Meer langstudeerders door milder bsa-beleid? HR-bestuur ‘accepteert dat risico’
Gepubliceerd: 11 April 2023 • Leestijd: 6 minuten en 54 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Als het bindend studieadvies in het eerste jaar verdwijnt, zullen opleidingen ‘aan de bak moeten’ om te voorkomen dat studenten te lang over hun studie gaan doen, zegt voorzitter van het college van bestuur (cvb) Ron Bormans. ‘Het eerlijke verhaal is dat dit beleid kan leiden tot meer langstudeerders.’
Vroeger zouden ze zijn weggestuurd met een bindend studieadvies. Nu wil de hogeschool ze graag binnenboord houden. Ook als dat tot meer langstudeerders leidt. ‘Het is een waardenafweging’, zegt collegevoorzitter Ron Bormans in reactie op de vele vragen die de ronde doen op de HR over de bsa-plannen. ‘Het cvb kiest ervoor om ook die jonge mensen een kans te geven.’
Van bindend naar dringend advies
De komende studiejaren wil het cvb het bindend studieadvies omzetten in een dringend studieadvies. Dat advies kunnen studenten naast zich neerleggen. Ze kunnen er dus voor kiezen om door te studeren, terwijl ze (te) veel vakken nog niet gehaald hebben. Dat betekent dat een grotere groep studenten met een grotere achterstand aan het tweede jaar zal beginnen. Precies zoals de afgelopen jaren, toen het bindend studieadvies opgeschort was (in het eerste coronajaar) of niet bindend was (in de jaren sindsdien).
Ook op de lange termijn, vanaf 2026, wil de HR overstappen op een systeem waarmee meer studenten binnenboord kunnen blijven. Zodra de voorgestelde wetsverandering het mogelijk maakt, wil de HR dan alleen nog een bsa in het tweede jaar. Aan het eind van het eerste jaar gaat dan wel een nieuwe ‘doorstroomnorm’ gelden, zodat studenten niet al te veel achteroverleunen. De hoogte van deze doorstroomnorm kunnen opleidingen zelf bepalen, binnen een bereik van dertig tot zestig punten.
Krijgen we straks weer meer langstudeerders in huis, die allemaal een passend programma aangemeten moeten krijgen?
Studenten die de doorstroomnorm niet halen worden niet weggestuurd, maar moeten in principe eerst hun eerstejaarsvakken halen voor ze aan de tweedejaarsvakken kunnen beginnen. Dat levert enige druk op, maar veel minder dan bij een bindend studieadvies. Docenten maken zich daarom zorgen: krijgen we straks weer meer langstudeerders in huis, die allemaal een passend programma aangemeten moeten krijgen? En over hoeveel studenten gaat het dan, die voorheen met een bsa weggestuurd werden en die nu mogen blijven?
Nieuwe cijfers: driekwart bsa-studenten stopte zelf
Cijfers over het cohort uit 2019, dat als eerste geraakt werd door de coronalockdowns, geven daar nu iets meer inzicht in. Het cvb stuurde deze cijfers vorige week naar Profielen en naar de centrale medezeggenschapsraad, als aanvulling op de opmerkingen van het college in de vorige openbare cmr-vergadering.
Van alle studenten die in 2019 aan een voltijd bacheloropleiding begonnen (en die vanaf maart 2020 geconfronteerd werden met de eerste coronalockdown), heeft 44 procent minder dan 48 punten gehaald. Normaliter is dat de puntengrens voor een bsa. Maar omdat de Hogeschool Rotterdam in maart 2020 het bsa opschortte, mochten deze studenten in de jaren daarna alsnog doorstuderen.
Lang niet alle studenten hebben gebruikgemaakt van die mogelijkheid. Bijna driekwart (bijna drieduizend studenten) stopte alsnog – de meesten in het eerste jaar, maar ook een flinke groep daarna. Van de elfhonderd die drieënhalf jaar later nog steeds studeren, heeft de helft inmiddels meer dan 120 studiepunten gehaald. Dat is de helft van de studiepunten in negentig procent van de tijd.
Nieuwe cijfers: 550 bsa-studenten toch ‘kansrijk’
Precies deze ‘bsa-groep’ met 120 studiepunten of meer, heeft de aandacht van het bestuur. Want deze studenten doen er weliswaar langer over, maar ze hebben wel degelijk een serieuze ‘kans op succes’, zegt het cvb. Bormans: ‘Ze zouden hun diploma in zeven jaar kunnen halen. Dat is natuurlijk niet de norm, en 120 punten is voor de hogeschool ook geen nieuwe norm voor succes, maar je ziet dat voor studenten die minder dan 120 studiepunten hebben de kans op succes echt kleiner wordt en de termijn die ze nodig hebben langer.’
De twee groepen bsa-studenten (met meer of minder dan 120 punten) zijn met rond de 550 studenten ongeveer even groot. Vandaar dat het college in de laatste cmr-vergadering stelde dat de helft van de weggestuurde studenten het nog best goed doet. Die claim verdient enige context, want ondertussen tellen de drieduizend vrijwillig verdwenen studenten al niet meer mee in de berekening van het cvb. Zou je dat wel doen, rekening houdend met het feit dat veel eerstejaars zichzelf voor 1 februari laten uitschrijven om een bsa te voorkomen, dan kom je eerder op een succespercentage van zo’n dertig procent.
Groot verschil 0-30 en 31-47 studiepunten
Cohort 2019 was door de coronafinish bijzonder, dus de cijfers moeten niet te snel veralgemeniseerd worden. Toch zitten er nog meer inzichten in de cijfers over dit ene cohort, die je ook niet kunt negeren. Zo hebben 138 studenten na drieënhalf jaar nog steeds hun propedeuse niet gehaald.
Ook is het enorme verschil interessant in de bsa-groep tussen studenten die net tegen de norm aan zitten en zij die er ver onder scoren. Zo haalden 2830 studenten 0-30 punten in hun eerste jaar en 1260 haalden er 31-47. Het interessante is dat die tweede, veel kleinere groep veel meer ‘kansrijke’ studenten voortbrengt, die nu boven de 120 punten zitten. In de eerste groep (0-30) zijn dat er zo’n 80 (drie procent) en in de tweede groep zijn dat er 476 (38 procent). Dit grote verschil verklaart het plan voor een doorstroomnorm van minimaal dertig punten na het eerste jaar.
Immorele studienorm
De afgelopen jaren keken veel mensen met interesse naar het ‘maximale’ bsa bij commerciële economie. Die opleiding weet weliswaar veel meer eerstejaars binnen te houden en wist succesvol langstuderen te bestrijden, maar zo’n hoog bsa wordt door sommigen inmiddels als immoreel gezien.
‘We zijn langzaam maar zeker tot de conclusie gekomen dat het bsa iets te scherp is geworden.’
Het cvb ziet het met die harde norm in ieder geval niet meer zitten, legt Ron Bormans uit. ‘We zijn langzaam maar zeker tot de conclusie gekomen dat het bsa iets te scherp is geworden. Het is een soort selectiemiddel, terwijl het eigenlijk bedoeld was om studenten te adviseren en te verwijzen en om ze te activeren. Ik denk eerlijk gezegd dat het Nederlandse hoger onderwijs een beetje verslaafd is geraakt aan het bsa.’
Landelijke discussie en wetgeving
Bormans heeft de afgelopen jaren veel gesproken over het bsa, vanwege de verschillende ontwikkelingen op de hogeschool en in het land. Enerzijds is er de maatschappelijke discussie over de hardheid van het instrument, die minister Van Engelshoven al eens aanzwengelde en die tijdens corona nog verder oplaaide vanwege de zorgen om stress onder studenten. Tegelijkertijd benadrukken onderwijskundigen dat studenten zich precies zoveel inspannen als nodig is. Een hogere norm zou studenten juist aan het werk kunnen houden en behoeden voor al te veel (en op zich misschien ook weer stresserende) vertraging.
‘Inmiddels gaat het gesprek over een tweejarig bsa’, zegt Bormans, ‘door het regeerakkoord dat daar melding van maakt. Helaas moeten we vaststellen dat er nog geen wetgeving is gekomen van de minister. Wij waren blij met het tweejarig bsa. Het heeft wel iets strengs, maar geeft tegelijk meer speelruimte aan studenten om hun propedeuse te halen. De minister heeft gelukkig de sympathie van dat voorstel gezien.’
Meer langstudeerders
Die sympathie ontbreekt nog bij veel docenten, blijkt uit de reacties die docenten op de website achterlaten onder artikelen, en geven via e-mail en in de wandelgangen. Veel van hen zeggen zich zorgen te maken over het feit dat een vriendelijker bsa-beleid meer langstudeerders kan opleveren. Kan het cvb die zorg wegnemen? ‘Ik weet niet of ik ze kan geruststellen’, zegt Bormans, ‘Het eerlijke verhaal is dat dit beleid kan leiden tot meer langstudeerders. Maar ook in het oude bsa-regime hadden we er behoorlijk wat. Bovendien leidde het oude bsa-regime tot veel switchers, waarvoor de hogeschool al snel geen bekostiging meer krijgt.’
‘Het eerlijke verhaal is dat dit beleid kan leiden tot meer langstudeerders.’
Onder de oude bsa-regels mocht een weggestuurde student zich een jaar lang niet voor dezelfde opleiding aan dezelfde hogeschool inschrijven. In de praktijk verhuisden veel studenten simpelweg naar dezelfde opleiding aan een andere hogeschool of naar een andere opleiding aan dezelfde hogeschool. Hogescholen krijgen van de overheid subsidie per ingeschreven student per jaar, maar niet langer dan vier jaar per student (en een vijfde jaar voor een diplomering). Studenten die ergens anders opnieuw beginnen, brengen alvast een jaar minder overheidssubsidie mee. Bormans: ‘Dat zien docenten misschien niet, want aan iemand die bij je in de klas zit zie je niet of hij al eerdere opleidingen heeft gevolgd en of hij langstudeerder is. Maar door het oude bsa-regime hadden we veel onbekostigde studenten.’
Bormans: ‘Ik accepteer het risico’
‘Wat ik echter nog veel belangrijker vind’, vervolgt Bormans, ‘is dat we mensen die een kans hebben om af te studeren ook moeten laten afstuderen. Is het vanuit deze waarde wel verantwoord om mensen die tussen de 30 en 48 studiepunten halen in hun eerste jaar weg te sturen, om elders weer opnieuw te beginnen? Als je je realiseert wat dat met mensen doet, dan zeg ik: ik accepteer het risico op langstudeerders.’
Houden we aan een vriendelijker bsa-regime meer geld over? In reactie op vragen hierover mailt het college dat de maatregel ‘budgetneutraal’ zal uitpakken. Ron Bormans reageert een paar dagen later aan de telefoon een beetje geprikkeld op de vraag of de HR hier geld aan gaat overhouden. ‘Zo lijkt het alsof dit een verdienmodel is! Dat is het niet.’ En: ‘Ik kan het niet hard maken met berekeningen, dat is misschien interessant om een keer te doen, maar ik denk niet dat we er geld aan overhouden.’
‘We moeten langstuderen zoveel mogelijk voorkomen’
Docenten maken zich misschien wel meer zorgen om de werkdruk dan om de financiën. Maar, merkt Bormans hierover terecht op, die werkdruk valt deels samen met het feit dat we als hogeschool geen bekostiging krijgen voor langstudeerders. Als je geen geld voor studenten krijgt, en dus geen tijd, dan krijg je het als docent-per-student vanzelf drukker.
Bormans: ‘Natuurlijk zullen er langstudeerders zijn, maar die waren er voorheen ook. Dus we moeten het bestaande bsa niet verheerlijken. Wat ik zeg is dat opleidingen nu aan de bak moeten. Het is aan ons om het onderwijs zo in te richten dat we de kans op langstuderen minimaliseren.’
Tekst: Olmo Linthorst
Illustratie: Marit Breuker
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top