Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
24 november 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Pirmin staat op een rode stijger/anker achtig ding in de haven

Gouden hockeydoelman Pirmin Blaak levenslang verliefd op Rotterdam: ‘Omarm de stad zoals-ie is’

Gepubliceerd: 11 September 2024 • Leestijd: 4 minuten en 21 seconden • Interview

Hockeyer Pirmin Blaak haalde deze zomer tijdens zijn vierde deelname aan de Olympische Spelen eindelijk het gedroomde goud. De 36-jarige doelman speelde 16 jaar bij HCR, woonde in drie verschillende wijken in de stad en studeerde op de Hogeschool Rotterdam. Hij heeft voor de kersverse studenten genoeg tips voor de fijnste hotspots en vooral de verborgen parels van de Maasstad.

‘Eigenlijk zit ik hier nooit’, biecht Blaak op net voordat hij een slok van een zojuist geserveerde cappuccino neemt. De plaats: een hip terras aan de voet van het WTC op het Beursplein. ‘Weet je, het is net als op vakantie: daar eet je op het strand ook niet echt bijzonder. Je moet de zijstraatjes in om echt iets speciaals te vinden.’

Het zegt veel over de smaak en belevingswereld van de in Rotterdam-Zuid geboren topsporter en ondernemer. Blaak loopt niet achter de meute aan en heeft zijn hele leven al zijn eigen ontdekkingsreis uitgestippeld. Het leidde vooralsnog tot een afgeronde studie management, economie en recht, een bedrijf in online retail met dertig werknemers en de hoogste sporttitel ter wereld: Olympisch kampioen. ‘Ik kan het nog steeds niet echt geloven’, zegt hij eerlijk. ‘Goud winnen op de Spelen was een jongensdroom en als die dan uitkomt, is dat natuurlijk fantastisch, maar ook onwerkelijk. Ik heb al een paar keer op YouTube de finale teruggekeken of we wel echt gewonnen hebben.’  

‘Ik heb al een paar keer op YouTube de finale teruggekeken of we wel echt gewonnen hebben.’

Hoewel Blaak momenteel niet in Rotterdam, maar in de Hoeksche Waard woont, heeft hij zijn hart al jaren geleden aan de Maasstad verloren. ‘In mijn eerste studiejaar heb ik een appartement gekocht in de Wijnhaven, waar ik dus ook op de hogeschool zat. Dat kon toen nog voor een redelijke prijs. Ik was een ondernemende student en zorgde onder meer voor de uitjes. Verder was ik heel goed in presentaties geven. In de praktijk kwam het erop neer dat anderen het werk deden en ik de finishing touch aanbracht. Ik heb echt een fantastische studententijd gehad op de hogeschool.’

De lekkerste pizza’s van de stad

Opvallend genoeg koestert Blaak een van de fijnere herinneringen aan deze periode in het ‘toeristische gedeelte’ van het centrum, namelijk paviljoen-restaurant Trattoria La Borsa op de Coolsingel. ‘Kijk, geen enkele Rotterdammer gaat daar uit zichzelf eten, maar ze hadden een heel aardige eigenaar en de goedkoopste – en volgens mij – lekkerste pizza’s van de stad. Daar kon je met een studenteninkomen rijkelijk lunchen. Het was echt een heerlijke wandeling terug naar de Wijnhaven met twee pizza’s in je mik en mandjes stokbrood met kruidenboter onder je arm, die bij de prijs waren inbegrepen en dus mee naar huis gingen.’

‘Ik vond het heerlijk om gewoon langs de Maas te gaan zitten, bijvoorbeeld. Op dat soort plekken absorbeer je de stad het beste.’

Blaak was en is nooit zo van de publieke Rotterdamse hotspots geweest. Goed, hij ging in zijn studententijd af en toe stappen in De Beurs en op maandagavond – na het hockeyweekend – feesten in de Skihut, maar ook toen genoot hij al van het kleine, verborgen geluk. ‘Ik vond het heerlijk om gewoon langs de Maas te gaan zitten, bijvoorbeeld. Op dat soort plekken absorbeer je de stad het beste. Ik kon ook enorm genieten van de fietstocht van het centrum naar de hockeyclub in Hillegersberg. Dan reed je in een half uurtje door drie compleet verschillende leefwerelden heen. Ik heb ook een tijdje op de Bergsingel gewoond. Een heerlijk rustige wijk, maar je stond ook binnen drie stappen weer in het centrum.’

Pirmin Blaak met wit pet achterstevoren en een wit t-shirt.

Iedere plek z’n eigen charme

Als je met het echte Rotterdam in aanraking wilt komen, moet je volgens de 154-voudig Oranje-international – letterlijk en figuurlijk – op verschillende plekken hebben gezeten. ‘Iedere plaats heeft zijn eigen charme en dynamiek. Zo houd ik erg van de koffietentjes in de Pannenkoekstraat en de barretjes in de Witte de With. Maar je moet ook een keer naar de Ballentent of Melief Bender op de Oude Binnenweg. En vergeet het Westerpaviljoen en Hotel New York niet of bierlokaal Locus Publicus bij het Oostplein. Persoonlijk vind ik het ook heerlijk om in de Oude Haven te zijn. Lekker aan de kade op een terras zitten, waar je stoel half scheef staat omdat de trottoirtegels niet recht liggen. Heerlijk toch? Rotterdam is wat dat betreft echt een symbool voor het leven: er is altijd wel iets klote of onaf, waar we over kunnen zeuren. Maar dat is ook de charme. Net als die stoeptegel die niet goed ligt.’

‘Rotterdam is wat dat betreft echt een symbool voor het leven: er is altijd wel iets klote of onaf, waar we over kunnen zeuren.’

Volgens Blaak kun je als nieuwe student het beste doen wat je op vakantie ook zou doen: erop uit trekken. ‘Huur of koop een fiets en ga op ontdekkingsreis door de stad. Drie dagen van noord naar zuid en dan op verschillende plekken lunchen en avondeten. We hebben in deze stad zoveel donkere gaatjes die wél mooi zijn. Mensen hebben het altijd over Amsterdam en die grachten, maar deze stad heeft alles te bieden: oud, nieuw, arm en rijk. Kijk naar de opbouw van een wijk als Katendrecht of de Rijnhaven, waar een heel strand wordt opgespoten. Dat dóen ze hier gewoon in Rotterdam, net als een surfbak midden in het centrum. Ik zou echt nooit weg willen uit de regio Rotterdam en zeker niet richting Amsterdam, al kreeg ik een grachtenpand cadeau.’

‘Hier kan alles’

Naast een ontdekkingskroegentocht op de fiets, heeft Blaak nog een afsluitende tip voor de nieuwe studenten. ‘Je moet de stad omarmen zoals die is. Ik heb de stad ook niet intensief verkend in mijn begintijd, maar als ik nu taxichauffeur zou worden, breng ik je zo uit mijn hoofd naar iedere straat. Rotterdam zit qua alles gewoon heel goed in elkaar. We kunnen wel zeiken dat er teveel verkeer is, maar er zijn simpelweg teveel auto’s. En als je dan kijkt wat ze nu met de Coolsingel hebben gedaan, zie ik wel echt grote vooruitgang. We lopen met deze stad altijd vooruit op de rest. Daarbij zijn studenten belangrijk, maar ook het bestuur en bedrijfsleven. Er hangt daarnaast een vorm van geluk boven deze stad, want we zijn opgestaan en opgebouwd. Hier kan alles.’

Tekst: John den Braber
Foto’s: Sanne Romeijn

Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief!


Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Back to Top