Bianca Goumans leert studenten spelen met academisch woordbegrip
Gepubliceerd: 7 May 2024 • Leestijd: 3 minuten en 24 seconden • NieuwsAls studenten een woord niet kennen is vaak hun eerste gedachte: ‘Ik zit op het hbo en dan moet ik dit eigenlijk weten’. Maar als je niet durft te zeggen wat je niet begrijpt, kom je ook niet verder. Docent en masterstudent Bianca Goumans werkt aan een oplossing met haar spel Woordwijs!
Het spel is haar afstudeerwerk van de masteropleiding leren en innoveren die ze volgt op de HR, naast haar baan als docent bij de Ad-opleiding management. Haar afstudeeronderzoek heeft de vorm van een PAO: participatief actie-onderzoek. ‘Een team van docenten en een team van studenten draaien mee in dat onderzoek’, legt ze uit. Die twee groepen denken mee over de onderzoeksvraag en proberen in de praktijk uit wat Goumans op basis van de theorie bedenkt.
Lastig woordgebruik
Ze startte met de vraag waar studenten en docenten tegenaan lopen en daar kwamen bij docenten dingen uit als zelfregulatie, intrinsieke motivatie, studenten aan de gang krijgen. Goumans: ‘Studenten noemden vaak het woordgebruik – dat vonden ze lastig – plus de schaamte die ze daarover hadden, met gedachtes als “ik moet dit gewoon kunnen op het hbo”. Ze durfden zich niet uit te spreken.’
‘Studenten noemden vaak het woordgebruik – dat vonden ze lastig – plus de schaamte die ze daarover hadden’
Daar ging Goumans mee aan de slag. Omdat de studenten expliciet benoemden dat ze graag iets in de vorm van een bordspel wilden, koos ze daarvoor. ‘Het moet natuurlijk ook wetenschappelijk zijn’, legt Goumans uit. ‘Zo heb ik bijvoorbeeld de taxonomie van Bloom (een indeling in kennisniveaus) in het spel gebruikt en theorieën toegepast over leerstrategieën. Ik heb ook de theorie van Vygotsky over de “Zone van naaste ontwikkeling” in het spel meegenomen, die gaat over de balans tussen uitdagen en aansluiten bij wat een student al weet.’
Top-50 van onbegrijpelijke woorden
Aan de start van de opleiding krijgen studenten van de Ad management de vraag een lijst bij te houden van woorden die ze tegenkomen die ze niet begrijpen, vertelt Goumans. Lang niet iedereen doet dat, maar dat is ook niet helemaal verwonderlijk want uiteindelijk gebeurde er ook niet zoveel met die lijsten. Daar komt met het spel verandering in, want ze zijn de inspiratiebron geweest voor woorden die in het spel worden behandeld. Van de losse lijsten maakte ze één grote en daaruit stelde ze een top-50 samen van lastige woorden, in samenspraak met de PAO-teams.
Die woorden – zoals ambitie, plenair, structureel, integriteit en generaliseren – komen terug in het spel. Het spel bestaat uit woordkaarten en een kleurendobbelsteen. De kleur van de dobbelsteen bepaalt in welke Bloom-categorie je een opdracht met het woord moet uitvoeren. Bijvoorbeeld een zin ermee maken (Bloom: toepassen), of synoniemen bedenken (Bloom: creëren). De andere studenten controleren of degene die aan de beurt is de opdracht goed uitvoert, die leren dus ook iets als ze zelf niet aan de beurt zijn.
Getest en doorontwikkeld
Gaandeweg is het spel ontwikkeld en getest met de studenten. ‘Zo heb ik er hulplijnen aan toegevoegd voor de momenten dat ze te veel in de frustratiezone komen’, vertelt Goumans. ‘Maar te vaak je telefoon gebruiken om iets op te zoeken levert puntenaftrek op.’
Eerst was het spel 30 minuten maar dat vonden de studenten te kort. Uiteindelijk werd het 45 minuten. In een volgende doorontwikkeling voegde ze er, speciaal voor haar eigen opleiding, nog 50 woorden typische managementtaal toe. ‘Het voordeel is dat je het op die manier kunt aanpassen voor elke opleiding’, zegt Goumans. ‘Als extra werkvorm kun je de studenten ook zelf speelkaarten laten maken.’
‘Ik ben vet goed geworden’
De studenten hadden de grootste lol met het spelen. Hartstikke mooi, maar Goumans wilde natuurlijk weten of de interventie ook iets opleverde op het gebied van woordenschat. Met behulp van twee wetenschappelijke vragenlijsten deed ze een voor- en een nameting bij vier klassen; twee ervan speelden het spel, de twee andere klassen speelden het niet.
‘Bij de controlegroep zag ik juist een beetje zelfoverschatting’
‘Het was heel interessant wat er gebeurde’, zegt Goumans, ‘studenten gingen de woorden gebruiken en ook meer vragen naar de betekenis van woorden. Ze raakten ook niet gedemotiveerd in het spel. En: ze wisten minder dan ze dachten, dus ze konden hun kennis realistischer inschatten. Een student zei letterlijk “ik ben echt vet goed geworden”. Een ander zei: “Ik merk dat niemand uit de klas alle woorden kent, dus ik hoef me niet te schamen.”
Bij de controlegroep zag ik juist een beetje zelfoverschatting. Dat is het Duning-Krugereffect, des te minder je weet, des te minder je inziet wat je allemaal nog aan kennis mist. Mijn eindconclusie is dat het bijdraagt aan het bewustzijn van het competentieniveau en aan woordleerstrategieën. En deze gamificatie draagt positief bij aan het leren.’
Tekst: Edith van Gameren
Prachtig dat een spel over moeilijke woorden een spelfout maakt met atributen op open source. Daar moet ik nou om glimlachen. Verder prachtig initiatief hoewel jammer dat het nodig blijkt.
@ellenveldetanzania, dankjewel voor het compliment!
Tja van atributen zou ik ook een glimlach krijgen . We gaan dit natuurlijk wel doorgeven, zodat het aangepast kan worden. Dank voor de scherpheid!