‘Toegankelijk hoger onderwijs moet de norm worden’
Gepubliceerd: 17 November 2023 • Leestijd: 1 minuten en 13 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Veel hogescholen en universiteiten onderschrijven dat een functiebeperking geen studiebeperking moet zijn. Toch lopen studenten nog steeds tegen praktische problemen aan. Tijd voor landelijke regels, vindt expertisecentrum ECIO.
Het voornemen om het onderwijs voor iedereen toegankelijk te maken leeft breed. Inmiddels zo’n twee derde van de hogescholen en universiteiten ondertekende daarover een intentieverklaring van de Verenigde Naties. Maar ‘ondanks een toename in bewustzijn en draagvlak blijft de implementatie achter’, schrijft Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (ECIO) in zijn vandaag verschenen Staat van Inclusief Onderwijs 2023.
Onzichtbare aandoeningen
Liften die door slechtzienden niet te bedienen zijn, ingangen waar een rolstoelgebruiker niet doorheen kan en voor sommige studenten onbruikbare websites of onderwijsapps: de toegankelijkheid van het hoger onderwijs laat regelmatig te wensen over, blijkt uit het rapport.
In totaal schat ECIO dat bijna 40 procent van de studenten een functiebeperking heeft. Van hen heeft 3 procent een visuele of motorische beperking. De grootste groepen bestaan echter uit studenten met een aandoening die je vaak niet ziet. Ze hebben last van een psychische aandoening (24 procent), concentratieproblemen (30 procent) of van dyslexie of dyscalculie (37 procent).
De grootste groepen studenten zijn dan ook vooral geholpen met aanpassingen aan het onderwijs, maar die zijn lang niet altijd vindbaar. Zo bleek in oktober uit een eerder rapport van ECIO dat een derde van de studenten met een ondersteuningsbehoefte niet weet dat er voor hen speciale toetsvoorzieningen zijn, zoals extra tijd of soepeler deadlines.
Overweeg landelijke norm
ECIO baseert zich op bestaand onderzoek. De cijfers uit het rapport zijn daarom niet nieuw. Wel trekt het expertisecentrum er een nieuwe conclusie uit: misschien is het tijd dat er een landelijke norm komt voor toegankelijk onderwijs. Dan weet iedere student wat hij of zij ten minste kan verwachten – bijvoorbeeld ‘dat elk onderwijsgebouw ten minste één toegankelijke ingang of toilet heeft’.
Tekst: HOP, Olmo Linthorst
Illustratie: Job Bos
Hele terechte opmerking dat een functiebeperking geen studiebeperking moet zijn. Laten we niet vergeten dat er dit collegejaar een CMR lid zit met een “functiebeperking” die vorig schooljaar alle 60 punten wist te behalen, gecombineerd met werkzaamheden in de CMR.
Diezelfde student volgt nu een masterstudie en heeft ook nog een plaatsgenomen in het College van Beroep voor de Examens en de Geschillen Advies Commissie (Het CBE en het GAC). En die student staat ook nog eens in de lijst met genomineerden voor student van het jaar.
Je zou bijna vergeten dat hij groep 1 en 2 op een medisch kinderdagverblijf heeft gevolgd en van zijn 6e tot zijn 18e op cluster 4 onderwijs heeft gezeten. Zijn studie op de Hogeschool Rotterdam was zijn eerste keer dat hij op het regulier onderwijs zat. Tijdens deze studie is hij meermaals geconfronteerd met zijn functiebeperking, en is vaak erin gewreven dat hij anders is. En tijdens zijn studietijd is meermaals verteld dat hij wegens zijn functiebeperking nooit zou kunnen functioneren in de maatschappij.
Talent heeft niet te maken met hoe je de Hogeschool binnen wandelt. Het heeft ermee te maken hoe jij je diploma in ontvangst neemt, en hoe je jezelf tijdens de studietijd weet te ontwikkelen.
Dus een functiebeperking hoeft geen studiebeperking te zijn, maar een student die op een andere manier leert hoeft ook niet altijd een functiebeperking te hebben!