdKA en het HR CvB hebben luchtkastelen gebouwd, in onzekere tijden. Wij docenten en de studenten zijn daar de dupe van.
Chabot’s poor leadership and incompetence have been left unchecked and ignored for years. And now the lack of consequences sends yet another demoralizing message to many at WdKA. I guess, the Executive Board will always take care of their own, at all costs.
De directeur begrijpt niet helemaal hoe deze processen werken of is onvoldoende geïnformeerd. Men kan niet ineens het taakbelastingsbeleid wijzigen zonder toestemming van de IMR en OC en ook zonder toestemming van de docenten. In de CAO 2022-2023 staat duidelijk:
” Bij de planning en uitvoering van de werkzaamheden wordt gewerkt met realistische taakopdrachten op individueel en op teamniveau. Dit houdt in dat taakopdrachten – rekening houdend met beschikbare tijd, capaciteit en middelen – op een reële wijze moeten kunnen worden uitgevoerd binnen de betrekkingsomvang. Het bovenstaande
geldt zowel bij de planning van het takenoverzicht als bij het eventueel in overleg wijzigen van het takenoverzicht (type en/of omvang) gedurende het studiejaar. Bij die toedeling van taken dient onder meer rekening te worden
gehouden met het geven van onderwijs, met voor- en nawerk, met het bijhouden van ontwikkelingen op het vakgebied en met vervanging, onder andere in geval van ziekte en professionele ontwikkeling.
Afspraken over het taakbelastingbeleid, waarin onder andere bovenstaande wordt gerealiseerd en wijzigingen daarvan worden ter instemming voorgelegd aan de PMR op het niveau waarop het beleid is vastgesteld. Met ingang van uiterlijk 1 april 2022 wordt met het realistische taakbelastingbeleid gewerkt.
Wat betekent dat als de leraren en raden niet instemmen dan denk ik dat Chabot en het dozijn managers een plan B zullen moeten vinden.
Wat Chabot vooral lijkt te benadrukken in dit verslag, is dat een IMR, in zijn ogen, er niet toe doet.
Wat hij wel doet: Een vacature optuigen voor de schijn (omdat dat moet!); Een trouble shooter binnen halen om het disfunctioneren van het managementteam te maskeren; Zijn aanpak om te bezuinigen is de enige weg.
Schandalig dedain.
Los gekoppeld van de werkvloer en gebrek aan empathie.