Vernieuwing medezeggenschap: op zoek naar andere vormen van participatie
Gepubliceerd: 18 April 2024 • Leestijd: 3 minuten en 16 seconden • NieuwsDe verschillende medezeggenschapsorganen krijgen mogelijk meer een regierol bij besluiten die op de HR worden genomen. Besluiten moeten een participatieparagraaf krijgen waarin staat wie zijn meegenomen in het voorgenomen besluit en hoe; de medezeggenschap moet in de gaten houden of er voldoende inspraak is geweest.
De Werkgroep (Mede)zeggenschap van de HR komt, na onderzoek dat is gedaan door bureau MZ Services, met dit idee en een subwerkgroep gaat daar de komende tijd verder mee aan de slag. Vanaf de zomer wordt geïnventariseerd welke vormen van directe participatie er op en buiten de HR bestaan, en wat er werkbaar is op de HR.
‘Leren van elkaar’
Marrigje Gerits-De Vos, de manager juridische zaken die leiding geeft aan proces tot verbetering van de medezeggenschap, vertelde in de vergadering van de centrale medezeggenschapsraad (cmr) over een periode ‘van leren van elkaar’ en over de toewijding en lef die daarvoor nodig zijn.
Doel is om (meer) studenten en medewerkers te betrekken bij het nemen van besluiten, waarmee de kwaliteit van de besluitvorming beter wordt. In de huidige situatie is het op veel plekken lastig om medezeggenschapskandidaten te vinden en is de opkomst bij de verkiezingen laag. Het resultaat is een medezeggenschap met gebrek aan mandaat. Daarom moet de huidige medezeggenschap een beetje op de schop en moet-ie worden gecombineerd met andere vormen van medezeggenschap, betogen de werkgroepleden.
‘Studenten aanspreken in de gang’
Werkgroeplid Thaisja Suart, die werkt bij het Kenniscentrum Talentontwikkeling en zich bezighoudt met studentenparticipatie, vertelde deze week in de vergadering van de centrale medezeggenschapsraad (cmr) over pizzasessies met studenten. ‘Maar als ze ook daar geen tijd voor of zin in hebben, kun je ook prima een paar studenten aanspreken in de gang’.
In een nieuwe vorm van medezeggenschap kunnen cvb, directeuren en onderwijsmanagers (ook) prima gebruikmaken van andere participatie dan de cmr, instituutsraden en opleidingscommissies. Cmr-lid Maram Sharout opperde in dat geval voor samenwerking met bijvoorbeeld de werkgroep inclusiviteit op de HR. ‘Ja, we kunnen zeker samenwerken met bestaande initiatieven’, reageerde Gerits.
Bekijken of de participatie goed heeft plaatsgevonden
En zo’n ‘consult’ met een werkgroep kan dan worden beschreven in de eerder genoemde participatieparagraaf van een besluit. Daarover heeft de formele medezeggenschap alsnog iets te zeggen, maar dan vooral of de participatie goed heeft plaatsgevonden en minder inhoudelijk over het besluit.
De inhoudelijke behandeling van besluiten en onderwerpen zal, in lijn hiermee, meer decentraal – op de werkvloer – plaatsvinden. Dus minder bij de cmr en meer bij instituutsraden, opleidingscommissies en andere participatievormen. Gerits: ‘Het zwaartepunt zal decentraal komen te liggen. Of daardoor de werkwijze van de cmr verandert? Dat zou kunnen, de cmr zal waarschijnlijk meer een regierol krijgen.’
‘Meer aandacht naar opleidingscommissies’
Cmr-lid Lidewij ten Kate zei het vooral belangrijk te vinden dat er meer aandacht gaat naar de opleidingscommissies. ‘Die zijn voor de studenten het meest dichtbij, het gaat over hun eigen opleiding. Daar moeten de studenten goed in stelling worden gebracht’. Collega cmr-lid Sharout pleitte voor een betere ‘opvoeding van onze studenten’. Ze zou graag zien dat er al in jaar 1 wordt uitgelegd wat de medezeggenschap is. ‘Studenten weten niet welke rechten ze hebben.’
Het is niet slechts ‘onbekend maakt onbemind’. Ook zijn medezeggenschappers – en bestuurders die ermee te maken hebben – niet altijd te spreken over hoe het er in bijvoorbeeld de cmr aan toe gaat. Onderzoeksbureau MZ Services sprak met betrokkenen, en spontaan kwam het onderwerp ‘houding en gedrag’ ter sprake, nogal eens in negatieve zin. In het rapport wordt gesproken over ‘politieke spelletjes’ en over strijd tussen de studenten en medewerkers in de raad. Eén geïnterviewde vertelt dat de overdracht niet goed was geweest; bij een ‘eerste directieoverleg’ nam het nieuwe lid het woord: ‘Dat was blijkbaar niet de bedoeling. Ik kreeg daarover op m’n kop. Dat schrikte mij toen best wel af.’
Houding en gedrag
Het onderzoeksbureau adviseert om ‘houding en gedrag’ onderwerp te maken van een gezamenlijke training aan zeggenschap en medezeggenschap. ‘Dus dat je heel bewust het gesprek voert: hoe doen we dit, hoe gaan we met elkaar om?’, legt Gerits uit.
Niet voor het eerst kwam ook het onderwerp ‘langere zittingstermijn voor leden’ ter sprake. De langere zittingstermijn zou beter zijn voor de continuïteit in de medezeggenschap.
Ook het onderwerp ‘gedeelde raad’ kwam opnieuw voorbij. Bij dat laatste roep je een aparte studentenraad en een aparte ondernemingsraad voor medewerkers in het leven. Voordeel, volgens MZ Services: ‘Mensen komen in beweging op het moment dat het een onderwerp betreft dat hen direct raakt. Of anders gezegd: een gedeelde vorm van medezeggenschap past het beste bij de overweging ‘what’s in it for me’.’ De werkgroep spreekt zich overigens nog niet uit vóór zo’n gedeelde raad, en cvb en cmr doen dat ook niet.
Tekst: Jos van Nierop
Illustratie: Demian Janssen
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top