Vader en dochter op de HR: ‘Geweldig hoe elke generatie het wiel uitvindt’
Gepubliceerd: 25 June 2024 • Leestijd: 2 minuten en 15 seconden • NieuwsDe Hogeschool Rotterdam heeft sinds eind jaren ’80 tienduizenden studenten opgeleid. Sommige van hen kwamen terug als docent of zagen hun kinderen in hun voetsporen treden als HR-student. Drie ‘hogeschoolfamilies’ vertellen hoe ze de hogeschool hebben zien groeien en veranderen. Deel 1: Ton en Nada van Dalen, vader en dochter.
Wat is jullie relatie met de Hogeschool Rotterdam?
Ton: ‘Ik ben in 1973 begonnen met studeren aan de Academie van Beeldende Kunst en Technische Wetenschap, zoals die destijds heette. Tien jaar later werd ik docent tekenen en ideeontwikkeling op de Willem de Kooning. In 2000 werd ik hoofd van de propedeuse en werden ook de toelatingen mijn verantwoordelijkheid. In totaal heb ik 32 jaar op de hogeschool gewerkt. Nu ben ik inmiddels al weer negen jaar met pensioen.’
Nada: ‘Het is wel grappig: mijn vader is op de hogeschool gaan werken in mijn geboortejaar. Ik ben zelf in 2007 afgestudeerd aan de modeopleiding. Daarna ben ik zelf les gaan geven op de vooropleiding van de Academie, en regelde ik er de toelatingen. Ik ben er even tussenuit geweest toen ik kinderen kreeg en nu ben ik weer een aantal jaar terug, als vakdocent bij de associate degree arts & crafts en bij de toelatingen.’
Heeft je vader een rol gespeeld in de keuze voor de hogeschool?
Nada: ‘Ik ging vroeger altijd met mijn vader mee naar de open dagen en de eindexamens. Ik was toen helemaal verliefd op de dummy’s van de modeafdeling. Dus op zesjarige leeftijd wist ik al dat ik modeontwerper wilde worden en daar ben ik nooit meer van afgeweken. Ik ben daarna het docentschap ingerold eigenlijk, toen er bij de toelatingen afzeggingen waren. Ik ben ingesprongen en uiteindelijk gebleven. Voor mij een logische stap, aangezien het docentschap bij ons thuis toch wel in de opvoeding heeft gezeten.’
Hebben jullie het thuis ook vaak over wat er op school gebeurt?
Nada: ‘Jazeker! Toen ik nog thuis woonde werd mijn moeder er helemaal gek van, haha. Helemaal omdat mijn broertje er ook studeerde en mijn man ook op de Willem de Kooning werkt.’
Ton: ‘Ik word natuurlijk graag op de hoogte gehouden van alle nieuwe perikelen en verder praten we uiteraard ook over lesgeven. Hoe pak je dat nu aan met de huidige generatie studenten en wat is het verschil met “mijn tijd”?’
Wat heb je in jouw tijd zien veranderen en wat hoop je dat juist nooit verandert?
Ton: ‘Als oud-student en -docent heb ik natuurlijk wel een behoorlijk overzicht van de veranderingen door de jaren heen. Wat mij meteen te binnen schiet, is dat er in de loop der jaren steeds meer van klassikale naar individuele begeleiding is verschoven. Wij hadden in mijn studietijd vijf dagen per week begeleide lessen van negen tot vijf. Nu hebben studenten steeds minder uren, onder het mom van verandering van onderwijsmethodiek, maar ik denk dat daar ook wel een component bezuiniging bij zit. Wat hopelijk altijd blijft, is hoe iedere generatie studenten probeert het wiel opnieuw uit te vinden. Dat is geweldig om mee te maken.’
Nada: ‘Het is mooi om te zien hoe iemand die onzeker is, of juist een grote mond heeft, langzaam in vier jaar tijd een plek in de groep weet te vinden. Uiteindelijk vindt iedereen zijn draai.’
Tekst: John den Braber
Beeld: Frank Hanswijk
Beeldbewerking: Demian Janssen
Wat een verrassing om jullie te zien in volle glorie. Mis jullie.Conny