Aanwezigheidsplicht bij social work moet voor veilige en stabiele groep zorgen
Gepubliceerd: 4 November 2024 • Leestijd: 6 minuten en 11 seconden • NieuwsBij de opleiding social work van de HR hebben eerstejaars van de voltijdopleiding dit jaar voor het eerst aanwezigheidsplicht bij alle werkcolleges. Voor tweedejaars geldt het voor enkele colleges. Om dat te realiseren moest de opleiding dat goed motiveren, voor volwassenen geldt immers in principe geen leerplicht. Sommige studenten die Profielen sprak beslissen liever zelf of ze het nodig vinden te komen.
‘Aanwezigheid is niet het doel’, stelt onderwijsmanager Yasemin Guler. ‘Het is een middel om het bedoelde leerproces te laten plaatsvinden in een veilige leeromgeving, waarin je samen leert.’ Dat wil zeggen dat studenten als ze aanwezig zijn met elkaar ‘kritische beroepssituaties’ uit de praktijk bespreken en zich eigen kunnen maken.
Ethische kwesties
Bij social work gaat het over ‘omstandigheden en heftige problematiek waar diverse ethische-morele dillema’s aan hangen’, vertelt de onderwijsmanager. ‘Het is dan belangrijk dat je elkaar kent, en dat je er dus bent in het werkcollege. Een veilig werkklimaat is voorwaardelijk, in de klas én in het werkveld.’
Guler haalt het telefoonnummer 113 aan, oftewel het onderwerp suïcidepreventie. ‘Een werkcollege hierover niet willen volgen? Dat kan niet. Je gaat het tegenkomen in je praktijk, en kun je dit dan signaleren en weet je adequaat te handelen? Tijdens de opleiding komt dit aan bod en ja, dit onderwerp bespreken kan soms heel erg dichtbij komen; , waardoor je aan een dergelijke werkcollege/training niet wilt deelnemen, omdat je je medestudenten niet of nauwelijks hebt ontmoet.
Stabiele groep
En dat moet dus op school waarbij het (ontstaan van) een stabiele groep van belang is. ‘In een stabiele, veilige groep waarin je elkaar kent, durf je makkelijker de dialoog aan te gaan over gevoelige thema’s en (ethische) dilemma’s’ vertelt Eva Thier, adviseur bij de dienst Onderwijs & Ontwikkeling. ‘Studenten leren bij social work in open dialoog diverse perspectieven te onderzoeken en zich daartoe te verhouden. Je ontdekt ook wie je bent en hoe je met diversiteit omgaat. Een volle klas zorgt daarbij vaker voor een grotere diversiteit. Studenten zijn in dit leerproces afhankelijk van elkaars input, zij leren in interactie met elkaar.’
We zijn acht weken verder en Corstin Dieterich, voorzitter van de instituutsmedezeggenschapsraad (imr) van ISO, hoort van docenten die aan eerste- en tweedejaars college geven ‘positieve geluiden’. ‘De klassen zitten weer vol. Men ziet de studenten weer, en dat is fijn. Want dan kun je er wat mee.’
‘Veel druk’
Student Yassin noemt de plicht echter ‘onzin’. ‘Het moet je eigen keuze zijn om te komen’, zegt de eerstejaars die het wel fijn vindt dat hij deel uitmaakt van één vaste groep (van vijf studenten, vandaag is er één afwezig vanwege ziekte). ‘Als je er een keer niet bent kun je het na schooltijd aan iemand van je groep vragen.’
Ook tweedejaars Emirhan vindt de plicht ‘niet nodig’. ‘Als je op het hbo zit is het je eigen verantwoordelijkheid. Nu is er dit jaar ineens een verplichting. Als je gedwongen naar school moet, wil je het niet uit jezelf en ga je dus minder snel.’
Eerstejaars Mo is benieuwd hoe het de komende jaren verdergaat met de aanwezigheidsplicht. ‘Mensen ervaren veel druk door de verplichting. Ik kom uit een werkleven en mijn idee is, in plaats van de aanwezigheidsplicht: geef mensen vrije dagen. Twee of drie per periode. Dus dat je die zelf kiest, en dan is het je eigen verantwoordelijkheid hoe je je de gemiste stof aanleert.’
80 procent aanwezig zijn
Om aan de aanwezigheidsplicht te voldoen, moeten studenten bij 80 procent van de werkcolleges aanwezig zijn. En je moet ook op tijd zijn: te laat is afwezig. Het is aan de decaan om te bepalen of je afwezigheid valt onder een ‘bijzondere omstandigheid’ (zoals langdurige ziekte of een begrafenis van een direct familielid).
Werk, een te plannen dokters- of tandartsbezoek, een griepje van een paar dagen of ov-problemen vallen niet onder een bijzondere omstandigheid. Stakingen in het ov zijn een uitzondering. Als je te vaak afwezig was, moet je kunnen aantonen dat je zelf aan de gevraagde leerdoelen hebt gewerkt om nog in aanmerking te kunnen komen voor de tweede toetskans; de eerst mis je sowieso.
‘Bij een plicht zul je vaker komen en minder snel met de opleiding stoppen.’
Eerstejaars Lamyae zegt de aanwezigheidsplicht te snappen. ‘Als je niet komt ga je de lesstof niet opnemen. Bij een plicht zul je vaker komen en minder snel met de opleiding stoppen.’ Werkgroepgenoot Noah is het met haar eens. ‘Maar het is te streng; ik heb studenten gezien die superziek naar school kwamen om maar niet afwezig te zijn.’ Naar de decaan gaan als je bijvoorbeeld mantelzorger bent of langdurig ziek bent, ziet ze als ‘een lang proces’.
Mellin, tweedejaars, wijst op de lange wachttijden bij de decanen en ze vindt het ook onredelijk dat iets te laat komen ook geldt als afwezigheid. ‘Als je tweeënhalf uur moet reizen en door een uitgevallen metro te laat bent, wil je dat daar begrip voor is.’
Beleid wordt geëvalueerd
Docenten vinden het soms best een ding om studenten als afwezig te registreren als ze een paar minuten te laat zijn, heeft imr-voorzitter Dieterich begrepen. ‘Het is lastig om te zeggen “dikke pech”. Een punt is daarnaast dat het in de praktijk voor studenten onduidelijk is wanneer ze naar een decaan kunnen stappen.’
De imr vindt het belangrijk en heeft bij de directie bedongen dat het nieuwe beleid goed wordt geëvalueerd. De weerzin bij studenten over de aanwezigheidsplicht, brengt Dieterich op de vaststelling dat ‘blijkbaar veel studenten met een opleiding beginnen met het idee “ik ga er niet elke les zijn”. Dat vind ik niet zo erg, maar er is dan wel een goed gesprek nodig over wat het betekent om zo’n opleiding te doen. Als je bij ons studeert moet je veel tijd steken in je studie, en moet je ook aanwezig zijn en met elkaar zijn. Omdat dat ook voor het beroep geldt.’
De opleiding wil met het aanwezig (moeten) zijn ook werken aan gedrag en houding van de student als toekomstig professional. ‘Je werkt met kwetsbare mensen en dan kun je niet een afspraak maken en die vervolgens niet nakomen’, stelt onderwijsmanager Guler.
Basisgedrag is een probleem
‘Een van de belangrijkste signalen die we de laatste jaren vanuit het werkveld kregen over social work-stagiairs uit jaar 3 was dat het basisgedrag en de houding problematisch was. Dan heb je het over afspraken niet nakomen, te laat komen, manier van communiceren. Dat kan niet, zeker niet in dit werkveld waar je met diverse kwetsbare doelgroepen, maar ook diverse professionals werkt. Dit werkt door in de vertrouwensrelatie. We werken daarom vanaf dag 1 in de opleiding aan de ontwikkeling van een professionele houding en gedrag.’
Eerstejaars van 17 jaar vertonen dat gedrag niet per se allemaal uit zich zelf, wijst onderzoek uit. ‘Zelfinzicht, risico-inschatting en keuzegedrag (zijn bij hen) nog niet goed ontwikkeld. De gemiddelde adolescent heeft nog niet voldoende kennis, ervaring en inzichten kunnen opdoen om tot een weloverwogen en relatief onafhankelijk oordeel te kunnen komen’, staat er, verwijzend naar recent onderzoek van psycholoog Jelle Jolles, in het motivatiedocument waarin de opleiding uitlegt waarom men aanwezigheidsplicht wilde instellen.
Aanwezigheid leidt ook, laat onderzoek zien, tot binding met de docenten wat weer leidt tot betere studieprestaties en het je thuis voelen bij de opleiding. Bij aanwezigheid kunnen eventuele mentale problemen bij studenten ook eerder gesignaleerd worden, schrijft de opleiding, waarna een gesprek en ‘passende ondersteuning’ kan volgen.
De aanwezigheidsplicht is, benadrukken ze bij social work, gekoppeld aan een reeks andere ‘interventies’ zoals een professionaliseringsaanbod voor docenten, een onboardingstraject voor eerstejaars (blz. 5)
De opleiding gaat het nieuwe beleid vanzelfsprekend monitoren. ‘We zien in elk geval niet dat studenten massaal afhaken’, vertelt Guler. ‘We monitoren de deelname aan toetsen en de behaalde toetsresultaten, ook om na te gaan of dit bijdraagt tot meer studiesucces. We bepreken met de PI-docenten en decanen de bevindingen en anticiperen op de signalen die worden afgegeven.’
Studeren is een recht, geen plicht
‘Het uitgangspunt van de Whw (Wet op hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek) is dat studeren een recht is en geen plicht’, vertelt Anne-Els Valstar, jurist op de HR. In zowel de Whw als de Hogeschoolgids is er wel aanwezigheidsplicht geregeld voor zogenoemde praktische oefeningen (poa’s). Met andere woorden voor ‘onderwijs specifiek voor het verwerven van bepaalde vaardigheden waarvoor het nodig is dat een student aanwezig is’, geeft Valstar aan.
‘Aanwezigheid is noodzakelijk om die praktische vaardigheid aan te leren en te oefenen’. Bij bijvoorbeeld de opleiding fysiotherapie is dat al langer ingevoerd en ook logisch. Bij opleidingen die ogenschijnlijk minder praktisch van aard zijn is het lastiger te verantwoorden. ‘Een opleiding moet het kunnen uitleggen’, stelt jurist Valstar. ‘Zeker als een student vervolgens wordt uitgesloten van het tentamen omdat die student niet aanwezig was in de les’.
In navolging van hun collega’s van Inholland en de Haagse Hogeschool heeft de opleiding social work van de HR met succes kunnen motiveren dat er sprake is van poa’s.
Tekst: Jos van Nierop
Illustratie: Demian Janssen
Profielen, het onafhankelijke nieuwsmedium van de Hogeschool Rotterdam, deelt wekelijks artikelen op Linkedin. Ben jij onze nieuwe connectie?
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top