Op intranetsite Hint verscheen recent een dubbelinterview met collegevoorzitter Sarah Wilton-Wels en Eugenia Codina-Miró, voorzitter van de centrale medezeggenschapsraad (cmr). Het tweetal uit zich eensgezind positief over de Strategische Agenda (SA) en de uitvoeringsagenda van de HR. Is de cmr wel kritisch genoeg?

Dat de cmr kritisch naar zo’n groot plan kijkt, is niet de sfeer die opstijgt uit het dubbelinterview op intranetsite Hint. Eerder verschenen al feestelijke filmpjes met confettikanonnen op Hint waar naast het cvb ook cmr-leden in figureerden, eensgezind blij met de uitvoeringsagenda. Een openbare cmr-vergadering over de uitvoeringsagenda was er niet, dus of de cmr kritische noten had gekraakt over de strategische plannen bleef onduidelijk.

Al in vroeg stadium in beslotenheid meepraten

Eugenia Codina-Miró, voorzitter van de cmr, wil het wel toelichten. ‘Wij hebben in het hele proces steeds kritische geluiden laten horen’, vertelt ze. Het is een ontwikkeling die al jaren gaande is: bij grote plannen en belangrijke beleidsdocumenten zoals de begroting wordt de cmr steeds vaker al in een vroeg stadium meegenomen.

De raad bespreekt grote plannen dus voor een deel in beslotenheid en kritiekpunten worden op dat moment ingebracht. Tijdens openbare overlegvergaderingen is er dan vaak niet veel meer te bespreken. Codina-Miró: ‘Overleggen met het cvb doen we niet alleen in beslotenheid. De Strategische Agenda is in 2023 besproken in een open overlegvergadering. De laatste uitvoeringsplanen zijn niet in de overlegvergadering besproken omdat al regelmatig overleg was geweest met het het cvb.’

Ze legt uit wat de cmr daar heeft aangekaart: ‘We hebben er bijvoorbeeld bij het cvb op aangedrongen dat er na de SA ook een goed uitvoeringsplan kwam, omdat de SA ons te weinig aanknopingspunten gaf. Ook hebben we de nadruk gelegd op de rol van de decentrale medezeggenschap: instituten moeten over de SA convenanten tekenen met het cvb. Wij hebben benadrukt dat de imr’en (instituutsraden) daarover mee moeten denken; misschien wilde het cvb dat zelf ook al.’

Werkdruk en de ptd

Over welke onderwerpen gaat het dan? Werkdruk bijvoorbeeld? Codina-Miró: ‘Ja, en wat voor invloed de plannen hebben op de ptd’s. Zulke zaken kun je beter op instituutsniveau bespreken dan centraal. Denk ook aan het IOD, het inspraakorgaan van de diensten; de diensten zitten overal in de organisatie en vragen zich af wat het betekent als er tussen instituten meer moet worden samengewerkt.’

Dat er meer moet worden samengewerkt volgt uit het intensiveren van multidisciplinair onderwijs in het derde en vier jaar van de opleidingen, een van de plannen uit de SA.

Om de zes maanden evalueren

Het kritisch bezien van de plannen wordt – ook de komende jaren – niet slechts overgelaten aan de decentrale raden, maakt Codina-Miró duidelijk. ‘Wij worden meegenomen in de evaluatie die er om de zes maanden is, zodat we de vinger aan de pols kunnen houden. Over die korte termijn-evaluaties heb ik overigens wel tegenstrijdige gevoelens. Hoe langer je wacht met evalueren hoe moeilijker het wordt om veranderingen terug te draaien. Bij die evaluaties om de zes maanden loop je het risico van onrust. Maar misschien heb ik toch liever een beetje onrust.’

Bij de evaluatie ziet de cmr toe of de planning die in de uitvoeringsagenda staat wordt gehaald. ‘Dan gaat het bijvoorbeeld over het Center for Teaching and Learning dat er moet komen’, zegt Codina-Miró. ‘Over de komst van dat centrum zijn we overigens zeer positief, het zal een katalysator worden voor het geven van trainingen op alle vlakken, van onderwijs tot IT.’

Op deze manier meer invloed

Als je in een vroeg stadium betrokken wordt bij belangrijke beleidsdocumenten heeft de cmr, denkt Eugenia Codina-Miró, uiteindelijk meer invloed dan wanneer de raad (kritisch) reageert op plannen op het moment dat die plannen al zo goed als beklonken zijn. ‘Voor de SA hebben we bijvoorbeeld ook meegepraat tijdens het breed management-beraad, een overleg van het cvb met de directeuren van de instituten en de diensten. Daar hebben we ons kritische geluid laten horen, bijvoorbeeld ons punt over het betrekken van de imr’en bij de plannen.’

‘Als je er vanaf het begin bij betrokken bent’, vat Codina-Miró samen, ‘Kun je het plan beïnvloeden zodat je aan het eind van het traject niet meer zo kritisch hoeft te zijn.’

Inkapselen en masseren?

Bestaat dan niet het gevaar dat het cvb de cmr inkapselt of masseert naar hun idee? ‘Wij zijn niet gemasseerd maar we zijn twee partijen die hebben leren dansen met elkaar, altijd met het oog om het beste voor de organisatie te willen doen. De invloed komt van twee kanten.’

Maar, reflecteert Codina-Miró, misschien is de pr van de cmr niet goed, ‘en moeten we de achterban blijven vertellen dat we kritisch zijn en wat de filosofie is van deze raad: we gaan voor invloed. Als de beeldvorming is dat wij alleen maar staan te juichen bij de plannen van het cvb is dat niet goed. Het doet bovendien geen recht aan de inspanning en betrokkenheid van de leden van de raad.’

Tekst: Jos van Nierop

Volg ons op Instagram